Door een samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid hebben alleenverdienende huishoudens met een uitkering een lager besteedbaar inkomen dan een vergelijkbaar paar in de bijstand. De CRvB deed in september 2022 uitspraak over de samenloop van regelingen en het effect op toeslagen. De strekking ervan is dat de gemeente Arnhem een echtpaar met terugwerkende kracht extra algemene bijstand moet verlenen, ter compensatie van het niet-ontvangen van het maximale toeslagenbedrag.
Het kabinet komt met Prinsjesdag met een structurele oplossing, zo staat vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. In april bood SZW gemeenten een tijdelijk handelingsperspectief: Gemeenten kunnen deze huishoudens in twee gevallen tegemoetkomen:
Voor huishoudens van wie de toeslagen over 2023 t.g.v. deze problematiek lager zijn vastgesteld dan bij een echtpaar in een vergelijkbare leefsituatie met een volledige bijstandsuitkering, kan de gemeente via de bijzondere bijstand maandelijks een bedrag toekennen ter hoogte van het verschil in de maandelijkse huur- en/of zorgtoeslag met een (echt)paar met alleen een bijstandsuitkering.
Voor huishoudens die een terugvordering van zorg- en of huurtoeslag hebben gekregen over 2022 die te wijten is aan deze problematiek (of een betaalregeling die daaruit voortkomt), kan eenmalig bijzondere bijstand voor deze kosten worden toegekend ter hoogte van het ten gevolge van deze problematiek teruggevorderde bedrag.
In deze situaties kan de bijzondere bijstand vanwege de koppeling aan specifieke kosten onbelast worden verstrekt. Hierdoor telt deze bijzondere bijstand niet mee voor het toetsingsinkomen van de ontvanger, en heeft dit geen verdere gevolgen voor de hoogte van de toeslagen in het lopende jaar.
Gemeenten wordt verzocht om nog geen compensatie te bieden voor gemiste toeslagen in het verleden, hiervoor worden de mogelijkheden nog onderzocht.
In de brief wordt niet gerept over financiële compensatie voor gemeenten.
Je kunt vanaf heden meedoen met de pilot ‘Saneringskredieten voor ondernemers’ van NVVK en Waarborgfonds saneringskredieten (Wsk):
Het Wsk staat borg voor 100 saneringskredieten;
De risicopremie is 0% (!);
Er is geen maximum hoogte sk’s;
Jouw gemeente/kredietbank hoeft niet per se te zijn aangesloten bij het Wsk. Als je meedoet aan deze pilot hoef je dus niet meteen alle sk’s bij Wsk te borgen;
Je kunt ook lopende bemiddelingen omzetten in sk’s en daarvoor borging krijgen;
Het gaat om ‘natuurlijke personen met hoofdelijke aansprakelijkheid’;
Bedoeld voor ondernemers die niet in aanmerking komen voor of zijn afgewezen voor Bbz-krediet;
Indien nog steeds ondernemend: de ondernemer beschikt over een afgerond levensvatbaarheidsonderzoek met een positief advies;
* Ik kan/mag helaas geen directe link maken naar de handreiking. Platform31 wil denk ik graag monitoren wie de handreiking downloadt, want je moet je naam en mailadres invoeren.
Minister Schouten schrijft aan de Tweede kamer dat ze de Participatiewet wil aanpassen. Veel aanpassingen werden al aangekondigd in het coalitieakkoord of zijn al in gang gezet onder het vorige kabinet. Maar er zijn ook een paar nieuwe voorstellen. Alle voorstellen op een rij:
Verruiming bijverdiengrenzen. Maatregel uit coalitieakkoord.
In schrijnende situaties afwijken van principe aanvraagdatum = ingangsdatum. Bijvoorbeeld tijdens/na afloop oproepcontract of bij pensionering/AIO komt het regelmatig voor dat aanvragers al één of enkele maanden nauwelijks inkomsten hebben ontvangen voordat ze een bijstandsuitkering aanvragen.
Automatisch verrekenen van inkomsten uit arbeid. Door automatisch verrekenen op basis van gegevens uit de polisadministratie kunnen inkomsten worden verrekend zonder dat mensen elke maand hun loonstrook hoeven in te leveren.
Verken mogelijkheden bufferbudget om de hierboven bedoelde inkomensschommelingen op te vangen.
Recht op eigenstandig vormgeven van participatie, als arbeid geen optie is. Denk aan geen voorafgaande toestemming voor het verrichten van vrijwilligerswerk, mantelzorg of voor het volgen van een eigen opleiding.
Versimpel het verrekenen van het vakantiegeld. Uit arbeid opgebouwd vakantiegeld wordt maandelijks op de bijstand in mindering gebracht. In de maand van uitbetaling van het vakantiegeld heeft betrokkene dan een extraatje, maar in de andere maanden beschikt hij over minder middelen dan de bijstandsgerechtigde zonder werk. Wijzigingen in de verrekensystematiek kunnen dit (deels) voorkomen.
Eenvoudigere aanvraagprocedure. Onder andere voor personen die vanwege tijdelijke arbeid kortdurend bijstandsonafhankelijk zijn geweest. Hierdoor wordt een drempel om kortdurende arbeid te aanvaarden weggenomen.
4-weken-zoektermijn voor jongeren tot 27 jaar wordt kan-bepaling. Hierdoor kan maatwerk worden geboden. Jongeren blijven beter bij de gemeente in beeld, waardoor escalatie (denk aan dakloosheid) kan worden voorkomen.
Merk ontvangsten uit giften, incidentele hobbymatige verkoop, ondersteuning uit eigen netwerk en geldleningen niet als middelen aan, tenzij dit vanuit een oogpunt van bijstandsverlening onaanvaardbaar is. In samenspraak met de uitvoering worden tot indicatieve maximale bedragen komen zodat de financiële prikkel om te werken behouden blijft.
Kostendelersnorm n.v.t. bij vooropgezet tijdelijk verblijf. Denk bijvoorbeeld aan mensen in een crisissituatie, daklozen of mensen die dakloos dreigen te raken.
Wegnemen van belemmeringen voor het verlenen van mantelzorg vanuit de bijstand. Indien arbeidsinschakeling op de korte termijn buiten beeld is, moet worden voorkomen dat andere maatschappelijk gewaardeerde werkzaamheden worden belemmerd.
Harmoniseer de hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand aan jongeren van wie ouders niet in beeld zijn of geen ondersteuning kunnen bieden door ziekte of armoede. Er zijn nu nog grote verschillen tussen gemeenten.
Mogelijkheid tot verlening van categoriale bijzondere bijstand. Door de mogelijkheid te creëren om bij AMvB aan te wijzen situaties categoriale bijzondere bijstand toe te staan, kan soepeler worden ingespeeld op bredere behoeften aan inkomensondersteuning, zoals deze zich ook in het recente verleden hebben voorgedaan (Energietoeslag).
Mogelijkheid om arbeids- en/of re-integratieverplichtingen af te stemmen op situatie van de bijstandsgerechtigde.
Gemeenten mogen activiteiten gericht op maatschappelijke participatie verplichten. Voor bijstandsgerechtigden met grote afstand tot arbeidsmarkt.
Gemeenten mogen maatregelen afstemmen op de individuele omstandigheden.
Gelijke inlichtingenplicht bij gemeenten en SVB. Op basis van de Wet eenmalige gegevensuitvraag hoeven burgers al bekende gegevens niet opnieuw aan te leveren. Op dit moment zijn er verschillen tussen wat bij SVB niet en wat bij gemeenten wel moet worden aangeleverd.
Verruim het experimenteerartikel, zodat meer onderzoek kan worden gedaan naar andere werkwijzen.
Investeer in vakmanschap. Denk bijvoorbeeld aan het verankeren van inzichten uit pilots voor het bevorderen van de economische zelfstandigheid binnen het kader van ‘Vakkundig aan het Werk’.
Bijstand afstemmen op individuele omstandigheden. Deze mogelijkheid bestaat al, maar wordt centraler in de wet te verankerd. Hierdoor wordt het professionele belang om steeds te toetsen of de algemene regels in deze situatie wel afdoende zijn sterker geëxpliciteerd.
Expliciteer de maatwerkmogelijkheid binnen de kostendelersnorm. Ook deze mogelijkheid is er al. Maar door de mogelijkheid te expliciteren wordt handelingsverlegenheid voorkomen en meer rechtszekerheid geboden.
