Armoede bleef in 2018 gelijk

En de langdurige armoede stijgt niet meer. Bij kinderen daalt de langdurige armoede zelfs een beetje. Dit blijkt uit de nieuwste CBS-gegevens over risico op armoede.

Klik hier voor cijfers per gemeente.

Bekijk de presentatie van het CBS, met vanaf minuut 13 staatssecretaris Van Ark aan het woord:

Handige Factsheet Armoede en Schulden 2019

De Factsheet Armoede en Schulden 2019 van de G40 themagroep Armoede en Schulden en Platform31 laat zien aan welke knoppen gemeenten kunnen draaien rond de volgende thema’s:

  1. Werkende armen
  2. Sociaal incasseren
  3. Vroegtijdig signaleren
  4. Beschermingsbewind
  5. Sociale energietransitie
  6. Integrale hulpverlening

De factsheet biedt daarnaast relevante cijfers, een overzicht van de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en een aantal overwegingen voor gedragsbewust beleid.

Onderzoek naar stabilisatiefase schuldhulpverlening

Eerder contact met mensen met schulden, maatwerk en een persoonsgerichte aanpak met aandacht voor de hulpvrager en zijn emoties. Dat is de sleutel voor effectieve schuldhulpverlening, blijkt uit onderzoek van Purpose in opdracht van Schouders Eronder. Enkele conclusies en aanbevelingen:

  • Slechts 7% van mensen met schulden meldt zich bij schuldhulpverlening. Veel mensen voelen een barrière die vooral voortkomt uit schaamte of angst;
  • Klanten ervaren verschillende emoties tijdens stabilisatie: moedeloosheid bij het creëren van overzicht maar ook rust als het gelukt is. Tijdens stabilisatie wordt hier nog weinig rekening mee gehouden;
  • Hierdoor bereikt gemiddeld slechts 50% van deze klanten een schuldregeling;
  • Veel van de deelnemende gemeenten werken procesgericht maar experimenteren met een meer persoonsgerichte aanpak. Ze missen echter nog inzicht in het effect van de nieuwe aanpak;
  • Het verzamelen van cijfers was uitdagend door gebrek aan eenduidige registratie en beperkte vergelijkbaarheid;
  • Werk aan een nieuwe definitie voor stabilisatie. Volgens de huidige definitie is het een succes als iemand financieel stabiel is, maar gedrag en beleving ontbreken daarbij.

Purpose ontwikkelt nu een meetinstrument waarin de klantbeleving centraal staat en waarmee gemeenten inzicht krijgen in het functioneren van hun schuldentraject.

kwart van de huurders zit financieel klem

Afbeeldingsresultaat voor woonlasten

Een kwart van de huurders in Nederland, ruim 800.000 huishoudens, betaalt volgens het Nibud zulke hoge woonlasten dat zij te weinig geld overhouden om alle andere kosten voor levensonderhoud te kunnen betalen. 50% heeft moeite met rondkomen, 40% ervaart financiële schaarste en 30% heeft betalingsachterstanden. Mensen met te hoge woonlasten bevinden zich vooral in een sociale huurwoning. Het zijn veelal alleenstaanden, mensen met een uitkering en huurders tussen de 25 en 45 jaar. Het Nibud ziet dat zij door de hoge woonlasten flink minder uitgeven aan vrijetijdsuitgaven, vervoer, contributies en abonnementen. En als deze groep te maken krijgt met andere onvermijdbare uitgaven zoals zorgkosten, wordt er ook minder uitgegeven aan essentiële zaken als voeding.

Dit zijn conclusies uit twee onderzoeken van het Nibud:

  1. Inkomenscriteria voor huurders en kopers
  2. Hoe gaan mensen om met hoge woonlasten?

Lees op dit blog meer artikelen in de categorie Wonen.

Onderzoek bewindvoering in eigen hand

Kennispunt Twente heeft een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen van schuldenbewind in eigen (gemeentelijke) hand.

Eén van de voordelen is kostenbesparing: Deventer biedt bewindvoering in eigen huis tegen een kostprijstarief aan. Een tarief dat 20% onder de maximale tarieven ligt die veel bewindvoerders hanteren. Vanaf januari 2020 kunnen inwoners onder bewind maximaal het tarief dat de gemeente Deventer hanteert, vergoed krijgen vanuit de bijzondere bijstand. Ze blijven de vrijheid houden om naar een private bewindvoerder te gaan, maar zullen dan een eigen bijdrage moeten betalen als de private bewindvoerder het maximale tarief blijft vragen. Dit betekent een flinke kostenbesparing van maximaal 20% bij gelijkblijvende vraag.

In de Drechtsteden en Zwolle verwacht men een kleine kostenbesparing te realiseren door het afschalen naar lichtere goedkopere vormen van hulp.

Een andere voordeel is kwaliteitsverbetering: meer passende zorg (niet zwaarder dan nodig), meer controle op kwaliteit, grotere kans om integraal te werken en een aanbod bieden voor moeilijke doelgroepen die niet bij private bewindvoerders terecht kunnen of willen.

Er zijn ook nadelen genoemd die bijdragen aan mogelijk hogere kosten en mindere kwaliteit. Hogere kosten worden verwacht door mogelijke extra inzet op de controle van dossiers vanwege het vergrootglas waaronder een gemeente ligt. Hogere kosten zijn er mogelijk ook door cherrypicking van private bewindvoering. Enerzijds is genoemd dat gemeentelijk bewind voor moeilijke doelgroepen een uitkomst kan zijn. Anderzijds wordt ook verwezen naar inwonersgroepen die juist de overheid wantrouwen. Voor hen zou bewindvoering door de gemeente geen uitkomst zijn. Daarnaast kent bewindvoering in eigen huis een aantal risico’s: niet voldoen aan rechtmatigheid, mogelijke verstoring van een samenwerkingsrelatie met private bewindvoerders, en het risico dat je te maken krijgt met tegengestelde belangen binnen de gemeente. Hoe groot deze risico’s zijn, is afhankelijk van de lokale situatie en de insteek die wordt gekozen. De afweging van voor- en nadelen zal per gemeente anders uitwijzen.

Armoede daalt verder in 2017; het aantal arme personen is bijna 939.000

De publicatie Armoede in Kaart 2019 van het SCP is verschenen. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn:

  • De armoede in Nederland is sinds 2013 aan het dalen. In dat jaar waren er ruim 1,2 miljoen armen volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium, in 2017 gaat het om iets minder dan 939.000 personen. Dat is 5,7% van de Nederlandse bevolking.
  • Ruim 272.000 van deze arme personen zijn kinderen, dit betreft 8,1 % van alle kinderen.
  • Van de 666.000 volwassenen in armoede zijn er bijna 92.000 mensen 65 jaar of ouder.
  • Van alle arme volwassenen (666.000 mensen), heeft een derde werk als belangrijkste inkomensbron.
  • De daling van de armoede sinds 2013 treedt in bijna alle bevolkingsgroepen op. Alleen onder Syriërs is de armoede de laatste jaren fors gestegen. In 2017 was bijna 55% van hen arm, terwijl het in 2013 nog om ongeveer 40% ging.
  • Het mediane bedrag dat arme huishoudens tekort komen bedraagt bijna € 3.000 per jaar. Bij de helft van de arme huishoudens is het bedrag groter en bij de andere helft kleiner. In totaal zou bijna € 2,2 miljard nodig zijn om de inkomenstekorten aan te vullen.
  • Bekijk de armoedepercentages per gemeente.

Wat heb je gemist?

Op vakantie geweest? Welkom terug! Ik heb lekker gegeten, gekanood en gezweet in Spanje en Portugal.

Ik zet even het nieuws rond armoede en schulden van de afgelopen weken voor je op een rij:

De VVD in Amsterdam berekent in dit artikel voor twee voorbeeldgezinnen de inkomenseffecten en komt tot de conclusie dat werken bijna niet loont. Het zou mooi zijn als dit eens landelijk werd onderzocht. Volgens mij zijn er geen recente onderzoeken.* En dan meteen ook goed kijken naar bruto en netto, want ik vraag me af of in de Amsterdamse berekening bijvoorbeeld de arbeidskorting is meegenomen. Overigens zoekt Amsterdam nog naar manieren om de armoedeval tegen te gaan. Suggesties zijn welkom.

De Centrale Raad van Beroep heeft alsnog bepaald dat de gemeente Enschede wel nadere informatie mag eisen bij een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering.

Uit onderzoek van BCC blijkt dat de gemeentelijke laptop-regelingen voor minima flink uiteenlopen. De maximale tegemoetkoming bedraagt gemiddeld €401. Zutphen hanteert een bedrag van €100, terwijl een laptop in Wijk bij Duurstede maar liefst negen keer zoveel mag kosten.

Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening neemt af, maar de schuldenproblematiek niet, zo blijkt uit onderzoek van het Nibud. Het Nibud constateert dat vooral mannen, jongeren, gezinnen met kinderen, huishoudens met werk en huishoudens met een koopwoning zich minder vaak aanmelden bij de schuldhulpverlening.

De gemeentelijke collectieve zorgverzekering voor inwoners met een laag inkomen kan volgens het CPB worden verbeterd door het verplicht eigen risico te vervangen door een no-claim. Dat voorkomt dat mensen met een laag inkomen of bijstandsuitkering in één keer worden geconfronteerd met hoge zorgkosten. Een ander verbeterpunt is het vergroten van de keuzemogelijkheden binnen de gemeenteverzekering.

De Autoriteit Persoonsgegevens adviseert o.a. om in de Wgs voor verhuurders een wettelijke grondslag te creëren om te voldoen aan de AVG. Gegevens uitwisselen mag alleen vanwege een reden die in de Europese privacywet staat vermeld. Dit kan een wettelijke verplichting of publieke taak zijn, te regelen via het wetsvoorstel. Lees ook Privacyhuiswerk voor het kabinet om schuldhulp te versimpelen in Trouw.