Het Leidse college stelde vorige week het Programma Social impact 2022-2023 vast. Het programma moet de negatieve sociale en maatschappelijke gevolgen van de coronacrisis beperken. Er zijn 4 doelen:
Vergroten van gelijke kansen
Voorkomen en verminderen van geldzorgen
Vroegsignalering: meer huisbezoeken en meer aandacht voor jongeren en ondernemers;
Aanpak energiearmoede;
Aanpak generatiearmoede;
Sport en cultuur voor minima;
Extra begeleiding in het vinden van (nieuw) werk via re-integratie en (om)scholing
Verbeteren van fysieke en mentale gezondheid
Verbeteren van taalvaardigheden en digitale vaardigheden
In januari buigt de gemeenteraad zich nog over de begroting van €5,5 miljoen.
Na de kerstvakantie werk ik niet meer voor deze leuke, ambitieuze gemeente 🙁 In 2017 startte ik als projectleider vroegsignalering. Daarna was ik met wat tussenpozen beleidsmedewerker armoedebeleid en beleidsmedewerker schuldhulpverlening. Vanaf 1 januari werk ik vooral voor de NVVK. Maar ik hoop ook nog een paar uurtjes bij een gemeente te kunnen werken.
Maak een eenvoudig overzicht van alle regelingen, zowel op papier als digitaal;
Vereenvoudig de aanvraagprocedure;
Verduidelijk en benoem nadrukkelijk dat (gemeentelijke) regelingen voor ondersteuning bij geldzorgen er ook voor werkenden zijn;
Benut contacten met zzp’ers die zijn ontstaan doordat zij aanvragen hebben gedaan voor inkomensondersteuning tijdens de coronacrisis (TOZO, TONK);
Werk samen met partners in de gemeente, zowel met de publieke hulp- en dienstverlening als met ondernemersnetwerken en werkgevers in de schoonmaak, logistiek en zorg;
Kijk nog eens in de op onderdelen nog actuele Handreiking Bestrijding van armoede onder zelfstandigen (2010). Realiseer je bijvoorbeeld dat gemeentelijke regelingen meestal uitgaan van een netto maandinkomen. Maar wat betekent dat voor een zelfstandige?
Dat is het gevolg van een uitspraak van de CRvB. De uitspraak van de CRvB heeft betrekking op mensen die vanuit de bijstand gaan werken en daardoor een inkomen boven de bijstandsnorm verdienen. Volgens de gebruikelijke procedure, die de gemeente Rotterdam in deze zaak verdedigde, vervalt in dat geval het recht op de bijstand. Het inkomen uit werk komt immers boven de bijstandsnorm uit. Maar volgens de CRvB moet de gemeente eerst de vrijlating van inkomsten uit werk (25% van het salaris met een maximum van €221 per maand) van het inkomen aftrekken, en vervolgens het inkomen aanvullen tot bijstandsniveau. In de aangevochten zaak heeft dat als gevolg dat het echtpaar toch aanvullende bijstand ontvangt en er een iets hoger inkomen aan overhoudt: €119 per maand met een maximum van 6 maanden.
Tip: kom op 8 november naar de webinar Werkloosheid van het Nibud. Over de armoedeval en wat je bij wisselende inkomsten kan doen om financiële problemen en stress te voorkomen.
Elke verandering in inkomen doorgeven, het idee hebben dat je alles goed doet, en dan komt ineens een naheffing omdat je tóch geen recht had op huurtoeslag of zorgtoeslag. Het overkwam Alex, Nel en Tim. #Nieuwsuurpic.twitter.com/PWDIvWAuEh
Ondernemers met schulden die de juiste hulp missen, krijgen hulp van een tijdelijke ‘Vliegende Brigade’ van gespecialiseerde schuldhulporganisaties. De ondernemers komen in beeld via de Nederlandse Schuldhulproute. Als het nodig is, krijgt ook de gemeente waar de betrokken ondernemer woont een hulpaanbod. Gemeenten kunnen ook zelf aankloppen bij de Vliegende Brigade. Dus twijfel je of jouw gemeente de boel op orde heeft voor ondernemers, neem dan contact op met Jenny den Hertog, j.denhertog@nvvk.nl. Lees meer op nvvk.nl.
Per 1 oktober wordt een groot deel van het coronasteunpakket afgerond, waaronder de #TONK. Het staat gemeenten vrij om de TONK te continueren, in de huidige of een andere vorm. Volgens mij houden alle gemeenten over op het budget dat zij kregen van het rijk, dus de financiële ruimte is er. In Utrecht, Den Haag en Rotterdam kan de TONK nog worden aangevraagd tot het einde van dit jaar.
In zijn brief van 5 juli 2021 haalt minister Koolmees het onderzoeksrapport Als verrekenen een beperking is aan. Van de geënquêteerden die ervaring hebben met verrekenen heeft 61% financiële problemen ervaren. Daarvan heeft 92% last gehad van onduidelijkheid over het inkomen. De respondenten melden als belangrijkste knelpunten dat zij te veel ontvangen uitkering moesten terugbetalen, toeslagen of studiefinanciering moesten terugbetalen, te weinig uitkering hebben ontvangen, de uitkering te laat uitbetaald kregen of dat zij er door hun werk financieel op achteruit gingen.
Met de tools van Simpel Switchen voorkom je dat er problemen ontstaan:
Toolkit Parttime Werk Mensen hebben behoefte aan duidelijkheid, overzicht en financiële stabiliteit als zij te maken krijgen met overgangen tussen werk en uitkering. Met de toolkit parttime werk richt je de processen rond parttime werk zo in dat de inkomensstabiliteit van mensen die de stap naar parttime werk zetten zoveel mogelijk gewaarborgd is.
Uitkering-Naar-Werk-Berekenaar Voorspelbaarheid is één van de meest genoemde behoeften van mensen die voor een overgang tussen uitkering en werk staan. De Uitkering naar werk-berekenaar geeft professionals en betrokkenen inzicht in de toekomstige inkomenspositie en houdt rekening met de diverse toeslagen en gemeentelijke regelingen (van gemeenten die aangesloten zijn bij Berekenuwrecht).
Digitaal Werkblad Goed Geregeld Gesprek Ook is gebleken dat goede voorlichting vooraf bij de stap naar parttime werk erg belangrijk is. Het werkblad Goed Geregeld Gesprek is een onlinegesprekshandleiding voor professionals die mensen direct inzicht biedt in hun maandbudget en hoe de inkomstenverrekening voor hen verloopt.
Belevingsmodule en Serious Game Als professionals hun eigen werkproces bezien vanuit het perspectief van de klant ervaren zij zelf hoe zij simpel switchen beter mogelijk kunnen maken. Om een gedeeld besef van urgentie te ondersteunen zijn twee producten ontwikkeld: • Een belevingsmodule, waarin men door het verhaal te lezen wordt uitgedaagd zich te verplaatsen in het klantperspectief, door stap voor stap te volgen wat iemand meemaakt als hij in de uitkering terechtkomt. • De Serious Game gaat een stap verder dan de belevingsmodule. Hiermee kunnen politiek, management en uitvoering bij gemeenten in de huid kruipen van een koppel dat te maken krijgt met de overgang van werk naar uitkering en weer terug. De game laat spelers ervaren hoe het is om de overgangen te maken en daagt hen uit om vanuit dat perspectief de eigen werkprocessen kritisch te beschouwen.
De TONK en andere regelingen in het corona steunpakket zoals Tozo, TVL en NOW worden verlengd in het derde kwartaal. Dat staat in een brief van minister Koolmees aan de Tweede Kamer. Op p. 41 zie je dat het kabinet voor de verlenging van TONK geen extra middelen vrijmaakt. Waarschijnlijk omdat het budget voor het eerste half jaar nog lang niet op is.
Dus verleng de beleidsregels TONK, en grijp dit aan om de regels te verruimen, als je dat nog niet gedaan hebt.
WHOA en TOA
In een nieuwsbericht wijst de rijksoverheid gemeenten en ondernemers ook nog eens op de mogelijkheden van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). In aanvulling daarop stelt het kabinet € 200 miljoen beschikbaar voor kredieten met lage rente voor mkb-bedrijven voor het herstarten, uitbreiden of aanpassen van hun bedrijfsactiviteiten na een WHOA-akkoord. Lees meer over de WHOA.
‘Tot nu toe gaat het om duizenden aanvragen landelijk en we hadden toch wel op tienduizenden aanvragen gerekend’, zegt Peter Heijkoop namens de VNG op nos.nl. Volgens de Vereniging Zelfstandigen Nederland en artiestenvakbond Kunstenbond komt dit doordat de regels te streng zijn. De NOS constateert dat de verschillen tussen gemeenten groot zijn. Het Brabants Dagblad constateerde dat twee weken geleden ook al.
Dit was natuurlijk te voorzien. Was het niet veel beter geweest om hier één uniforme landelijke regeling van te maken? Op zijn minst had het rijk eerder 100% duidelijkheid moeten geven over rijksmiddelen. Nu kwam er pas op 25 februari een enigszins geruststellend bericht, maar nog geen harde compensatietoezegging als het budget ontoereikend zou zijn. En op 12 maart werd het budget verdubbeld. Maar toen hadden vrijwel alle gemeenten hun beleid al vastgesteld.
Wat te doen? Gemeenten kunnen beleidsregels verruimen. Maar liever zou ik zien dat er bijvoorbeeld vanaf 1 mei een goede, ruime landelijke regeling komt. Dan hoeven al die gemeentelijke beleidsmedewerkers ook niet opnieuw overuren te draaien om allemaal afzonderlijk het wiel uit te vinden.
Naschrift: bekijk het vragenuur in de Tweede Kamer vandaag(6 april) met o.a. een reactie van minister Koolmees. Hij is niet voornemens er een uniforme regeling van te maken, maar wil wel met gemeenten kijken of het wat meer kan worden ‘gestroomlijnd’.
Het Kabinet verdubbelt het budget voor TONK. In plaats van €130 miljoen komt hiervoor €260 miljoen beschikbaar voor het eerste halfjaar van 2021. Dat staat op p. 5 van deze brief d.d. 12 maart.
Afgelopen donderdag stuurde minister Koolmees van SZW onderstaande brief naar wethouders waarmee hij de zorgen over de toereikendheid van het budget wil wegnemen. Moet het college morgen het TONK-beleid nog vaststellen, en heb je de indruk dat jouw gemeente vanwege de onzekerheid een te benepen regeling heeft ontworpen? Zorg dan dat de wethouder dit nog even leest en bespreek of je de toekenningscriteria nog wat kan verruimen.
Geachte wethouder,
COVID-19 en de opvolgende beperkende maatregelen hebben een grote impact op Nederland. Veel huishoudens hebben het zwaar, ook in financieel opzicht. Samen proberen we de gevolgen van de crisis zoveel als mogelijk te verzachten en mensen perspectief te bieden. Gemeenten spelen hierbij een zeer belangrijke rol en hebben reeds enorm veel werk verzet. Daarvoor ben ik u zeer erkentelijk.
U bent momenteel druk bezig met de uitwerking van de regeling Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK). Met de regeling, die neerkomt op een versoepeling van de gemeentelijke beleidsregels voor bijzondere bijstand, kunnen huishoudens geholpen worden die ten gevolge van de Coronamaatregelen een terugval in hun inkomen hebben en daardoor de noodzakelijke kosten van het bestaan voor het huishouden niet meer kunnen betalen.
Ik ben me er van bewust dat een dergelijke regeling een groot beroep doet op uw organisatie en ook een aantal onzekerheden met zich meebrengt. Ik wil mijn grote waardering en dank uitspreken voor uw inzet om deze regeling mogelijk te maken.
Daarnaast wil ik met deze brief uw mogelijke zorgen over de toereikendheid van het budget wegnemen. Het kabinet wil niet dat gemeenten financiële risico’s lopen bij de uitvoering van de TONK. Gemeenten moeten kunnen doen wat nodig is: een tegemoetkoming verstrekken voor de essentiële vaste lasten voor groepen die dat nodig hebben. Ik zal daarom samen met de VNG, DIVOSA en verschillende gemeenten goed de vinger aan de pols houden. Dit is ook in bestuurlijk overleg zo afgesproken. Ik vraag u dan ook om tijdig aan te geven als er financiële problemen dreigen. Dat kan via de VNG of Divosa of rechtstreeks richting het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (contactpersoon: Ard Broeze abroeze@minszw.nl).
Vanuit het kabinet en de Tweede Kamer is er de nadrukkelijke wens dat de TONK ruimhartig wordt toegepast, zeker voor de groepen die geen aanspraak kunnen maken op andere regelingen en een grote terugval in inkomen kennen. Dat impliceert de oproep aan gemeenten de regeling zo in te richten dat de tegemoetkoming huishoudens substantieel ondersteunt in de betaling van hun vaste lasten en hen daarmee verder helpt. Natuurlijk is het ondoenlijk en onwenselijk om alle noodzakelijke kosten zonder meer te vergoeden als mensen de kosten zelf kunnen betalen. De gemeente is bevoegd om eigen toekenningsregels op te stellen, bijvoorbeeld door rekening te houden met inkomen, uitkering of vermogen.
Omdat we op voorhand niet precies weten hoeveel mensen voor TONK in aanmerking zullen komen en voor welk bedrag zij steun nodig zullen hebben, is het ook onduidelijk hoeveel budget nodig is om de TONK uit te voeren. Voor TONK is tot dusver 130 miljoen euro beschikbaar gesteld voor toekenningen en uitvoeringskosten. Een eerste tranche van 65 miljoen wordt zo snel mogelijk via het gemeentefonds verdeeld op basis van de verdeelsleutel armoede- en schuldenbeleid. Voorafgaand aan toekenning van de tweede tranche zal een weegmoment plaatsvinden, waarbij gekeken wordt naar de ontwikkelingen rondom de maatregelen tegen Corona en de eerste inzichten over het gebruik van de TONK-regeling. Een bijstelling van het budget passend bij deze inzichten zal dan indien nodig plaatsvinden. Ook is het mogelijk dat op basis van de inzichten voor de tweede tranche een aangepaste verdeelsleutel wordt gebruikt. Hierover zal uiteraard overleg plaatsvinden met VNG en Divosa.
Ik hoop dat ik met deze brief uw zorgen over de financiële toereikendheid wegneem en vraag u dan ook uw inzet te baseren op de bovengeschetste doelstelling van de TONK.
Daarnaast is het goed om te weten dat er voor de TONK geen andere of aanvullende verantwoordingseisen zullen worden gevraagd. De verantwoording vindt plaats via de gewone systematiek van de bijzondere bijstand.
Zelf had ik op een bierviltje al uitgerekend welk budget voor TONK beschikbaar is per gemeente. Dat lijkt misschien veel, maar realiseer je dat een deel van de huishoudens een half jaar lang TONK zal krijgen. Vorige week is in de Tweede Kamer gelukkig een motie aangenomen die oproept om meer middelen beschikbaar te stellen als dat nodig is.
Het verbaast mij dat we grote verschillen toelaten tussen gemeenten. En die verschillen hebben nauwelijks iets te maken met de lokale woonlasten of omstandigheden, maar eerder met politieke voorkeur. En omdat de uitgaven heel lastig te voorspellen zijn, gaan veel gemeenten aan de voorzichtige, zuinige kant zitten.
De Tweede Kamer heeft gisteren een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht
uit te spreken dat de TONK inkomensondersteuning is voor werkenden en ondernemers die buiten de boot vallen en nergens in aanmerking komen voor steun vanwege bijvoorbeeld de partnertoets, en die door de coronacrisis in de knel komen;
verzoekt de regering, tevens de TONK breed onder de aandacht te brengen bij ondernemers die mogelijk een beroep kunnen doen op de regeling;
verzoekt de regering, vervolgens in de handreiking aan gemeenten geenvermogenstoets op te nemen;
Ook is er een motie aangenomen die oproept om te monitoren of er voldoende middelen zijn om de TONK ruimhartig uit te voeren, en zo nodig meer geld vrij te maken.
Gemeenten kunnen zich met de zojuist verschenen handreiking voorbereiden op de openstelling van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten op 1 maart.
Doe-lijstje voor februari:
Beleidsregels opstellen. In de handreiking staan (nog) geen voorbeeldbeleidsregels, maar je vindt er wel de nodige ingrediënten. De TONK is niet heel straks omlijnd; je hebt aardig wat beleidsvrijheid;
Zorgen dat per 1 maart consulenten klaarstaan om de aanvragente behandelen. Aanvraagformulieren maken, en eventueel ook ICT aanpassen.