Mensen in schuldenbewind zijn er de afgelopen tien jaar €100 netto per maand in koopkracht op achteruit gegaan. Hun inkomen steeg, maar de (vaste) lasten stegen harder. Lees en kijk op nos.nl.

Afbeeldingsresultaat voor vlag uit

De Rechtbank Rotterdam heeft als eerste een aanvraag voor een breed moratorium toegewezen.

Minima in de gemeente Oldambt wordt uitgelegd hoe ze met een klein budget toch een gezonde maaltijd op tafel kunnen krijgen.

ZZP’ers kunnen onder voorwaarden blijven ondernemen in de Wsnp.

* Aanvulling d.d. 29 aug: ik hoorde dat VNG en min. SZW in oktober 2019 de uitkomsten bespreken van recent onderzoek naar de (theoretische) armoedeval door Stimulansz.

Berenschot: Gemeentelijke schuldhulpverlening is lappendeken

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-1.png

Berenschot trekt deze week stevige conclusies op basis van onderzoek naar de aansluiting tussen gemeentelijke schuldhulpverlening en Wsnp:

  • De gemeentelijke schuldhulpverlening is een lappendeken: grote kwaliteitsverschillen, grote verschillen in wat gemeenten ambiëren en investeren en grote verschillen in uitvoering. Focus ligt op gedragsverandering, niet op een schuldenvrije toekomst.
  • Het ontbreekt aan betrouwbaar cijfermateriaal om de werking van de minnelijke schuldhulpverlening sluitend en compleet in beeld te brengen. Dit ontneemt stakeholders de mogelijkheid om echt te sturen op de effectiviteit van de minnelijke schuldhulpverlening.
  • Het ontbreekt aan een helder kader waar schuldenaren bij gemeenten op mogen rekenen. Het minnelijk traject is onaantrekkelijk en/of ontoegankelijk voor schuldenaren en voorziet niet in een snelle doorstroom naar een minnelijke regeling met kwijtschelding.
  • Bij veel gemeenten en het Rijk ontbreekt een handhavingskader op schuldhulpverlening in het kader van de Wgs of is dit diffuus.
  • Door afname van de toestroom bereikt de uitvoering van de Wsnp een kritische omvang, voor wat betreft de beschikbaarheid van Wsnp-bewindvoerders.
  • Het stelsel is weinig dwingend richting wensgedrag van schuldeisers. Prikkels in Wsnp voor schuldeisers om wettelijke trajecten te voorkomen, lijken voor een deel van de schuldeisers nog steeds niet voldoende te werken.
  • Aan de autonomie van zowel gemeenten als schuldeiser wordt in het stelsel een heel groot belang toegekend. De daaruit voortvloeiende gemeentelijke autonomie en de lappendeken in de uitvoering van de minnelijke schuldhulpverlening, wreekt zich in het vinden van oplossingen voor het schuldenprobleem. Dit hangt samen met de hele wordingsgeschiedenis van het stelsel.

Met andere woorden: er is een stelselwijziging nodig. Maar elk kabinet schuift dit door naar een volgend kabinet.

De Tweede Kamer wil snel antwoorden op Kamervragen hierover aan staatssecretaris Van Ark.

Toeslagensysteem leidt tot schulden

De Belastingdienst heeft de afgelopen twaalf jaar € 24 miljard aan toeslagen ten onrechte uitbetaald. Het merendeel daarvan komt uiteindelijk terug, maar 1,5 miljard staat nog uit en 806 miljoen euro is afgeschreven als ‘oninbaar’. Voor het merendeel van de huishoudens (62%) die toeslagen moeten terugbetalen, gaat het om één terugvordering tegelijk. Maar daar tegenover staat dat er bij 9% van de huishoudens 4 of meer terugvorderingen tegelijk liepen. 2,6 miljoen huishoudens moesten gemiddeld meer dan € 500 terugbetalen. De meeste huishoudens kunnen hun toeslagschuld snel afbetalen, maar honderdduizenden hebben langdurig te maken met toeslagschulden.

De Algemene Rekenkamer die dit onderzocht, geeft een paar aanbevelingen. De NVVK heeft nog wat concretere aanbevelingen:

  1. Koppel Inkomstenbelasting en Toeslagen
  2. Introduceer stop-knop voor toeslagen
  3. Kijk een jaar terug
  4. Geef anderen bevoegdheid
  5. Weeg toeslagrecht anders af
  6. Stort toeslagen rechtstreeks
  7. Voeg in bij overige schuldeisers

Minder instroom schuldhulpverlening

Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening is vorig jaar afgenomen, meldt de NVVK.

De daling is niet het gevolg van een afnemende schuldenproblematiek, zo vermoedt de NVVK. Voorzitter Florijn: ‘Alhoewel steeds meer gemeenten de deur voor iedereen openzetten, zien we in de praktijk dat toch een hele grote groep afvalt omdat zij niet aan de voorwaarden voldoen, soms voor zichzelf al hebben besloten dat ze toch geen hulp krijgen of zich enorm schamen voor hun problemen.’

De gemiddelde schuld bedraagt € 43.300. Ondernemers trekken dat gemiddelde met een schuld van € 105.000 flink omhoog.

Er werden vorig jaar ruim een kwart minder sociale kredieten verstrekt.

Goed om te zien dat er meer saneringskredieten worden verstrekt. Dit ten koste van het aantal schuldbemiddelingen.

Bekijk het NVVK Jaarverslag 2018 en lees het persbericht.

Problematiek op basisscholen in achterstandswijken is fors

Onderzoek in opdracht van o.a. het Jeugdeducatiefonds wijst uit dat 93% van de leerlingen in achterstandswijken problemen heeft, terwijl dit in reguliere wijken 59% is.

Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten op scholen in achterstandswijken veel sterker het gevoel hebben dat kinderen geen gelijke kansen hebben. Volgens Hans Spekman, directeur van het Jeugdeducatiefonds, zijn de resultaten nog schokkender dan hij had verwacht.

Het Jeugdeducatiefonds biedt leerkrachten handvatten om de kansenongelijkheid te bestrijden, bijvoorbeeld door bijles, logopedie, educatieve uitstapjes, opvoedondersteuning of sociale vaardigheidstrainingen te bekostigen. Gemeenten kunnen het fonds financieel ondersteunen.

Gedrag bepalender voor financiële problemen dan inkomen

27% van de huishoudens weet niet of ze recht hebben op tegemoetkomingen zoals toeslagen. Van de huishoudens met een laag inkomen weet 1 op de 6 dit niet. Dit blijkt uit het Nibud-onderzoek Geldzaken in de praktijk 2018-2019. Van de werkenden met wisselende inkomsten maakt 34% geen gebruik van tegemoetkomingen. Het Nibud vermoedt dat veel van hen onnodig geld laten liggen.

Het rapport specificeert niet om welke tegemoetkomingen het gaat en of het bijvoorbeeld ook om gemeentelijke tegemoetkomingen gaat. Van de gemeentelijke regelingen zoals bijzondere bijstand en kwijtschelding gemeentelijke belastingen weten we al wel dat deze veel minder bekend zijn bij de doelgroep dan bijvoorbeeld de landelijke zorgtoeslag en huurtoeslag.

In hetzelfde rapport staat ook dat het percentage huishoudens dat moeite heeft met rondkomen, weer op hetzelfde niveau is als voor de economische crisis. Net als in 2009 zegt nu 38% van de huishoudens moeite met rondkomen te hebben. Moeilijk of makkelijk rondkomen heeft niet alleen met de hoogte van het inkomen te maken. Ook mensen met lage inkomens zijn in staat om makkelijk rond te komen. Hoe je met geld omgaat, je financiële gedrag, is bepalender voor je financiële situatie dan de hoogte van het inkomen. Degenen die van huis uit hebben geleerd met geld om te gaan kunnen makkelijker rondkomen. Net als mensen die bedachtzaam zijn bij hun aankopen, sparen en een geordende administratie hebben.

Twee keer zoveel jongeren in schuldhulpverlening

Afbeeldingsresultaat voor studenten schulden

Het aantal jongeren dat gebruik maakt van schuldhulpverlening is tussen 2017 en 2018 gestegen van 5.000 naar ongeveer 10.000, meldt de NVVK. Zij maken inmiddels 4% uit van het totale klantenbestand. De nieuwe cliënten hebben vaak studiefinanciering.

Jeetje, bij zo’n toename ga je toch twijfelen aan de betrouwbaarheid van de cijfers? De NVVK ziet een mogelijke verklaring in het feit dat steeds meer gemeenten de deur openzetten voor studenten. Ook het nieuwe leenstelsel wordt genoemd als reden voor de aanwas.

Gemeenten wisten jarenlang niet goed wat ze aan moesten met jongeren met schulden. En met jongeren met studiefinanciering in het bijzonder. De laatste jaren zijn er steeds meer goede voorbeelden beschikbaar. Misschien is dat ook een verklaring voor de toename?

Ik zou gemeenten willen adviseren: houd zoveel mogelijk vast aan de gangbare maximale aflosperiode van drie jaar. Ga ervan uit dat een jongere altijd wat kan aflossen, ook als hij studiefinanciering heeft, en zorg dat hij kan blijven studeren. Bied intensieve begeleiding op alle leefgebieden. En regel hun schulden vaker met een saneringskrediet. De NVVK noemt als goed voorbeeld het houden van spreekuren op mbo-scholen. In Amersfoort werkt dat goed blijkbaar, maar in Leiden leverde dat weinig op.

N.a.v. dit onderzoek op NOS.nl: Hoe Jori’s schuld van 8000 euro uiteindelijk tot een kaakabces leidde en Schuldbewust: ervaar hoe een kleine schuld een groot probleem wordt (Met een aardige special)

Energiearmoede

Energie wordt de komende tijd ongetwijfeld in veel gemeenten een belangrijk thema in het armoedebeleid.