Verplicht leesvoer voor gemeenten die de schuldhulp voor ondernemers nog niet op orde hebben: de Werkwijzer ondernemers en schulden! De Werkwijzer legt lekker concreet uit hoe je dit aanpakt.
En meld je ook aan voor de online sessies hierover op 8 en 9 februari.
Bijstandsgerechtigden in Wageningen mogen sinds 1 oktober een kwart van de inkomsten uit deeltijdwerk houden. Hiermee wil de gemeente parttime werk stimuleren.
De inkomsten worden niet maandelijks ‘vrijgelaten’ maar opgespaard en eens per halfjaar als ‘premie’ uitgekeerd. Een bijstandsgerechtigde die €860 per maand verdient, spaart elke maand €215 aan premie op en krijgt na zes maanden €1290 van de gemeente terug.
Vrijlating van bijverdiensten is volgens de Participatiewet (art 31, 2e lid) niet voor langer dan zes maanden toegestaan. Daarom verstrekt Wageningen de bijverdiensten als ‘premie’. Het verstrekken van een premie is volgens datzelfde wetsartikel namelijk twee jaar lang mogelijk, met een maximum van €2570 per jaar ‘voor zover dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling’.
In plaats van 25% van het loon, had de gemeente bijvoorbeeld ook 50% vrij kunnen laten, maar daarbij is er geen prikkel meer om meer dan €430 per maand te verdienen. In de huidige regeling blijft werken tot €860 per maand financieel voordelig.
Gerichte maatregelen om armoede te verminderen zoals de verhoging van de bijstand, zijn effectief, maar kosten geld en vaak banen blijkt uit het zojuist verschenen onderzoek Kansrijk Armoedebeleid van het CPB en het SCP.
Met het huidige kabinetsbeleid neemt de armoede in Nederland de komende jaren met ruim een kwart toe. De stijging van armoede komt met name door de verlaging van de bijstand tot en met 2035 (hoe zat dat ook alweer?).
De armoede in Nederland kan met 60% afnemen door invoering van een basisinkomen. Dit kost veel geld en het arbeidsaanbod zal sterk afnemen. De introductie van negatieve inkomstenbelasting (p. 143) en aanpassingen in bestaand beleid, zoals in de hoogte van de bijstand, leiden tot beperktere armoedevermindering, maar ook tot minder kosten en minder werkgelegenheidsverlies. Investeren in menselijk kapitaal door in te zetten op gezondheid of opleiding is een optie voor de lange termijn.
Als de jaarlijkse verlaging van de bijstand vanaf 2021 wordt teruggedraaid, dan neemt de toekomstige kans op armoede voor personen in de bijstand met bijna de helft af. Maar ook de prikkel om te werken neemt af. Een effectieve manier om armoede onder kinderen te bestrijden, is om het kindgebonden budget te verhogen voor gezinnen met 3 of meer kinderen. Hiermee kan de armoede onder kinderen tot 20% worden teruggedrongen. Een andere mogelijkheid voor het verkleinen van de armoede is om de arbeidskorting voor werkenden met lagere inkomens te verhogen, terwijl voor de ouderen te denken valt aan een verhoging van de AIO. Armoedebestrijding op de langere termijn kan door te investeren in bijvoorbeeld opleiding, gezondheid en de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.
In totaal hebben de planbureaus 40 beleidsopties geanalyseerd om de stijgende armoede tegen de gaan. Daarnaast zijn bijna 30 beleidsopties geanalyseerd die armoede op de lange termijn bestrijden.
NVVK, Divosa en VNG brengen met de Monitor Schuldhulpverlening tijdens de corona-crisis in kaart hoeveel extra aanmeldingen er zijn. Klik hier voor de laatste resultaten. Het is nu nog relatief rustig, maar dat is waarschijnlijk stilte voor de storm. Bijna 40% verwacht straks overbelasting van de uitvoering. Tilburg verwacht een tsunami van schulden. GKB Assen verwacht een stormloop. De NVVK verwacht voor 2020 en daarna een stijging van het aantal hulpvragen met minimaal 30%. Utrecht voorziet een explosie van bijstandsgerechtigden. Schuldenlab liet het uitzoeken en schetst een best en worst case scenario:
89% van de schuldhulpverleners geeft aan veel minder face-to-face contact met klanten te hebben en dat het persoonlijk contact plaats heeft gemaakt voor digitaal of telefonisch contact. 80% ervaart dat het een beetje of veel moeilijker is om een vertrouwensband met de klant te creëren. Zij zeggen vooral bepaalde groepen klanten minder goed te kunnen ondersteunen: klanten met meervoudige problematiek (door 67% genoemd), klanten met een migratieachtergrond (48%) en ouderen (36%).
Het aantal mensen met betaald werk daalde in april met 160.000 naar 8,9 miljoen. Een terugval van die omvang is niet eerder voorgekomen sinds er maandcijfers worden samengesteld (vanaf 2003). Bron: CBS.
Financieel kwetsbare groepen worden extra geraakt. 62% van de laagbetaalde flexwerkers en 69% van de laagbetaalde zzp’ers zegt dat hun inkomen is gedaald. 11% van de Nederlanders geeft aan momenteel (redelijk tot heel) moeilijk te kunnen rondkomen. Naast mensen met een bijstands-of arbeidsongeschiktheidsuitkering (20%) zijn dit vooral laagbetaalde zzp’ers (20%) en laagbetaalde flexwerkers (17%). Van de mensen bij wie de inkomsten zijn gedaald, zegt 46% van de ondervraagden de afgelopen tijd gebruik te hebben gemaakt van hun spaargeld. 33% zegt de huidige situatie niet langer dan 3 maanden te kunnen volhouden. Bron: Wijzer in Geldzaken.
Huishoudens zijn niet voorbereid op crisis, zo blijkt uit een Nibud-peiling.
Het kabinet bood op 17 maart een eerste Noodpakket voor banen en economie. Op 20 mei werd het aanvullende Noodpakket voor banen en economie 2.0 gepresenteerd. Er is een tegemoetkoming inkomsten en salarissen voor werkgevers, tijdelijke ondersteuning voor zzp’ers, versoepeling van kredieten en een tegemoetkoming in de vaste lasten voor MKB.
De Tijdelijke Werkgroep Sociale Impact pleit voor verruiming van het kwijtscheldingsbeleid en een breed schuldenoffensief. Op nvvk.nl lees je dat veel oplossingsrichtingen al in praktijk zijn gebracht.
Het CJIB hanteert sinds dit voorjaar een noodstopprocedure. Staatssecretaris Van Ark wil kijken of ze deze noodstop ook bij andere overheidsorganisaties kan inzetten . Het biedt de mogelijkheid om 4 maanden uitstel van betaling te vragen. Voorwaarde is dat men zich meldt bij de schuldhulpverlening. Besluit de gemeente dat schuldhulp nodig is en wordt deze opgestart, dan kan het uitstel met nog eens 8 maanden worden verlengd.
De KBvG adviseert gerechtsdeurwaarders met klem om ontruimingen en beslagleggingen op inboedel op te schorten waar mogelijk. In de STER-campagne bellen is oplossen roept de KBvG mensen op snel contact op te nemen als een deurwaardersbrief op de mat valt.
Minister van Veldhoven van Milieu en Wonen heeft met verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen afgesproken nu geen huisuitzettingen te doen. Daarnaast is er een spoedwet om tijdelijke huurcontracten te verlengen. Lees de handreiking Lokale voorbeelden van specifiek maatwerk over huurbevriezing, huurverlaging, betalingsregelingen of het zoeken naar een passendere woning.
De Tweede en Eerste Kamer willen dat de gebruikelijke huurverhoging op 1 juli dit jaar niet doorgaat vanwege de coronacrisis. Maar minister Ollongren blijft bij haar standpunt dat een algemene huurbevriezing`niet nodig is. De Eerste Kamer steunt daarom een motie van afkeuring tegen haar.
Sommige energiebedrijven sluiten ook niet meer af, maar hier is geen collectief standpunt over. De vereniging EnergieNed meldt: “Mochten er bedrijven en particulieren als gevolg van de coronacrisis in betalingsproblemen te komen, dan zullen leveranciers met begrip voor de situatie in gesprek gaan om individuele afspraken te maken.”
Banken stellen een aflospauze van zes maanden in voor MKB’ers. Particulieren worden bij betalingsproblemen uitgenodigd om over een oplossing te komen praten.