Lage inkomens zijn tussen de 40 en 60% van hun inkomen aan huur en energiekosten kwijt, stelt de Woonbond.* Lage inkomens zijn de dupe van het klimaatbeleid, zo blijkt uit studie van het CPB. Het PBL rapporteerde onlangs dat ruim 900.000 huishoudens een relatief groot deel van hun inkomen uitgeven aan energie of het risico lopen dat zij hun woonlasten inclusief energie niet kunnen betalen. ‘Dit betreft voornamelijk huishoudens binnen de laagste inkomensgroep.’ Dat is niet per se iets nieuws, want dat concludeerden we 10 jaar geleden ook al. Maar met de klimaatdoelstellingen hebben we nu wel een opgave om te voorkomen dat het probleem groter wordt.

Vandaag was het een onderwerp tijdens de G40 Netwerkdag. We werden gewezen op de website energiearmoede.nl. Daar vind je o.a. een overzicht van interventies en materialen die je direct kunt gebruiken. Als je met trefwoord energie zoekt op mijn blog, vind je nog meer voorbeelden.

Discussie ging vandaag ook over de vraag wie dit gaat betalen: de burger, gemeenten, het rijk, woningcorporaties of …?

* Naschrift d.d. 18-3-2019: het Nibud meldt vandaag dat hurende bijstandsgerechtigden ongeveer de helft van hun inkomen besteden aan vaste lasten.

Subsidie voor onderzoek beschikbaar voor gemeenten en kennisinstellingen

Subsidieregelingen Provincie en Rijksoverheid

Hoe kunnen we armoede bestrijden, het aantal mensen met problematische schulden terugdringen en mensen met schulden effectiever helpen?

Er is €3 miljoen beschikbaar om deze vragen te onderzoeken. Gemeenten, kennisinstellingen en andere geïnteresseerde maatschappelijke partijen kunnen van 9 maart tot 23 april 2019 bij ZonMw een motivatiebrief indienen. Lees meer.

Van werkenden loopt zzp’er meeste risico op armoede

Zzp’ers lopen vaker dan werknemers en zelfstandigen met personeel (zmp’ers) risico op een inkomen onder de lage-inkomensgrens, zo meldt het CBS. Bij 9 van de 10 werkenden met risico op armoede gaat het om deeltijders.

Van de werkenden maakte in 2017 2,5% (188.000 personen) deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit percentage is vrijwel onveranderd ten opzichte van 2016. Onder zelfstandigen zonder personeel nam het armoederisico wel toe: van 8,1% naar 8,6%.

Factoren die het risico op armoede verhogen:

  • Niet-westerse achtergrond
  • Eenouder of alleenstaand
  • Lage opleiding

Tweede Kamer en VNG

Op 7 maart is er in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over werkende armen. De VNG maakte daarvoor het position paper Gemeenten: een toekomst zonder werkende armen met acht actiepunten waaronder:

  1. Help gemeenten om het bereik te vergroten;
  2. Neem belemmeringen in privacy en gegevensuitwisseling weg: dit maakt outreachend werken makkelijker.

Lees ook nog even: Gemeenten besteden weinig aandacht aan werkende armen (okt. 2018) en Alle hens aan dek om zelfstandig ondernemers met schulden te helpen (Silvia Bunt, dec. 2018). En bekijk op Statline hoeveel werkende armen jouw gemeente telt.

Proef met basisinkomen in Finland zet mensen niet aan om te werken

Een proef in Finland met een basisinkomen voor 2000 werklozen heeft er niet toe geleid dat ze zijn gaan werken, lees ik op nos.nl. Volgens onderzoekers zijn de werklozen niet gemotiveerder om een baan te vinden en meer te verdienen. Wel voelen ze zich gelukkiger.

De proef begon twee jaar geleden. De werklozen, die willekeurig waren gekozen en niet mochten weigeren om mee te doen, kregen van de overheid elke maand € 560 waarvoor ze niets hoefden te doen en waarover ze geen belasting hoefden te betalen. Ook hielden ze de uitkering als ze binnen twee jaar een betaalde baan vonden.

De onderzoekers willen nog geen vergaande conclusies trekken, omdat alleen het eerste jaar (2017) van de proef uitgebreid is bekeken. De onderzoekers zeggen overigens niets over de besparingen die zijn gerealiseerd (minder handhaving, uitkeringsadministratie, etc.)

Ik ben benieuwd of het Realtime inkomensregister en flexibel uitkeringssysteem in Finland wel van de grond komt en succesvol is.

Afbeeldingsresultaat voor basisinkomen

In Nederland mogen gemeenten experimenteren met regelluwe bijstandsverlening. De eerste experimenten lopen eind 2019 af en worden dan geëvalueerd. Ik ben benieuwd wat daar uit komt!

Kosten en baten van vroegsignalering

Hoeveel moet je als gemeente investeren in vroegsignalering van schulden, en wat levert het je uiteindelijk op? Vroegsignalering; draaiboek voor een maatschappelijke businesscase – gemaakt in opdracht van Schouders Eronder – geeft daar antwoord op. Een handig hulpmiddel om je bestuurders te overtuigen.

Afbeeldingsresultaat voor weegschaal balans

In een bijbehorend Excelbestand staan alle kosten- en batenposten genoemd. Je moet wel zelf de bedragen invullen. Zoek je daarvoor wat richtlijnen, bekijk dan eens de Maatschappelijke prijslijst, de Leidraad Vroegsignalering (§ 1.2) of het projectplan vroegsignalering Leiden (hoofdstuk 4). Daar worden ook verschillende onderzoeken aangehaald waaruit blijkt dat vroegsignalering loont.

Lees meer over kosten en baten:

Schaamte kan armoede in stand houden

Wie weinig te besteden heeft of in de schulden zit, gaat door schaamte gedrag vertonen waardoor de armoede in stand blijft en zelfs erger wordt. Dat concludeert sociaal psycholoog Arnoud Plantinga in zijn dissertatie.

Volgens Plantinga schaamt 1 op de 7 Nederlanders zich voor zijn of haar financiële situatie. De schaamte uit zich in stress, gepieker en het gevoel de controle kwijt te zijn. Deze groep betaalt rekeningen ook minder vaak op tijd en laat vaker rekeningen ongeopend om niet met hun geldzorgen geconfronteerd te worden. Ze zijn meer geïnteresseerd in statusverhogende aankopen. Ook zijn ze passiever, zoeken ze minder contact met anderen en hebben minder mensen om zich heen die hen zou kunnen helpen. Zij komen zo in een vicieuze cirkel terecht.

Aanbevelingen voor gemeenten

Plantinga geeft in Binnenlands Bestuur aanbevelingen voor gemeenten: ‘Zij moeten actief de boer op met hun minimaregelingen, omdat mensen met geldproblemen vaak geneigd zijn zich terug te trekken. Ook is het bij deze groep vanwege het risico op vereenzaming dus extra belangrijk om te waken voor vermindering van de sociale contacten. Vanwege de schaamte, is het naar verwachting een goed idee om de eerste hulpcontacten op anonieme wijze mogelijk te maken. Ook vind ik het gebruik van positieve rolmodellen interessant. Amstelveen presenteert filmpjes over een minimagezin en de manieren waarop dat gezin rondkomt. Dat vind ik een mooi voorbeeld van een manier waarop schaamte kan worden weggenomen.’

Eerder schreef ik al over de start van de campagne Niets extra’s? Niets om je voor te schamen in Aalsmeer.

Hoogleraar Gezondheidsbeleid Maria Jansen en de markante onderzoeker René Gabriels – ik had ooit les van hem – trokken eerder een beetje een vergelijkbare conclusie als Plantinga (filmpje).

Lezen ≠ Begrijpen

Vorige week verscheen het rapport Lezen ≠ Begrijpen. Het bundelt de meest recente onderzoeken naar schulden en laaggeletterdheid. Hieruit blijkt dat de helft van de mensen met financiële problemen grote moeite heeft met lezen. Zij belanden verder in de schulden door ingewikkelde communicatie van schuldeisers en schuldhulpverleners.

Het onderzoeksproject is uitgevoerd door Syncasso, Kredietbank Nederland, RuG en Stg. Lezen & Schrijven. Op lezenisnietbegrijpen.nl kun je de materialen van het project downloaden.  De resultaten worden besproken tijdens zes seminars.

Kijk ook eens op directduidelijk.nl. Over heldere overheidscommunicatie. Met handige tips, materialen en voorbeelden van andere gemeenten.

Geld en geweld

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is geld-en-geweld.jpg

Ik heb al een tijdje het boek Geld en Geweld op mijn leesplankje liggen, maar was er nog niet aan toegekomen er iets over te schrijven. RTLNieuws had daarvoor al wel tijd gevonden: Mishandelde vrouwen hebben vaak schulden: ‘Ik deed alles om hem te pleasen’ en Zorg+Welzijn ook: ‘Hulpverleners moeten over de schutting van hun eigen expertise kijken’.

Kwetsbare gezinnen en (jong)volwassenen die geweld in een afhankelijkheidsrelatie hebben meegemaakt, hebben vaak financiële problemen: chronische armoede, fikse schulden en te maken met een complex financieel systeem. Dit geeft financiële stress, zorgt voor spanningen en werkt averechts op herstel. Toch blijven deze problemen veelal onzichtbaar en hulpverleners weten zich hier vaak geen raad mee.

Geld en geweld schetst een beeld van cliënten in de geweldshulpverlening en hun complexe financiële problemen. Ook worden praktische handvatten beschreven die professionals kunnen gebruiken voor het signaleren, bespreekbaar maken, motiveren en ondersteunen van deze gezinnen en (jong)volwassenen.

Het boek is het resultaat van het project Geld en Geweld. Het richt zich op professionals in o.a. schuldhulpverlening, wijkteams, beleidsmedewerkers, bewindvoerders en schuldeisers. Er is ook een training Geld en Geweld.

Geen gezellig boek voor de Kerstdagen, maar toch maar even bestellen binnenkort!

34% van de mensen met ernstige betalingsproblemen krijgt geen hulp

Schrikbarend weinig mensen met ernstige betalingsproblemen krijgen hulp bij het oplossen ervan. De helft van de huishoudens met ernstige betalingsproblemen – ruim 360.000 – zegt dat ze niet weten waar ze terecht kunnen. Het overgrote deel van hen – 285.000 huishoudens – denkt dat de problemen niet zo ernstig zijn dat zij daar hulp bij nodig hebben.

Dat blijkt uit het rapport Financiële Problemen 2018 dat het Nibud vandaag  publiceert.

Schadeverzekering

Uit het onderzoek blijkt dat de problemen echt ernstig zijn als mensen de schadeverzekering niet meer betalen. Daarom adviseert het Nibud dat verzekeraars meer gaan samenwerken met organisaties die zich bezighouden met vroegsignalering en schuldhulpverlening.

Lees meer op Nibud.nl

SCP: minder Nederlanders leven in armoede

AiK 2018 - headerVorige week schreef ik dat (het risico op) armoede volgens het CBS is toegenomen. Vandaag meldt het SCP dat de armoede is afgenomen.

Het verschil zit ‘m in de definitie. Het CBS gebruikte de lage-inkomensgrens, het SCP het (betere) niet-veel-maar-toereikend criterium.

Stijging armoede vooral door (Syrische) vluchtelingen

Het aandeel huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens steeg vorig jaar van 7,9% naar 8,2%. Dit meldt het CBS. De stijging komt voor ruim een derde voor rekening van vooral Syrische vluchtelingen. Zij hebben een verblijfsvergunning ontvangen, maar zijn merendeels afhankelijk van een bijstandsuitkering.

Ook het aandeel huishoudens dat vier jaar of langer van een laag inkomen moest rondkomen nam toe, van 3,2% naar 3,3%. Verder zien we dat de kinderarmoede nog steeds licht daalt en dat gepensioneerden het laagste armoederisico hebben.

Huishoudens met een (langdurig) laag inkomen

‘De achterstandswijken zijn terug’

‘De achterstandswijken zijn terug. Woningcorporaties en gemeenten zien het, bewoners merken het. Elke dag. De tweedeling neemt toe, mensen met allerlei persoonlijke problemen blijven achter in wijken waar gezinnen vertrekken. Het cement van de wijk verdwijnt, meer kwetsbare huurders komen ervoor in de plaats.’ Dat zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder in reactie op een onderzoek dat Aedes liet uitvoeren. Daaruit blijkt dat de leefbaarheid verslechtert in buurten met veel sociale huurwoningen.

Eerder dit jaar concludeerden onderzoekers: De Rotterdamwet, waarbij bewoners met lage inkomens geweerd worden uit arme wijken, is geen succes.

Recent was er veel te doen over scheefwoners. Die blijken honkvast en maken niet de stap naar de vrije sector. En dat is gezien de diversiteit misschien helemaal niet zo verkeerd.

Huurders van sociale huurwoningen (maandhuur tot 710 euro) besteden meer dan 30% van hun inkomen aan woonlasten, zo blijkt uit de Lokale Monitor Wonen 2018. Het gemiddelde Nederlandse huishouden dat in armoede leeft, spendeert zelfs 48% van zijn inkomen aan wonen, zo blijkt uit Europees onderzoek. En dan lazen we eerder deze week ook nog eens dat de verzekeringspremies hoger liggen in achterstandswijken.

Budget voor onderzoek schuldhulpverlening

Schouders Eronder stelt budget beschikbaar voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe werkwijzen en instrumenten op drie thema’s binnen schuldhulpverlening:

  1. Leren van anderen (max. € 73.500)
  2. Het stabilisatietraject (max. € 200.000)
  3. Experimenten binnen de schuldhulpverlening (€ 73.500)

Binnen elk thema wordt één onderzoeksvoorstel gehonoreerd. Meld je interesse uiterlijk 5 november 2018.

Armoedevalberekenaar

ArmoedevalMet de nieuwe Armoedevalberekenaar van Stimulansz bereken je waar voor verschillende huishoudtypes de armoedeval ligt en welke invloed de gemeentelijke regelingen hebben. En je kunt er ook het financiële effect van een voorgenomen beleidskeuze mee doorrekenen.

Er zijn overeenkomsten met de Minima Effect Rapportage van het Nibud en de Inkomens Effect Rapportage van KWIZ.

De Rekenkamer Assen publiceerde deze week een onderzoek waaruit blijkt dat de armoedeval in sommige gevallen optreedt. Lees ook nog eens Bestaat de armoedeval?

Vanaf 2019 wordt 90% van de schulden geregeld met een saneringskrediet

Schuldregeling bestaat in twee vormen:

  1. Bij een schuldsanering verstrekt een kredietbank een saneringskrediet. De schuldeisers krijgen meteen het bedrag uitgekeerd waar ze mee akkoord zijn gegaan en de schuldenaar betaalt het krediet in 3 jaar terug aan de kredietbank. Het bedrag dat de schuldeisers ontvangen ligt hiermee dus vast.
  2. Bij een schuldbemiddeling worden maandelijks alle inkomsten boven het Vrije Te Laten Bedrag gereserveerd. Elk jaar krijgen de schuldeisers een bedrag uit de reservering uitgekeerd. De uiteindelijke omvang van de reservering, en daarmee de uitkering, kan fluctueren vanwege wijzigingen in dit inkomen. Het bedrag dat de schuldeisers uiteindelijk ontvangen, staat dus niet vast.

Schuldsanering is vaak beter dan schuldbemiddeling. Bij een schuldsanering is de schuldenaar in één keer van al zijn schuldeisers af en heeft hij nog maar één schuldeiser, de kredietbank. Dat neemt direct heel veel stress weg. En als de schuldenaar (meer) gaat werken, merkt hij dat direct in zijn portemonnee. Voor de schuldeiser is sanering prettig, omdat hij direct de boeken kan sluiten. Snelle duidelijkheid en eenmalige uitbetaling heeft voor menig schuldeiser de voorkeur boven 3 jaar wachten voor misschien een paar euro’s meer. Het bespaart de schuldhulpverlener en gemeente enorme administratieve lasten die gemoeid zijn met het verwerken van mutaties gedurende de 3-jarige aflosperiode. Schuldbemiddeling is alleen zinvol als er zicht is op een substantiële inkomensverbetering in de komende 3 jaar. In de praktijk blijkt die inkomensverbetering echter flink te worden overschat. Alle voor- en nadelen van saneren en bemiddelen staan in het rapport Saneren versus bemiddelen, dat ik schreef samen met Joke de Kock, hoofd schuldhulpverlening Tilburg.

Ondanks de voordelen van sanering wordt anno 2018 tweederde van de schulden geregeld met een schuldbemiddeling. Waarom? Veel gemeenten die wij spraken, weten het eigenlijk ook niet goed: ‘we hebben het altijd zo gedaan’ en zelfs ‘we wisten niet dat er een alternatief was’. Ook wordt er vaak onterecht verondersteld dat schuldeisers liever voor bemiddeling kiezen. Sommige gemeenten geven aan dat er geen kredietfaciliteit is. Dit blijkt ook uit onderzoek dat NVVK en SUNN lieten uitvoeren.

Daarom: Vanaf 2019 wordt 90% van de schulden geregeld met een saneringskrediet. Dat is geen nieuwe wet- en regelgeving, maar een ambitie en oproep van ons namens tal van geraadpleegde deskundigen, gemeenten en schuldeisers. Het zal de schuldhulpverlening in Nederland veel effectiever en efficiënter maken. Waarom 90%? Omdat bij 90% van de schuldenaren de inkomensverbetering zo klein is dat het niet opweegt tegen de nadelen. Waarom in 2019 al? Omdat het gemakkelijk te regelen is: gewoon doen! Een college- of raadsbesluit is niet nodig. Heeft je gemeente geen kredietfaciliteit, bel dan even een nabij gelegen kredietbank. Zij doen je waarschijnlijk graag een aanbod. En tot slot, het risico voor de gemeente is verwaarloosbaar: de ervaring leert dat 95% van het saneringskrediet netjes wordt terugbetaald. Het risico is in veel gevallen dus een paar tientjes! Zet dat maar eens af tegen de veel lagere uitvoeringskosten en de hogere effectiviteit van schuldhulpverlening!

En echt tot slot. We bedanken Adessium, Fonds1818, RDO en Van Bylandstichting voor het mogelijk maken van het onderzoek. Mochten de gemeenten en kredietbanken in Nederland onverhoopt onvoldoende borgstelling of kredietfaciliteit bieden, dan zullen we opnieuw kijken of er een schuldenborgfonds met publieke en private middelen moet worden opgericht. En ook dank aan de abonnees van mijn nieuwsbrief die de enquête invulden.

Is adviesrecht de oplossing?

Deze week was ik bij het kantongerecht en bij een bijeenkomst met bewindvoerders in de Leidse regio. Kort daarvoor beluisterde ik de reportage ‘Onder bewind‘ op radio 1. Aanvankelijk wilden we in de Leidse regio net als in Tilburg adviesgesprekken gaan voeren voorafgaand aan de aanvraag schuldenbewind. Maar nu twijfelen we toch. Wordt het niet veel te bureaucratisch? En gaat dit wel de gewenste besparing opleveren voor gemeenten?

Van de 101 inwoners waarmee Tilburg samen met bewindvoerders een gesprek voerde, kregen 77 inwoners de indicatie bewindvoering. De overige 24 personen konden op een andere manier worden geholpen. Maar dat kost ook geld; dus het is maar de vraag of dit voor de gemeente een besparing oplevert. Joke de Kock, hoofd schuldhulp, verwacht dat je pas op termijn kunt beoordelen of de kosten voor schuldenbewind dalen. De Kock en Roeland van Geuns, lector aan de HvA, vinden dat het wetsvoorstel te vroeg komt.