Minister Slob attendeert op www.lesopafstand.nl en schrijft in deze brief: ‘Ik heb SIVON [samenwerkende schoolbesturen, red.] gevraagd om voor een bedrag van €2,5 miljoen, dat ik per direct beschikbaar heb gesteld, zoveel mogelijk laptops aan te schaffen en te distribueren naar scholen in het po, vo en mbo. SIVON gaat hiermee direct aan de slag.’ Scholen en gemeenten moeten samen kijken waar dit nodig is. Slob heeft met de VNG afgesproken dat iedere gemeente een herkenbaar ‘loket’ opent voor dit soort vragen vanuit het onderwijs. Op 4 mei trekt Slob nog eens €3,8 miljoen hiervoor uit.
KPN stelt 1000 4G Routers beschikbaar aan gezinnen die vanwege geldgebrek geen wifi hebben. ABN Amro schenkt via Jeugdeducatiefonds 2.000 laptops aan arme wijken. Stichting De Verre Bergen en Coolblue doneren samen 3.000 nieuwe Chromebooks in Rotterdam.
Er is een crisisfonds voor kwetsbare kinderen die uithuisgeplaatst zijn, kinderen die thuis wonen met een jeugdbeschermingsmaatregel of intensieve inzet van Veilig Thuis, kinderen in de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en AZC’s en kinderen in de pleegzorg. Professionals kunnen vouchers aanvragen van maximaal €50 per kind, €100 per gezin of €250 per leefgroep. Kijk op samensterkvoorkwetsbarekinderen.nl.
Het Oranjefonds stelt een hulpfonds in á €3,5 miljoen voor sociale initiatieven. Je kunt ook terecht bij het Kansfonds. Netwerk DAK opent een Noodfonds voor 100.000 mensen in de knel.
Studenten mogen meer lenen bij DUO. Actiegroep Niet Mijn Schuld vindt dat absurd. DUO levert gedurende de coronacrisis geen vorderingen meer aan bij het CJIB. Studenten kunnen 3 maanden collegegeld terugkrijgen.
De ouders die hun kind(eren) vanwege de coronacrisis tijdelijk niet naar de kinderopvang of bso kunnen brengen, krijgen hun geld terug.
Steun je voedselbank. Zij hebben last van het hamsteren. En ook veilige uitgifte is lastig. In De Ronde Venen geven we extra financiële steun. In Den Haag krijgen klanten een supermarktbon. Op grond van art. 31 2e lid sub m Participatiewet kan de gemeente besluiten dat dit soort cadeaukaarten niet met de bijstandsuitkering worden verrekend. De Groningse voedselbank gaat thuis bezorgen. Meer info op vng.nl.
Maak een noodloket voor zzp-ers bijvoorbeeld zoals regio Utrecht. SZW, VNG, Divosa en ICT-leveranciers bieden een toolkit (onder meer digitale aanvraagformulieren). Zzp’ers kunnen op Krijgiktozo.nl bekijken of ze in aanmerking komen. Verstrek voorschotten, zoals Arnhem.
Schuldhulpverlener, maken je klanten vanwege de corona-bestrijding nieuwe schulden? Ontzie ze dan even, en zet een bemiddeling om in een saneringskrediet, adviseert de NVVK. Laat een inkomensterugval niet leiden tot beëindiging van een schuldregeling.
Vraag in het kader van vroegsignalering aan signaalpartners om ook e-mailadressen en telefoonnummers aan te leveren.
Ga het gesprek aan met lokale schuldeisers, zoals woningbouwcorporaties en deurwaarders. Maak afspraken over opschorting van huisuitzettingen, coulance bij vorderingen en tijdelijke opschorting van invordering. En kijk ook naar je eigen rol als schuldeiser (inhouding bijstand en gemeentelijke belastingen).
De nacht- en dagopvang en dagbesteding voor daklozen mag open blijven. Het ministerie van VWS heeft richtlijnen opgesteld. Laat daklozen niet in grote slaapzalen, maar in lege hotelkamers overnachten. Lees meer tips voor inloophuizen.
In de Utrechtse gemeenteraad wordt gepleit voor herinvoering van de zomerscholen en gratis mondkapjes voor minima. Amstelveen verstrekt een toeslag van €50.
Deel tijdens webinars kennis en ervaringen met andere gemeenten.
Vanaf p. 25 van het verslag van de Tijdelijke Werkgroep Sociale Impact vind je tal van initiatieven van gemeenten.
Werk samen met het lokale fonds voor urgente noden. Of richt zo’n fonds op. Je kunt daarnaast of in samenwerking ook een sociaal leenfonds opzetten waarbij het fonds kleine schulden afkoopt en de schuldenaar het in 3 jaar zonder rente terugbetaalt.
Verspreid de speciale corona-editie van de online Nibud-Geldkrant. Deze kun je desgewenst op maat laten maken voor jouw gemeente. Voor jongeren is er een online corona-editie van de GeldChecker.
Check of kinderen thuis les kunnen volgen. Regel via bijvoorbeeld Leergeld of het Jeugdeducatiefonds een laptop voor minima. Stem hierbij af met het hierboven genoemde initiatief van Slob.
Attendeer professionals en vrijwilligers op diverse E-learnings.
Het is een mooi compleet beleidsplan met een paar interessante maatregelen. In de hoofdstukken 5-7 wordt elke paragraaf samengevat met een kopje ‘wat gaan we doen’. Een paar highlights:
Er komt een preventieteam dat zich o.a. richt op scholen en het vinden van werkende armen. Ook worden ervaringsdeskundigen ingezet.
Via lokale en regionale werkgevers en netwerken van zelfstandigen worden werkende armen opgespoord. Hierbij worden het Ondernemersteam en het Werkgeversservicepunt ingezet en er worden bijeenkomsten en studiedagen georganiseerd.
Er komt een financieel spreekuur voor ZZP-ers.
Breda ondersteunt minima die willen werken aan hun gezondheid (deels volgens JOGG-aanpak).
Energiearmoede wordt aangepakt met ontzorgprogramma’s, energiecoaches en een ‘groene lening’. In de Verordening voor het Woonabonnement komt een financieel arrangement, zodat minima goedkoper kunnen lenen (ook als zij een BKR-beschadiging hebben).
Er komt een drempelbedrag voor bijzondere bijstand, maar niet voor werkende armen, ZZP-ers zonder bijstand en AOW-ers.
Een schuldenafkoopfonds wordt ingezet voor inwoners met kleine schulden tot ongeveer €5.000. In tegenstelling tot bij een krediet of lening hoeft deze bijdrage niet altijd te worden terugbetaald.
De collectieve zorgverzekering maakt plaats voor maatwerk (zoals in Emmen).
Een werknemer met schulden kost de werkgever €13.000 per jaar, zo weten we uit onderzoek van het Nibud (2017). Voor werkgevers die hun werknemers willen ondersteunen maar niet weten hoe, heeft Panteia nu een stappenplan ontwikkeld (klik om te vergroten):
Een werkgever moeten geen hulpverlener zijn, maar een goede verwijzer, stellen de onderzoekers. Lees het rapport.
Vroegsignalering
Gemeente, maak in het kader van vroegsignalering afspraken met lokale werkgevers! Bij landelijke werkgevers kun je meeliften op afspraken die Amargi maakt tussen gemeenten en signaalpartners.
Uit koopkrachtberekeningen van het Nibud blijkt dat niet-werkenden er dit jaar minder op vooruit gaan dan werkenden. De koopkrachtstijging van niet-werkenden blijft steken onder de 1%, wat betekent dat zij per maand €10 tot €20 meer te besteden hebben. Hieronder de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de koopkracht:
De harde inkomensgrens voor de huurtoeslag is vervallen. In plaats daarvan wordt de grens nu inkomensafhankelijk afgebouwd en hierdoor komen meer huishoudens voor huurtoeslag in aanmerking.
Meer huishoudens met kinderen hebben in 2020 recht op kindgebonden budget. Dat komt doordat de inkomensgrens voor stellen met kinderen is verhoogd. Hierdoor hebben meer mensen met een hoger inkomen recht op het maximale kindgebonden budget.
De beperkingen die de kinderbijslag kende voor 16- en 17-jarigen, vervallen. Daardoor is er geen maximum bedrag meer dat zij mogen bijverdienen. Ook blijven hun ouders kinderbijslag ontvangen als zij al voor hun 18e studeren in het hoger onderwijs.