Van Geuns: ‘Als je bedenkt dat 2,5 tot 4 miljoen mensen beperkte basisvaardigheden hebben zoals digitale-, lees- en rekenvaardigheden, of een beperkt verstandelijk vermogen, dan valt het aantal bewinden (244.000) eigenlijk wel mee. En als je het plaatst in het licht van preventie, en beseft hoeveel kosten je bespaart, dan is de rekening die gemeenten betalen, misschien helemaal niet zo groot.’

Vóór de pilot in Tilburg deed de rechtbank aanvragen in vrijwel alle gevallen schriftelijk af. Snel en efficiënt, maar zonder goed gesprek. Het positieve van de pilot in Tilburg is volgens kantonrechter Rouwen dat er nu wel gesprekken plaatsvinden. Er kan zo een veel duidelijkere opdracht worden gegeven aan de bewindvoerder. Rouwen geeft hiermee invulling aan de ‘schuldenrechter’ die in het regeerakkoord en het Actieplan Brede Schuldenaanpak werd geïntroduceerd.

We moeten de gesprekken in de Leidse regio nog even laten bezinken, maar hebben al wel geconcludeerd dat we veel intensiever willen samenwerken met bewindvoerders. Bijvoorbeeld op basis van een intentieverklaring zoals in Zaanstad. Dat is in het belang van beide partijen, zo concludeerden we tijdens de overigens zeer positieve en constructieve bijeenkomst. In de uitvoering krijg je een goed beeld van de bewindvoerders waarmee het prettig samenwerken is. De bewindvoerders die niet (willen) samenwerken, hopen we in beeld te krijgen via de klanten die bijzondere bijstand aanvragen. De rechtbank houdt zich aanbevolen voor signalen dat bewindvoerders er een potje van maken, zo zeiden ze. Wellicht ontstaat er op termijn een lijst met bewindvoerders waarvan de rechtbank weet dat zij afstemmen met de gemeente. En dat er dan dus geen gebruik hoeft te worden gemaakt van het adviesrecht. Áls dat adviesrecht er al komt. Want ik hoor verschillende betrokkenen twijfelen of het adviesrecht de oplossing is.

Het voordeel van het adviesrecht is wellicht dat de rechtbank straks aanvragen kan voorleggen aan de gemeente wanneer zij twijfelt over de bewindvoerder. En dat gemeente en rechtbank gemakkelijker gegevens kunnen uitwisselen. Nu stuit dat nog op privacybezwaren. Maar dat kan je misschien op een andere manier oplossen dan met adviesrecht.

Er waren 65 reacties op de internetconsultatie.

44% gepensioneerde zzp’ers komt moeilijk rond

Dat blijkt uit onderzoek van het Nibud. Het Nibud pleit voor een verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, ook voor zzp’ers.

Nou heb ik zelf vorig jaar mijn pensioenpotje in een huis gestoken, in de veronderstelling dat dat meer oplevert dan wanneer ik het op de bank zet. Maar ik lees in het rapport dat als ik straks oud ben, ik niet zo gemakkelijk meer verhuis en dat het niet eenvoudig is de overwaarde te verzilveren 🙁

Gisteren bleek uit onderzoek van SCP ook al dat veel zzp’ers moeite hebben om rond te komen, laat staan om wat opzij te zetten voor later.

Gerelateerde afbeelding

Gemeenten besteden weinig aandacht aan werkende armen

Vandaag verscheen de SCP-studie Als werk weinig opbrengt.

Het aandeel werkende armen stijgt sinds 1990. De toename in de periode 2001-2014 is vermoedelijk vooral ontstaan door achterblijvende lonen, dalende winsten en toenemende werkloosheid. Werkende zzp’ers, alleenstaanden en mensen met een migratie-achtergrond behoren vaak tot de armen. Werknemers zijn vooral arm door weinig gewerkte uren, zelfstandigen door een laag uurinkomen.

Het SCP concludeert  ook dat gemeenten in hun beleid weinig specifieke aandacht besteden aan werkende armen en niet goed weten hoe ze deze groep moeten bereiken. Er worden een paar suggesties gedaan:

  • Bereik werkenden via gemeentebladen, huis-aan-huisbladen en regionale nieuwszenders, sociale media, gemeentelijke website en ‘vindplaatsen’ als de Kamer van Koophandel, de (grotere) werkgevers, uitzendbureaus, huisarts, de school van hun kinderen, sociaal raadslieden en woningcorporaties.
  • Compenseer voor werkenden met een gedeeltelijke bijstandsuitkering de extra kosten van kinderopvang of woon-werkverkeer en laat een deel van de arbeidsinkomsten vrij.
  • Hanteer een verkorte aanvraagprocedure bij een eventuele terugval in de uitkering.

Kijk voor meer suggesties op dit blog in de rubriek Werkenden & Zelfstandigen. Vroegsignalering is in ieder geval een hele goede methode. En lees ook Bestrijding van armoede onder zelfstandigen (uit 2010, maar met nog bruikbare tips) en het hoofdstuk 4 van de publicatie Gemeentelijk Armoedebeleid (ook gedateerd, maar nog bruikbaar).

Als werkenden niet gebruikmaken van minimaregelingen is er een armoedeval en ontstaat het beeld dat je beter af bent met een uitkering. Lees bijvoorbeeld vandaag in de Telegraaf: Kennissen die niet werken zitten ruimer dan ik.

Cijfers benchmark armoede en schulden

De belangrijkste cijfers uit de Divosa Benchmark Armoede & Schulden:

Ik zie dat iets meer dan de helft van de mensen die schuldhulpverlening aanvraagt, die hulp ook daadwerkelijk krijgt. Weinig, lijkt me zo op het eerste gezicht. Maar volgens mij is het zo, dat in de meeste gemeenten burgers feitelijk een ‘schuldregeling’ aanvragen (een ‘aanvraag‘ als bedoeld in de Awb). De andere helft krijgt informatie, advies, budgetbeheer of (verwijzing naar) andere hulp. Hoop ik.

Roermondse schuldhulpverleningsklanten geven dienstverlening een 8,2

Afgelopen voorjaar hebben 177 klanten van het Loket Schuldhulp van de gemeente Roermond deelgenomen aan een Klantbelevingsonderzoek. In aanvulling hierop hebben 20 klanten meegewerkt aan een verdiepend telefonisch interview. Over het algemeen zijn respondenten erg tevreden over de ondersteuning. De schuldhulpverleners verlagen stress en creëren daarmee ruimte voor overzicht.

Roermond zette in de beleidsplannen armoedebeleid en schuldhulpverlening 2017 e.v. stevig in op preventie.

Nieuwe Leidraad Vroegsignalering Schulden

Vandaag presenteren Marielle Fleuren, Jacomijn Kuiper en de NVVK de nieuwe Leidraad Vroegsignalering Schulden. Daarin lees je alles wat je moeten weten als je aan de slag gaat met vroegsignalering.

Staatssecretaris Tamara van Ark van SZW onderstreept in het voorwoord het belang van vroegsignalering.

De NVVK heeft op de website een speciale pagina Vroegsignalering ingericht. Hier staan alle rapporten die genoemd worden in de Leidraad. Daarnaast zal de NVVK binnenkort een openbare community Vroegsignalering lanceren waar alle betrokken partijen ervaringen met elkaar kunnen delen.

Inspiratie- en werkboek Armoede, schulden & gezondheid

Armoede en schulden kunnen een serieuze aanslag op de gezondheid betekenen. Ook omgekeerd is er een verband, want een slechte gezondheid kan leiden tot een lager inkomen, en bijvoorbeeld ook leiden tot veel kosten voor medicijnen en zorg. Het Inspiratie- en werkboek Armoede, schulden & gezondheid van Platform31 beschrijft zes voorbeelden van integrale ondersteuning op het gebied van financiën en gezondheid:

  1. Financiën op Koers (Kampen). Eén duidelijk loket voor financiële vragen.
  2. Een gezonde toekomst dichterbij (Hengelo). De aanpak is gebaseerd op de positieve psychologie en zet in op de ontwikkeling van persoonlijke capaciteiten en een duurzaam gevoel van welbevinden. Tijdens een pilot in vier buurten zijn vijftig gezinnen benaderd. Deelnemers werkten met ondersteuners gericht aan de eigen regie, het versterken van competenties en hun verbondenheid met de samenleving.
  3. De Vaart Erin (Assen). In het project worden mensen met huurachterstanden begeleid bij hun financiële problemen.
  4. De Geweldige wijk (Meppel). Het programma bestaat uit drie fasen:
    Geweldig Bedankt: verminderen van stress door armoede, door kleine zorgen en problemen te verlichten. Met een app kunnen gezinnen hulp vragen in de wijk bij dagelijkse kleine problemen.
    Geweldig Gevoel: versterken van rust en veerkracht.
    Geweldig Bezig: gemotiveerd werken aan de eigen gezondheid.
    In het project gaan kansarme gezinnen zelf met de interventies aan de slag. Ze krijgen daarbij ondersteuning van hun directe leefomgeving en begeleiding van professionals. Bekijk de animatie op de website van de Geweldige Wijk.
  5. SameNoord – de formulierenbrigade (Wijchen). Vrijwilligers helpen wijkinwoners bij het aanvragen van toeslagen en minimaregelingen en het op orde brengen van hun financiële administratie.

Verder zijn er hoofdstukken over ‘vroegopsporing’ en preventie, samenwerking, werken met vrijwilligers en ervaringsdeskundigen en monitoren en evalueren.

Kijk op dit blog ook in de rubriek Gezondheid.

Naschrift d.d. 30 augustus 2018: In vervolg op het Inspiratieboek is nu ook een Gesprekstool beschikbaar waarmee je de gecombineerde beleidsaanpak kunt realiseren. En bezoek op 7 november de Landelijke Studiedag Gezond in…

NRC dossier armoede

Misschien had je het al gezien: de NRC lanceerde in juni het Dossier Armoede. Met video’s en artikelen waaronder Zo proberen gemeenten armoede tegen te gaan.

Zwerfjongeren en schulden

Staatssecretaris Van Ark van SZW heeft mede namens de collega’s van VWS en OCW het onderzoeksrapport Zwerfjongeren en schulden naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het aantal dakloze jongeren (18-27 jaar) is sinds een aantal jaar stijgende. Op 1 januari 2016 ging het om 10.700 jongeren. Het grootste deel heeft complexe, meervoudige problematiek. Veel zwerfjongeren zijn bijvoorbeeld in contact geweest met jeugdzorg en hebben agressieproblemen. Ze zijn bezig met overleven. Bijna 25% is zwakbegaafd of heeft een verstandelijke beperking. Veel zwerfjongeren die al in zicht zijn bij een vorm van hulpverlening zitten in budgetbeheer of bewindvoering.

Oplossingsrichtingen
De onderzoekers geven de volgende oplossingsrichtingen:

  • De invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet zal ertoe leiden dat geen onderscheid meer wordt gemaakt naar leeftijd en de jongeren maandelijks dus een hoger bedrag overhouden.
  • Gebruik eenvoudig en begrijpelijk taalgebruik en motiverende gespreksvoering.
  • Geef uitleg aan schuldeiser over de situatie van de jongere en licht toe wat voor de schuldeiser de voordelen zijn als hij meewerkt aan het schuldhulpverleningstraject.
  • Zorg dat professionals deskundig zijn, bijvoorbeeld als het gaat om schuldhulp aan iemand met studiefinanciering of het begeleiden van mensen met een licht verstandelijke beperking of psychische problematiek.
  • Andere  oplossingen liggen in het goed begeleiden van de overgang van 18- naar 18+ door gemeenten, maar ook in het bieden van stress-sensitieve hulp- en dienstverlening aan deze jongeren.
  • Schuldeisers moeten bijdragen aan het voorkomen en oplossen van betalingsachterstanden bij hun klanten. In het onderwijs moet meer aandacht zijn voor het aanleren van financiële vaardigheden.
  • Voor jongeren van 18 tot 21 jaar geldt een lagere bijstandsnorm omdat ouders verplicht zijn hun kinderen tot 21 jaar te onderhouden. Daarnaast kun je als jongere recht hebben op bijzondere bijstand als je je onderhoudsrecht jegens je ouders niet te gelde kunt maken. Zwerfjongeren kunnen vaak geen beroep doen op hun ouders, bijvoorbeeld doordat hun relatie met ouders is verstoord, dus is aanvullende bijzondere bijstand voor deze groep waarschijnlijk regelmatig nodig. In hoeverre gemeenten op basis van hun beleidsregels zwerfjongeren deze mogelijkheid van bijzondere bijstand überhaupt bieden, is niet bekend.
  • Maar liefst 50% van de schuldhulpverleners geeft in de enquête aan dat zij te weinig tijd krijgen om hulp goed op te zetten, omdat de werkdruk te hoog is. Het verlagen van caseload, waardoor schuldhulpverleners onder andere meer tijd kunnen besteden aan moeilijkere doelgroepen, waaronder zwerfjongeren, is wenselijk.
  • Tot slot worden veranderingen in het onderwijs zelf genoemd, waardoor deze jongeren onderwijs op maat kunnen volgen.

Van Ark schrijft in haar aanbiedingsbrief dat deze doelgroep de nadrukkelijke aandacht heeft van het kabinet, onder andere in de Brede schuldenaanpak, het Actieprogramma Zorg voor de jeugd en de Meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang. In de bijlage van haar brief staat een overzicht van lopende en voorgenomen maatregelen van de betrokken departementen.

Van kostenpost naar investering
Eerder dit voorjaar verscheen het rapport Van kostenpost naar investering. Jaarlijks verlaten 20.000 jongeren op hun 18e jeugdzorg. Het probleem is dat er geen goede overgang is naar volwassenzorg. De kosten zijn hoog: tussen de 36.000 en 100.000 euro per jaar per jongere. Het onderzoek laat zien wat een duurzame, preventieve aanpak van dakloosheid van jongeren oplevert. En dat is, zo zal je niet verbazen, veel!

(klik om te vergroten)

Klik om te vergroten

Meer aanvragen gemeentelijke schuldhulpverlening, minder instroom Wsnp

Het Jaarverslag 2017 van de NVVK is uit. Het aantal aanmeldingen voor schuldhulp is in 2017 toegenomen, zo blijkt. Eén exacte oorzaak voor de toename is moeilijk is vast te stellen. Wel vermoedt de NVVK dat mensen minder schroom hebben bij het vragen om hulp. Toegenomen media-aandacht, waaronder de documentaireserie Schuldig, zou de problematiek uit de taboesfeer hebben gehaald.

Het gemiddeld aantal schuldeisers is afgenomen, maar de gemiddelde schuld is toegenomen. Bekijk alle cijfers en lees het persbericht van de NVVK.

Aanmeldingen schuldhulpverlening bij NVVK-leden 2007-2017

Bij de Wsnp zien we nog wel steeds een dalende trend qua instroom (bron: Bureau Wsnp):

Instroom Wsnp 2009 – 2017

 

 

Zorgverzekering: collectief of op maat?

Zilveren Kruis besloot vorig jaar in een aantal gemeenten te stoppen met de collectieve zorgverzekering voor minima. Voor gemeenten kwam dit besluit onverwacht, wat vragen opriep over de toekomstbestendigheid van het instrument. De VNG liet daarom onderzoek doen naar de betekenis ervan voor zowel gemeenten als zorgverzekeraars.

Zowel gemeenten als zorgverzekeraars hechten veel waarde aan de minimapolis, is de belangrijkste conclusie van het onderzoek. Maar ze zien ook kansen. De polis is er nu vooral erop gericht om mensen met een kleine beurs een goede verzekering te bieden, met korting op de premie. Maar de minimapolis zou ook een rol kunnen krijgen in schuldpreventie en gezondheidsbevordering.

Zorgverzekering op maat in Emmen
Desalniettemin gooit Emmen het met de Zorgverzekering op maat over een andere boeg. Poliswijzer.nl/emmen helpt Emmenaren bij het kiezen van een verzekering die aansluit bij hun persoonlijke zorgbehoefte. Een succesfactor in de aanpak is daarnaast de één-op-éénbegeleiding bij het invullen van de vergelijkingssite. Ongeveer de helft van de mensen beëindigde hun collectieve zorgverzekering of wijzigde hun polis. Het leverde een gemiddelde jaarlijkse besparing op van € 410 per persoon.

Een interessante conclusie vind ik zelf, is dat collectief verzekerden niet meer zorg nodig hadden dan de reguliere verzekerden. Collectief verzekerden zijn bij veel minimapolissen waarschijnlijk dus oververzekerd.

Zorgverzekeringsschulden
Oproep aan gemeenten: vul de enquête in over de aanpak van zorgverzekeringsschulden in jouw gemeente. Zorgverzekeringslijn en Pieter Hilhorst doen op dit moment onderzoek daarnaar. Als je meedoet, krijg je in juni een rapportage van de resultaten.

Financiële problemen bij vluchtelingen

Hieronder een artikel door Silvia Bunt, met wie ik af en toe samenwerk.

Risico op financiële problemen bij vluchtelingen te groot

In een onderzoek dat ik heb uitgevoerd in Zaanstad naar maatwerk door de wijkteams, ben ik in contact gekomen met een vluchteling wiens schulden waren begonnen doordat hij zijn ziektekostenverzekering niet goed had geregeld en zijn vrouw wegens complicaties tijdens haar zwangerschap acuut naar het ziekenhuis moest. Dit had een forse ziekenhuisrekening tot gevolg die ze niet konden betalen. Sindsdien ben ik mij bewust van het hoge risico dat vluchtelingen lopen op schulden, als zij niet voldoende worden toegerust op het ingewikkelde financiële systeem in Nederland en op het omgaan met inkomsten en uitgaven. Met dit artikel hoop ik meer aandacht te genereren voor dit probleem, inzage te geven in de oorzaken en gemeenten tot actie aan te zetten.

Start van bestaan met leningen

Vluchtelingen starten hun bestaan in Nederland vaak met leningen. Om hun huis in te richten, ontvangen ze een budget voor inrichtingskosten van de gemeente. Matrassen, beddengoed, koelkast, tafel en stoelen: alles moet worden aangeschaft. Dit budget betreft in de meeste gemeenten een lening die moet worden terugbetaald. Daar komen nog kosten voor het inburgeringstraject en soms ook gezinshereniging bovenop. De lening voor het inburgeringstraject hoeft weliswaar niet te worden terugbetaald als de vluchteling op tijd zijn diploma haalt of ontheffing/vrijstelling heeft. In de andere gevallen moet deze lening echter wél worden terugbetaald, maar dat is lang niet altijd helder voor vluchtelingen.

Risico op financiële problemen is groot

De exacte omvang van financiële problemen onder vluchtelingen is nog nooit onderzocht. Maar, ter illustratie: Ruim de helft van de 345 statushouders die in 2015 in Breda werd gehuisvest heeft financiële problemen. Dat blijkt uit een analyse van de gemeente Breda in 2017. De statushouders kampen met betaalachterstanden en begrijpen vaak niet goed hoe het financiële systeem in Nederland werkt.

Oorzaken financiële problemen

Uit een recente publicatie van het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) komt een aantal specifieke redenen naar voren waardoor vluchtelingen snel in de financiële problemen komen en schulden kunnen krijgen.

Bij vestiging in de gemeente, kan de aanvraag van documenten en toeslagen vertraagd worden waardoor schulden kunnen ontstaan. Een voorbeeld hiervan is dat er verwarring kan ontstaan bij namen van Eritreeërs, die verschillend geschreven staan op de verblijfsvergunning en de bankpas, waardoor de Belastingdienst toeslagen niet toekent en er eerst een nieuwe bankpas met overeenstemmende naam moet worden aangevraagd.