Voor veel huishoudens zal de energierekening lager zijn omdat de belasting op energie dit jaar omlaag gaat.
De prijzen stijgen met gemiddeld 1,6%
De gemiddelde loonstijging is 2,8%.
Veel werkenden profiteren van de verhoging van de arbeidskorting.
Pensioenen worden opnieuw niet geïndexeerd.
Tip: bereken het effect van gemeentelijke minimaregelingen op de koopkracht van minima in jouw gemeente.
Vandaag is het Geldplan ZZP gelanceerd. Het is een online stappenplan waarmee zzp’ers hun geldzaken in beeld kunnen brengen. Daarmee kunnen zij zien welke risico’s er zijn, hun kans op succes vergroten en die op financiële problemen juist verkleinen.
Dit Geldplan bevat – net als andere geldplannen – geen nieuwe informatie. Maar het mooie is dat je op basis van je profiel alleen info krijgt voorgeschoteld die direct voor jou relevant is.
Ik maakte het Geldplan samen met het Nibud. Erg leuk om te doen, al was het maar om als zzp’er zelf veel te leren over mijn financiële administratie.
Tip: presenteer het Geldplan op je (gemeentelijke) website en attendeer zzp’ers erop. Het werkt preventief voor startende zzp’ers, maar is ook nuttig voor zzp’ers die al een eindje op weg zijn.
De Factsheet Armoede en Schulden 2019 van de G40 themagroep Armoede en Schulden en Platform31 laat zien aan welke knoppen gemeenten kunnen draaien rond de volgende thema’s:
Werkende armen
Sociaal incasseren
Vroegtijdig signaleren
Beschermingsbewind
Sociale energietransitie
Integrale hulpverlening
De factsheet biedt daarnaast relevante cijfers, een overzicht van de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en een aantal overwegingen voor gedragsbewust beleid.
Geen nieuws is ook nieuws. Op p. 15 en 49 van de Begroting Sociale Zaken & Werkgelegenheid staan de maatregelen rond armoede en schulden. Ik vind er geen verrassingen, geen nieuwe maatregelen of budgetten voor gemeenten. Niets waar ik niet al over geblogd heb.
Het kabinet zet vooral in op koopkrachtverbetering voor werkende armen.
Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en een minimumuurtarief van €16 voor zzp’ers.
De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd en de arbeidskorting verhoogd waardoor het verschil tussen zzp’ers en werknemers verkleint zonder dat zzp’ers (tot een inkomen van €100.000) er op achteruit gaan.
In de paragraaf Financiële prikkels voor werkaanvaarding (p. 168) worden belastingmaatregelen gepresenteerd om de armoedeval tegen te gaan (o.a. heffingskorting, arbeidskorting). Naast armoedeval worden onderscheiden: werkloosheidsval, doorgroeival, herintredersval en deeltijdval.
De koopkracht van niet-werkenden (gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden) stijgt nauwelijks volgens het Nibud. In de Miljoenennota (p. 19) wijst het kabinet erop dat de armoede sinds de crisis afneemt. In 2013 leefde 8% van de bevolking in armoede, en dat is gedaald tot minder dan 6% in 2017.
Op p. 232 staat dat in november een plan wordt gepresenteerd voor een noodstopprocedure voor de invordering van verkeersboetes en eventuele verhogingen bij mensen die deze door schulden niet kunnen betalen en wel schuldhulpverlening accepteren.
De meeste gemeenten moeten bezuinigen. Sommigen vrezen dat ook het armoedebeleid of de schuldhulpverlening onder druk komen te staan.
Op vakantie geweest? Welkom terug! Ik heb lekker gegeten, gekanood en gezweet in Spanje en Portugal.
Ik zet even het nieuws rond armoede en schulden van de afgelopen weken voor je op een rij:
De VVD in Amsterdam berekent in dit artikel voor twee voorbeeldgezinnen de inkomenseffecten en komt tot de conclusie dat werken bijna niet loont. Het zou mooi zijn als dit eens landelijk werd onderzocht. Volgens mij zijn er geen recente onderzoeken.* En dan meteen ook goed kijken naar bruto en netto, want ik vraag me af of in de Amsterdamse berekening bijvoorbeeld de arbeidskorting is meegenomen. Overigens zoekt Amsterdam nog naar manieren om de armoedeval tegen te gaan. Suggesties zijn welkom.
De Centrale Raad van Beroep heeft alsnog bepaald dat de gemeente Enschede wel nadere informatie mag eisen bij een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering.
Uit onderzoek van BCC blijkt dat de gemeentelijke laptop-regelingen voor minima flink uiteenlopen. De maximale tegemoetkoming bedraagt gemiddeld €401. Zutphen hanteert een bedrag van €100, terwijl een laptop in Wijk bij Duurstede maar liefst negen keer zoveel mag kosten.
Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening neemt af, maar de schuldenproblematiek niet, zo blijkt uit onderzoek van het Nibud. Het Nibud constateert dat vooral mannen, jongeren, gezinnen met kinderen, huishoudens met werk en huishoudens met een koopwoning zich minder vaak aanmelden bij de schuldhulpverlening.
De gemeentelijke collectieve zorgverzekering voor inwoners met een laag inkomen kan volgens het CPB worden verbeterd door het verplicht eigen risico te vervangen door een no-claim. Dat voorkomt dat mensen met een laag inkomen of bijstandsuitkering in één keer worden geconfronteerd met hoge zorgkosten. Een ander verbeterpunt is het vergroten van de keuzemogelijkheden binnen de gemeenteverzekering.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseert o.a. om in de Wgs voor verhuurders een wettelijke grondslag te creëren om te voldoen aan de AVG. Gegevens uitwisselen mag alleen vanwege een reden die in de Europese privacywet staat vermeld. Dit kan een wettelijke verplichting of publieke taak zijn, te regelen via het wetsvoorstel. Lees ook Privacyhuiswerk voor het kabinet om schuldhulp te versimpelen in Trouw.
Mensen in schuldenbewind zijn er de afgelopen tien jaar €100 netto per maand in koopkracht op achteruit gegaan. Hun inkomen steeg, maar de (vaste) lasten stegen harder. Lees en kijk op nos.nl.
De Rechtbank Rotterdam heeft als eerste een aanvraag voor een breed moratorium toegewezen.
Minima in de gemeente Oldambt wordt uitgelegd hoe ze met een klein budget toch een gezonde maaltijd op tafel kunnen krijgen.
* Aanvulling d.d. 29 aug: ik hoorde dat VNG en min. SZW in oktober 2019 de uitkomsten bespreken van recent onderzoek naar de (theoretische) armoedeval door Stimulansz.
Amsterdam gaat experimenteren met inkomensondersteuning op maat: Amsterdammers die vanuit de bijstand aan het werk gaan en boven 120% van de bijstandsnorm komen, kunnen nog enige tijd gebruik blijven maken van de minimaregelingen. Een begeleider zoekt naar ruimte binnen de gemeentelijke regels en procedures en zet een vrij budget in als dat leidt tot een perspectief op een betere toekomst. Bijvoorbeeld door het volgen van een opleiding. Met deze maatregel wil Amsterdam terugval in armoede voorkomen.
Ik herinner me dat de gemeente Goes lang geleden zo’n regeling invoerde. Maar Goes werd toen teruggefloten door het ministerie van SZW, omdat SZW vond dat het inkomensbeleid was. De gemeente gaf bijstandsgerechtigden de garantie dat er na uitstroom geen armoedeval zou optreden. Vanuit de bijzondere bijstand compenseerden zij voor een bepaalde periode de inkomensterugval.
De Amsterdamse regeling is nog in ontwikkeling, dus ik kan nog niets concreters delen op mijn blog. Maar ik stel me voor dat het regelluwe maatwerkbudget (in Amsterdam het Doorbraakfonds en het Teambudget) misschien een uitkomst kan bieden. Of verstrek zoals Rotterdam (niet op maat) een Werkbonus. Het Nibud had 10 jaar geleden een instrument* waarmee je kon berekenen of en hoeveel je er netto op vooruit gaat als je (meer) gaat werken. De link in mijn artikel werkt niet meer, en ik weet ook niet of het Nibud nog iets dergelijks heeft. Maar zo’n instrument is misschien wel handig als je individuele klanten op maat inkomensondersteuning wil bieden.
* Aanvulling d.d. 16/7/19: Het Nibud meldt zojuist dat dit nu de werkzorgberekenaar is. Corinne, bedankt!
Vermeldenswaardig in dit kader is het project ‘Simpel Switchen in de Participatieketen’. Een armoedeval kan optreden als je gaat werken. Maar er zijn meer schakelmomenten waarbij je inkomen daalt of – erger nog – tijdelijk helemaal wegvalt, bijvoorbeeld doordat je niet op tijd kunt terugvallen op een uitkering. De overgangen tussen verschillende uitkeringen of tussen bijstand en tijdelijk werk verlopen zelden rimpelloos. Met het project willen o.a. gemeenten, UWV, SVB en het ministerie van SZW de drempels en inkomstenonzekerheid voor mensen om werk te aanvaarden wegnemen en de overgangen tussen bijvoorbeeld uitkering, dagbesteding, beschut werk, banenafspraak-baan en een reguliere baan makkelijker en veiliger maken. Ook in de weg terug, als het even tegen zit.
Oplossingsrichtingen worden verzameld in een Inspiratielab. Na de zomer gaat het Inspiratielab ‘On Tour’ langs gemeenten en UWV. Er worden dan diverse oplossingsrichtingen verkend en gepresenteerd:
5 september – Alphen aan de Rijn. Toolkit Max WW. Alphen en UWV helpen WW’ers met inkomensvragen, re-integratie en voorbereiding op bijstand. Resultaat: minder instroom in bijstand!
19 september– Helmond. Bij Senzer en GR IJsselgemeenten kun je binnen een dag en zonder onnodige drempels terugvallen op een uitkering als het je even niet lukt op de arbeidsmarkt.
24 september – Amersfoort. Amersfoort zet in op het voorkomen van vorderingen en verrekent inkomsten daarom alleen nog op de maand. In een startgesprek parttime werk wordt met klanten doorgenomen wat dit financieel voor hen betekent en hoe zij de periode tot het moment dat zij hun loon en aanvullende uitkering ontvangen financieel kunnen overbruggen. Indien nodig geeft de gemeente een overbruggingspremie die niet hoeft te worden terugbetaald.
10 oktober – Leeuwarden. Leeuwarden experimenteert met een tussenrekening: een nieuwe manier van inkomstenverrekening waarbij klanten hun loon en aanvullende uitkering elke maand in één keer op een vast betaalmoment van de gemeente uitbetaald krijgen. Deze werkwijze levert voor klanten meer stabiliteit, rust en overzicht over de financiën op.
30 oktober – Maastricht. In het project ‘Gemeenschappelijke dienstverlening op locatie’ werkt Sociale Zaken Maastricht Heuvelland met CAK, SVB, UWV, belastingdienst en het juridisch loket aan integrale dienstverlening dichtbij de burger. Met de SVB loopt een project rondom de overgang van de ANW naar de bijstand. En rondom tijdelijk werk loopt een experiment om simpeler te switchen tussen tijdelijk werk en de uitkering.
In totaal gaat de tour langs bij 30 gemeenten en UWV-vestigingen. Er worden regelmatig nieuwe bezoeken toegevoegd aan de evenementenpagina.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Van Ark dat het Bbz per 1 januari 2020 op een aantal onderdelen wordt gewijzigd, waaronder:
Beperking van de toegang tot de Bbz-regeling voor oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf.
Het Bbz wordt voor de groep aan wie zowel algemene bijstand als bedrijfskapitaal wordt verleend meer in lijn gebracht met de Participatiewet: algemene bijstand wordt straks niet meer verstrekt in de vorm van een rentedragende lening en bijstand wordt niet meer met terugwerkende kracht verleend. Dit betekent dat de algemene bijstand apart straks wordt verstrekt als voorlopig renteloze leenbijstand. Wanneer blijkt dat de verdiensten onder het sociaal minimum bleven, kan deze leenbijstand worden omgezet in bijstand om niet.
In de laatste alinea’s staat dat ook gewerkt wordt aan verbetering van de schuldhulp voor zelfstandigen.
Zzp’ers lopen vaker dan werknemers en zelfstandigen met personeel (zmp’ers) risico op een inkomen onder de lage-inkomensgrens, zo meldt het CBS. Bij 9 van de 10 werkenden met risico op armoede gaat het om deeltijders.
Van de werkenden maakte in 2017 2,5% (188.000 personen) deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit percentage is vrijwel onveranderd ten opzichte van 2016. Onder zelfstandigen zonder personeel nam het armoederisico wel toe: van 8,1% naar 8,6%.
Met de nieuwe Armoedevalberekenaar van Stimulansz bereken je waar voor verschillende huishoudtypes de armoedeval ligt en welke invloed de gemeentelijke regelingen hebben. En je kunt er ook het financiële effect van een voorgenomen beleidskeuze mee doorrekenen.
De Rekenkamer Assen publiceerde deze week een onderzoek waaruit blijkt dat de armoedeval in sommige gevallen optreedt. Lees ook nog eens Bestaat de armoedeval?
Dat blijkt uit onderzoek van het Nibud. Het Nibud pleit voor een verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, ook voor zzp’ers.
Nou heb ik zelf vorig jaar mijn pensioenpotje in een huis gestoken, in de veronderstelling dat dat meer oplevert dan wanneer ik het op de bank zet. Maar ik lees in het rapport dat als ik straks oud ben, ik niet zo gemakkelijk meer verhuis en dat het niet eenvoudig is de overwaarde te verzilveren 🙁
Gisteren bleek uit onderzoek van SCP ook al dat veel zzp’ers moeite hebben om rond te komen, laat staan om wat opzij te zetten voor later.
Het aandeel werkende armen stijgt sinds 1990. De toename in de periode 2001-2014 is vermoedelijk vooral ontstaan door achterblijvende lonen, dalende winsten en toenemende werkloosheid. Werkende zzp’ers, alleenstaanden en mensen met een migratie-achtergrond behoren vaak tot de armen. Werknemers zijn vooral arm door weinig gewerkte uren, zelfstandigen door een laag uurinkomen.
Het SCP concludeert ook dat gemeenten in hun beleid weinig specifieke aandacht besteden aan werkende armen en niet goed weten hoe ze deze groep moeten bereiken. Er worden een paar suggesties gedaan:
Bereik werkenden via gemeentebladen, huis-aan-huisbladen en regionale nieuwszenders, sociale media, gemeentelijke website en ‘vindplaatsen’ als de Kamer van Koophandel, de (grotere) werkgevers, uitzendbureaus, huisarts, de school van hun kinderen, sociaal raadslieden en woningcorporaties.
Compenseer voor werkenden met een gedeeltelijke bijstandsuitkering de extra kosten van kinderopvang of woon-werkverkeer en laat een deel van de arbeidsinkomsten vrij.
Hanteer een verkorte aanvraagprocedure bij een eventuele terugval in de uitkering.
Als werkenden niet gebruikmaken van minimaregelingen is er een armoedeval en ontstaat het beeld dat je beter af bent met een uitkering. Lees bijvoorbeeld vandaag in de Telegraaf: Kennissen die niet werken zitten ruimer dan ik.
Zelfstandigen die in 2014-2016 een lening uit de Bbz als gift bij hun inkomen moesten tellen, krijgen compensatie. Dit kondigt staatssecretaris Snel van Financiën aan in een brief aan de Tweede Kamer. Sinds 2017 bestaat dit probleem niet meer, omdat de gift niet langer tot het inkomen wordt gerekend. Lees meer.
Leiden wil met onder andere belastingadvies, gastlessen en peer-to-peer aanpak op scholen, budgetcursussen, online tools, hulp bij thuisadministratie, nazorg en een sociaal leenfonds voorkomen dat schulden ontstaan of verergeren. In het Preventieplan staan preventieactiviteiten voor onder meer jongeren, zelfstandigen en mensen met een licht verstandelijke beperking. Leiden reserveert hiervoor €200.000 per jaar.
Leiden zet ook stevig in op Vroegsignalering. Daarvoor begroot de gemeente nog eens €544.000 per jaar. De projectplannen van Leiden en andere gemeenten vind je in het artikel Evaluaties en projectplannen Vroegsignalering Schulden.
Eerder deze maand meldde ZZP Nederland, dat 80 % van de zzp’ers totaal onbekend is met het Bbz.