Ook kunnen schulden ontstaan doordat vluchtelingen hun uitkering niet altijd direct ontvangen. Huur- en zorgtoeslag worden gemiddeld na vijf weken uitgekeerd. Bovendien worden kindgebonden toeslagen soms te laat gestort. Tot slot komt het voor dat het maximum bedrag van de huurtoeslag eigenlijk niet toereikend is. Bijvoorbeeld omdat de goedkopere sociale huurwoningen niet meer beschikbaar zijn, waardoor het verschil tussen de verkregen huurtoeslag en huurprijs relatief groot is.

Het is moeilijk voor vluchtelingen om hun inkomsten en uitgaven overzichtelijk te krijgen. Het feit dat je bijvoorbeeld een zorgverzekering betaalt, maar nog wel een eigen risico voor zorgkosten moet betalen (€385 in 2017) kan verwarrend zijn. Ook zijn vluchtelingen soms niet voorbereid op bepaalde facturen, zoals de eindnota van gas, water en licht. Mensen weten zelf vaak niet hoeveel geld ze per maand te besteden hebben en welke rekeningen er nog gaan komen. Dit heeft tot gevolg dat veel statushouders het geld dat ze van de gemeente ontvangen, direct weer uitgeven, zo gaven enkele gemeenten aan die door KIS zijn geïnterviewd.

Bij het ontstaan van financiële problemen, speelt taal natuurlijk een rol. Hoewel vluchtelingen al in het asielzoekerscentrum beginnen met taallessen, is hun niveau van de Nederlandse taal in het begin vaak niet voldoende om bijvoorbeeld belastingaangifte te doen.  Veel formulieren zijn bovendien alleen in het Nederlands verkrijgbaar. Een aantal vluchtelingen die naar Nederland komen, is analfabeet, waardoor het voor hen überhaupt lastig is om schriftelijk informatie te lezen en financiële zaken te regelen.

Vluchtelingen die zich als statushouder in een gemeente vestigen lopen kortom een hoog risico op het ontstaan van schulden. Dit komt door het lastige financiële systeem in Nederland , de grote hoeveelheid regelingen en instanties waar zij opeens mee te maken krijgen, hun (zeker in het begin) beperkte kennis van de Nederlandse taal, hun lage inkomen en de leningen waarmee zij starten.

Oplossingen

Mijn conclusie is dat statushouders, vooral de eerste tijd na huisvesting, serieuze en professionele begeleiding nodig hebben om hun financiële huishouding goed op orde te krijgen. Hiermee kunnen schulden worden voorkomen. Een serieuze investering vanuit gemeenten op dit punt, zal wel eens kosteneffectief kunnen blijken te zijn. Een driejarig traject schuldhulpverlening (minnelijk) kost immers naar schatting zo’n €4.500 (gebaseerd op de Effectencalculator).

In de publicatie van KIS staan twee voorbeelden genoemd van dergelijke ondersteuning. Als eerste het project Euro-Wijzer. In dit project helpt VluchtelingenWerk Nederland vluchtelingen om financieel zelfredzaam te worden en (verdere) schulden te voorkomen. Het project maakt gebruik van groepsgewijze trainingen en vrijwillige budgetcoaches. Hiervoor ontwikkelde het Nibud speciaal materiaal dat aansluit bij de belevingswereld en context van vluchtelingen. In de training werken mensen aan concrete doelen zoals een ordelijke thuisadministratie, omgaan met digitaal betaalverkeer, vooruit plannen in het uitgavenpatroon en aanvragen van bestaande voorzieningen. Daarnaast konden vluchtelingen terecht op regionale spreekuren. Het project zal in 2018 in verschillende gemeenten verder uitgerold worden.

Verder ontwikkelde Kredietbank Nederland een startpakket voor vluchtelingen dat op dit moment in uitvoering is in de gemeenten Tytsjerksteradiel en Leeuwarden. In Tytsjerksteradiel  krijgt de statushouder hierdoor binnen één week een woninginrichtingskrediet zodat deze binnen de gestelde termijn van twee weken kan verhuizen. Daarnaast  wordt ervoor gezorgd dat de uitkering wordt aangevraagd, dat alle statushouders over een DigiD code beschikken en dat de toeslagen juist worden aangevraagd. Vervolgens worden “tijdelijk” de huur, gas, elektra, water en de ziektekostenverzekering betaald. Er zijn zeer korte lijnen met Vluchtelingenwerk en de statushouders krijgen hulp bij het bijhouden van hun financiële administratie. De ervaringen in Tytsjerksteradiel zijn positief. Sinds dit project is gestart zijn er in de gemeente twee statushouders in de financiële problemen gekomen, terwijl er bijna 100 zijn gehuisvest.

———

Lees op dit blog ook artikelen met #migranten  of #vluchtelingen

2 op 5 Nederlanders worstelt met thuisadministratie

Minstens 40% van de Nederlanders heeft moeite om het overzicht over hun financiële administratie te bewaren. Zij hebben vaker betalingsachterstanden en staan vaker rood dan mensen die hun administratie volledig op orde hebben. Dit blijkt uit het Nibud-rapport Financiële administratie in een digitaal tijdperk. Lees het persbericht.

Tsjonge, werk aan de winkel dus voor o.a. vrijwilligers en professionals die mensen helpen bij het op orde brengen van de thuisadministratie. Sinds 1 april zet ik me ook hiervoor in, als bestuurslid van het Landelijk Stimuleringsnetwerk Thuisadministratie (samen met o.a. Gerjoke Wilmink van het Nibud, trouwens).

Infographic Financiële administratie

Gisteren besteedde de NOS aandacht aan dit onderwerp: ‘We komen mensen tegen met vuilniszakken vol administratie

Op een houtje bijten in de Wsnp

In zijn boek ‘Bijten op een houtje’ beschrijft Co Eppink zijn ervaringen met het Wsnp-traject dat hij liep van 2013-2016. Bekijk de trailer:

Bekijk ook nog eens de filmdocumentaire Vergeef mij mijn schulden (sept. 2017).

Bevoorschotting bijstand niet altijd correct

Gemeenten hebben maximaal 8 weken de tijd om een aanvraag voor een bijstandsuitkering te beoordelen. Om die periode financieel te overbruggen, hebben bijstandsaanvragers recht op een voorschot op hun uitkering. Uit onderzoek van Regioplan voor de rekenkamercommissie van Enschede blijkt, dat dit niet altijd goed verloopt. En dat geldt niet alleen voor Enschede!

Zo blijkt bijvoorbeeld dat voorschotten niet altijd ambtshalve (zonder aanvraag) worden verstrekt, en dat klanten zelf om een voorschot moeten verzoeken. Verder zijn de voorschotten niet altijd van de juiste hoogte, en worden ze niet altijd binnen de wettelijke termijn vier weken verstrekt. Eén van de aanbevelingen van de onderzoekers: leg je beleid vast in een openbaar beleidsdocument. De wetstekst en MvT bieden namelijk ruimte voor interpretatie.

De regelgeving voor voorschotten vind je in art. 52 Participatiewet. Check even of jouw gemeente het goed doet.

Lees het rapport en het artikel in Sociaal Bestek.

Te weinig aandacht voor financiële problemen nieuwkomers

Gemeenten houden zich druk bezig met de integratie van statushouders. De nadruk ligt daarbij sterk op werk, en minder op financiële en sociale zelfredzaamheid. Volgens onderzoek van Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) en partners is het systeem van zorgtoeslagen, naheffingen, eigen risico en afrekeningen zo complex dat de nieuwkomers, die vaak de taal nog onvoldoende beheersen, snel schulden maken.

Het onderzoek richtte zich op drie gemeenten: Peel en Maas, Lelystad en Pijnacker-Nootdorp. Daaruit blijkt, dat nieuwkomers toeslagen meteen uitgeven en eerder geld besteden aan luxeproducten, zoals een grote tv of een elektrische fiets. EU-arbeidsmigranten komen vaak naar Nederland om geld te sparen. Zij krijgen vooral te maken met uitbuiting.

Tips voor gemeenten (§4.3):

  1. Zet in op interne communicatie en kennisdeling
  2. Neem meer tijd en leg de nadruk op preventie
  3. Ontwikkel actief beleid gericht op nieuwkomers
  4. Investeer in de dialoog met migrantenorganisaties
  5. Gebruik sociale media
  6. Lever maatwerk
  7. Zorg voor hulp bij traumaverwerking

Eerder al presenteerde KIS 12 voorbeelden van initiatieven rond schuldpreventie voor migrantengroepen. Lees ook het Casusboekje vluchtelingen in Nederland van Stimulansz.

Inspectie SZW: schuldhulpverlening niet overal breed toegankelijk

Net als de Ombudsman onderzocht de Inspectie SZW de toegang tot de schuldhulpverlening. Bij de Ombudsman is het glas halfleeg. Bij de Inspectie SZW is ‘ie halfvol.

De Inspectie concludeert: “dat er over het algemeen sprake is van een brede toegang tot schuldhulpverlening. Bijna alle gemeenten (93%) gaan bij een verzoek tot schuldhulpverlening over tot een individuele afweging van de situatie van de hulpvrager voordat een gemeente een besluit neemt een aanvraag toe te kennen dan wel af te wijzen. Ook is er geen sprake van wijdverbreide categoriale uitsluiting van bepaalde doelgroepen. Wel zien we dat nog vrij veel gemeenten de toegang beperken voor zelfstandigen (41%), mensen met fraudeschulden (20%) en mensen die al eerder gebruik hebben gemaakt van een vorm van schuldhulpverlening (21%). Zelfstandigen met financiële problemen worden doorverwezen naar een gemeentelijke regeling die voor deze doelgroep in het leven is geroepen (de Bbz, Besluit bijstandverlening zelfstandigen). Voor de andere groepen waarbij een weigeringsgrond van toepassing is, vindt er in toenemende mate een brede individuele afweging plaats voordat een gemeente een besluit neemt.”

“Dit neemt niet weg dat we enkele kwetsbaarheden in het proces signaleren. Onder meer de kennis die bij de meldpunten aanwezig is om burgers goed door te geleiden naar schuldhulpverlening is bij een derde van de gemeenten een punt van aandacht. Daarnaast krijgt gemiddeld 20% van de mensen met problematische schulden geen schuldhulpverlening. Meestal omdat de gemeente ervoor kiest om de hulpverlening eerst op andere problemen te richten, bijvoorbeeld in geval van een verslaving. Bij een derde van de gemeenten wordt echter niet bewaakt dat de schuldhulpverlening gestart kan worden op het moment dat de situatie is gestabiliseerd. Dat behoeft ook enige aandacht.”

En verder: “Gemeenten geven niet bij alle vormen van schuldhulpverlening een beschikking af. Nagenoeg alle gemeenten geven een beschikking af voor een schuldregeling, en ongeveer twee derde voor budgetbeheer en duurzame financiële dienstverlening. Vormen waarvoor geen beschikking wordt afgegeven zijn doorgaans een adviesgesprek en ondersteuning door een externe partij. Zes procent van de gemeenten geeft voor geen enkele vorm van schuldhulpverlening een beschikking af. De reden dat gemeenten geen beschikking afgeven is omdat zij menen dat dat niet nodig is, omdat de Wgs in hun ogen niet van toepassing is of omdat niet zij, maar een derde partij (zoals de Kredietbank), een ‘relatie’ aangaat met de hulpvrager.”

Is een Schuldenborgfonds het antwoord op problematische schulden?

Afbeeldingsresultaat voor borgpenSchuldhulpverleners kunnen op twee manieren een minnelijke schuldregeling treffen voor mensen met problematische schulden: via schuldbemiddeling of schuldsanering. Beide vormen hebben hun eigen kenmerken en voor- en nadelen. Hoewel uit de praktijk blijkt dat saneringen vaker met succes worden afgerond, wordt in Nederland toch bijna twee keer zo vaak gekozen voor bemiddeling.

SUNN en de NVVK onderzoeken nu of dit komt omdat driekwart van de gemeenten geen kredietfaciliteit heeft of wellicht het risico niet durft te nemen dat de schuldenaar het krediet niet terugbetaalt. Tegelijkertijd wordt onderzocht of een landelijk of regionaal Schuldenborgfonds, dat garant staat voor saneringskredieten, dit probleem kan wegnemen en meer mensen met schulden beter geholpen kunnen worden.

Op basis van de resultaten zullen SUNN en de NVVK besluiten om al dan niet over te gaan tot pilot(s) met een Schuldenborgfonds en eventuele uitrol van een dergelijk fonds in heel Nederland. Verwacht wordt dat dit besluit in de zomer van 2018 kan worden genomen.

Hoe werkt schuldsanering?
Bij een minnelijke schuldregeling in de vorm van een saneringskrediet wordt door de kredietbank een krediet verstrekt waarmee (een deel van) de vordering van schuldeisers wordt voldaan. De schuldeisers verlenen op basis hiervan finale kwijting. De schuldenaar houdt in feite nog maar één schuldeiser over: de kredietverlener. Dit heeft voordelen voor de schuldenaar. Het neemt direct veel stress weg. De schuldenaar kan bovendien een aanvullende zorgverzekering afsluiten en als hij werk aanvaardt, merkt hij dat direct in zijn portemonnee. Voor de schuldeiser is sanering prettig, omdat hij niet meer minstens drie jaar de boeken open hoeft te houden. Het bespaart de schuldhulpverlener administratieve lasten die gemoeid zijn met het verwerken van wijzigingen in de situatie van schuldeisers en schuldenaren gedurende de driejarige aflosperiode. Nadeel van sanering is dat de schuldeiser niet profiteert wanneer de schuldenaar een hoger inkomen weet te vergaren tijdens de aflosperiode.

Belemmeringen wegnemen met een Schuldenborgfonds
Het ontbreken van een kredietfaciliteit of de vrees van gemeenten dat schuldenaren het krediet niet terugbetalen, vormen mogelijk belemmeringen voor het inzetten van saneringen. In naar schatting driekwart van de gemeenten kunnen schuldhulpverleners geen beroep doen op krediet of borgstelling, waardoor schuldsanering vaak niet mogelijk is. De oprichting van een landelijk of regionaal Schuldenborgfonds kan dat probleem wellicht wegnemen, omdat zo’n fonds borg kan staan voor saneringskredieten die gemeenten afsluiten. Het onderzoek van SUNN en de NVVK richt zich juist op deze vraag: is een Schuldenborgfonds van toegevoegde waarde op het bestaande instrumentarium en kunnen we daarmee mensen in problematische schulden inderdaad beter helpen? Tevens wordt onderzocht of een sociaal leenfonds, complementair aan een Schuldenborgfonds, een oplossing biedt voor niet-problematische schulden.

Onderzoek
Het onderzoek is in opdracht van de NVVK en SUNN gestart in februari 2018 en wordt uitgevoerd door Yvonne van der Vlugt in samenwerking met Kwink Groep en mede-initiatiefnemers Joke de Kock (schuldhulpverlening Tilburg) en Martijn Schut (SUNN). Het onderzoek wordt gefinancierd door een aantal vermogensfondsen. Naar verwachting worden in juni 2018 de bevindingen gepresenteerd.

Over SUNN en de NVVK
SUNN staat voor Stichting Urgente Noden Nederland. Dit is de ontwikkelorganisatie van SUN-noodhulpbureaus die momenteel via 26 vestigingen in ruim 100 gemeenten noodhulp bieden aan hen die tussen wal en schip dreigen te vallen. Zie ook www.sunnederland.nl
De NVVK is de branchevereniging van ongeveer 100 organisaties die op het gebied van schuldhulpverlening, beschermingsbewind en/of sociaal bankieren een sociaal alternatief bieden om schulden te voorkomen, op te lossen of beheersbaar te maken. Zie ook www.nvvk.eu

Meer informatie
Heeft u vragen of opmerkingen over dit onderzoek? Neem contact op via info@sunnederland.nl of bel met Nathalie Boerebach (directeur SUNN): 06-51387989 of Marianne Oostrik (beleidsadviseur NVVK); 06-46855639.


Tot zover het persbericht. Ik ben benieuwd hoe jij als lezer denkt over bemiddeling versus sanering en de meerwaarde van een Schuldenborgfonds en een Sociaal leenfonds (zie voorbeeld Zoetermeer). Dus reageer! Bijvoorbeeld met een reactie onder dit artikel.

Ombudsman: Toegang tot schuldhulpverlening niet laagdrempelig en breed genoeg

HomeGemeenten bieden mensen met problematische schulden niet altijd een laagdrempelige en brede toegang tot de schuldhulpverlening. Er is dan ook op verschillende punten verbetering mogelijk. Dat concludeert de Nationale ombudsman na een verkennend onderzoek onder een aantal gemeenten. In het rapport Een open deur? presenteert hij aanbevelingen voor de verbetering van de toegang en effectiviteit.

In 2016 trok de Ombudsman een vergelijkbare conclusie.

Armoede stabiel, maar langdurige armoede neemt toe

Zojuist presenteerde het CBS nieuwe armoedecijfers. Het aantal huishoudens met een laag inkomen is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. Het aantal kinderen in armoede is afgenomen. Maar het aantal huishoudens dat minstens 4 jaar een laag inkomen heeft, is toegenomen. Het CBS verwacht in 2018 een daling van de armoede. Het CBS presenteert traditiegetrouw ook cijfers per gemeente en op wijk- en buurtniveau.

 

Het CBS presenteert vandaag cijfers over de lage inkomensgrens t/m 2015. Maar cijfers over sociaal minimum – zeg maar bijstandsniveau, het door gemeenten gehanteerde criterium – zijn ook nog te vinden op het vernieuwde Statline van CBS. Cijfers t/m 2014.

 

Een gedragsgerichte benadering van armoede

Afbeeldingsresultaat voor gedragIn het rapport Een Gedragsgerichte Benadering Van Armoede doet de HvA verslag van een onderzoek in opdracht van Almere en Den Haag naar bewezen effectieve interventies ter ondersteuning van mensen in langdurige armoede. De HvA onderzocht de volgende interventies:

  1. Assistentie bij het aanvragen van inkomensvoorzieningen
  2. Herinneringen sturen en het vereenvoudigen/weglaten van informatie
  3. Gedragsgerichte ‘reminders’
  4. De standaard voorkeur (‘default setting’) veranderen
  5. Het doel van sparen concretiseren
  6. Persoonlijk maken, wederkerigheid benadrukken en de standaard voorkeur wijzigen
  7. Mobility Mentoring: een intensief gedragsgericht programma om economische zelfstandigheid te bevorderen
  8. Informatie aantrekkelijk aanbieden en vereenvoudigen, de sociale norm benadrukken en bekende gegevens niet opnieuw aan de klant vragen
  9. Framing: no-show terugdringen door aanpassing van de uitnodiging
  10. Belonen van gezond financieel gedrag
  11. Sparen makkelijk maken, en belonen
  12. Herinnering sturen voor het betalen van alimentatie
  13. Hulp bieden dicht op de gemeenschap en het mobiliseren van sociale steun
  14. De organisatie of de klant aanspreken?
  15. Sociale informatie geven, en feedback met smileys
  16. Feedback geven: over kosten of over eigen energiegebruik?
  17. Automatisch geld apart zetten op spaarrekening
  18. Bestemming van een toeslag benadrukken
  19. Informatie geven over kosten

 

Hulp van gemeenten nodig bij verlagen rente sociaal krediet

De NVVK vraagt gemeenten om kredietbanken te helpen renteverlaging voor sociale kredieten mogelijk te maken. Steeds meer gemeenten doen dat ook door het financieringsgat dat ontstaat bij het verlagen van de rentes te vergoeden.

Lees ook Torenhoge rentes gemeenten voor sociale kredieten en bekijk de aflevering van Kassa hierover op 16 dec. jl.

Rentes per gemeente (van website Kassa):