Check nog even of jouw gemeente geen zelfstandig ondernemers uitsluit van schuldhulpverlening, zoals de Ombudsman en Inspectie SZW onlangs constateerden. Let op: als je alleen ex-ondernemers helpt, en ondernemers doorverwijst naar het Bbz, dan vallen sommige ondernemers buiten de boot, omdat zij niet tot de doelgroep van het Bbz behoren. Bijvoorbeeld omdat de partner van de zzp’er een inkomen heeft. Bovendien wordt binnen de Bbz vaak eenzijdig ingezet op herfinanciering met een Bbz-krediet (áls de zzp’er al een krediet kan dragen). Instrumenten als schuldbemiddeling en -sanering zou je vanuit de schuldhulpverlening in veel gevallen ook prima (of beter) kunnen inzetten voor ondernemers.
Zojuist presenteerde het CBS nieuwe armoedecijfers. Het aantal huishoudens met een laag inkomen is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. Het aantal kinderen in armoede is afgenomen. Maar het aantal huishoudens dat minstens 4 jaar een laag inkomen heeft, is toegenomen. Het CBS verwacht in 2018 een daling van de armoede. Het CBS presenteert traditiegetrouw ook cijfers per gemeente en op wijk- en buurtniveau.
Het CBS presenteert vandaag cijfers over de lage inkomensgrens t/m 2015. Maar cijfers over sociaal minimum – zeg maar bijstandsniveau, het door gemeenten gehanteerde criterium – zijn ook nog te vinden op het vernieuwde Statline van CBS. Cijfers t/m 2014.
Op Kamervragen over de uitsluiting van zelfstandigen van schuldhulp antwoordt staatssecretaris:
Gemeenten mogen geen uitsluitingsgronden in het kader van de schuldhulpverlening hanteren. Zij moeten, ook in geval van mensen met een onderneming, een individuele afweging maken. Op grond van de individuele omstandigheden kan vervolgens de toegang tot de schuldhulpverlening worden geweigerd. Het simpele feit dat er sprake is van een onderneming is niet voldoende om geen schuldhulpverlening aan te bieden.
Ook schrijft ze dat het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004) niet automatisch door de gemeente als passend en toereikend mag worden aangemerkt. En dat de gemeente de ondernemer niet zou moeten verplichten om de onderneming, indien deze rendeert, stop te zetten.
Goed om dit nog eens te benadrukken; in de praktijk is het vaak anders.
Meer nieuws van SZW: onder de titel ‘Ondernemend uit de schulden, gemeenten bieden hulp‘ heeft SZW onlangs filmpjes laten maken van een viertal organisaties die gemeenten kunnen inzetten om hen te helpen bij de schuldhulpverlening aan ondernemers. Er zijn vijf filmpjes, waaronder dit compilatiefilmpje:
Op p. 27 van het vanmiddag gepresenteerde Regeerakkoord wijdt de nieuwe coalitie een paragraaf aan het Terugdringen van schulden en armoede:
Eén op de tien huishoudens heeft problematische schulden. Daarnaast loopt een grote groep het risico om problematische schulden te krijgen. Het kabinet wil het aantal mensen met problematische schulden terugdringen en mensen met schulden effectiever te helpen. Schuldhulpverlening is en blijft een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Via programmatische afspraken wenst het kabinet met gemeenten tot een vernieuwende schuldenaanpak en een verbeterd schuldhulpverleningstraject te komen. Hierbij kunnen de volgende thema’s aan bod komen:
– Verbeteren van de (toegang tot) schuldhulpverlening, met kortere wachttijden.
– Beter samenwerken met andere partijen om onnodig oplopen van schulden te voorkomen.
– Voorkomen van uithuisplaatsingen, zeker als daar kinderen bij betrokken zijn.
– Ruimte geven aan gemeenten om op lokaal niveau met vernieuwende aanpakken en maatwerk te experimenteren.
De overheid heeft als schuldeiser een bijzondere verantwoordelijkheid om onnodige vergroting van schulden te voorkomen. De overheid dient de beslagvrije voet te respecteren. Om escalatie van schulden te voorkomen, wordt meer ingezet op direct contact met schuldenaren. De stapeling van boetes vanwege te laat betalen en bestuursrechtelijke premies wordt gemaximeerd. Mogelijkheden voor
betalingsregelingen worden uitgebreid.
Bij incasso worden misstanden effectiever bestreden. De maximale incassokosten die in rekening mogen worden gebracht, worden gehandhaafd en er wordt bezien of het minimumbedrag omlaag kan. Er komt een incassoregister waarin incassobureaus worden opgenomen, die voldoen aan eisen met betrekking tot oprichting, bedrijfsvoering en opleiding. Indien een incassobureau te vaak de fout ingaat, wordt het beboet en verliest het de registratie.
Excessen in kredietverlening zullen worden tegengegaan, net als verdienmodellen waarbij hoge rentes mensen in de problemen brengen en de kosten van wanbetaling op de samenleving worden afgewenteld.
De juridische afhandeling van schulden wordt verbeterd. Schuldeisers dienen eerst de mogelijkheden van een betalingsregeling te onderzoeken voor een zaak voor de rechter wordt gebracht. Er komt een experiment met een schuldenrechter, die alle zaken van een schuldenaar geconcentreerd behandelt.
Gemeenten krijgen een adviesrecht in de gerechtelijke procedure rondom schuldenbewind.
Met gemeenten en erkende vrijwilligersorganisaties wordt gewerkt aan een landelijk dekkend netwerk van vrijwilligersprojecten gericht op schuldhulp en financiële begeleiding.
Het kabinet zal extra middelen beschikbaar stellen voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede – in het bijzonder onder kinderen. Op p. 61 zie ik bedragen staan: €30, €25 en €25 miljoen voor 2018, 2019 respectievelijk 2020. Niet structureel dus. Ik neem aan dat dit komt bovenop de Klijnsmagelden. Ik weet niet of het via gemeenten wordt uitgekeerd.
En verder lees ik:
P. 26: Het kabinet gaat in gesprek met gemeenten over de wijze waarop zij actief uitvoering geven aan de bestaande tegenprestatie. Omdat werk een zeer belangrijke onderdeel is van integratie, moet de arbeidsmarktpositie van Nederlanders met een migratieachtergrond –nieuwkomers én oudkomers– worden verbeterd. Om de beheersing van de Nederlandse taal –en daarmee het toekomstperspectief– te vergroten, geven gemeenten actief uitvoering aan de bestaande verplichting om de Nederlandse taal te leren. Het kabinet wil hierover niet-vrijblijvende bestuurlijke afspraken maken met gemeenten.
P. 27: Wanneer mensen vanuit de bijstand aan het werk komen, is het van belang dat ze er ook echt op vooruit gaan. Daarom wil het kabinet met gemeenten afspraken maken over het lokaal beleid om de armoedeval te verkleinen. Ook blijft de huidige ruimte voor experimenten in de Participatiewet om bijstandsgerechtigden weer actief te krijgen op de arbeidsmarkt.
P. 55: Te veel nieuwkomers blijven te lang aangewezen op een bijstandsuitkering. Dit is een onacceptabele uitkomst van het inburgeringsbeleid. Om dat te voorkomen dient er, waar mogelijk, een activerend en tegelijk ontzorgend systeem van sociale voorzieningen te zijn. Een simpeler en activerend systeem van voorzieningen voor statushouders kan dan inhouden: integratie met burgerschapswaarden en een verplicht leer- en (vrijwilligers)werktraject; een begeleide toegang tot de verzorgingsstaat: gemeenten
innen de zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand gedurende de eerste twee jaar en de nieuwkomer ontvangt deze voorzieningen en begeleiding in natura met leefgeld. Na een toetsmoment kan een statushouder die zichzelf redt op de arbeidsmarkt, eventueel eerder uitstromen. Iemand die niet slaagt voor de toets, stroomt in principe nog niet uit. Op basis van het voorgaande worden middelen en werkwijzen ontwikkeld die in alle gemeenten toepasbaar kunnen zijn, zo nodig op basis van wet- en regelgeving, die het mogelijk maakt op deze wijze de zelfredzaamheid van nieuwkomers te bevorderen.
P. 66: De jaarlijkse afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon voor de bijstand wordt verlaagd van 5%-punt naar 3,75%-punt. Jaarlijks structureel, zo interpreteer ik het. In de Miljoenennota 2018 werd dit al aangekondigd voor alleen het jaar 2018. Lees wat dit betekent in Sociaal minimum gaat omlaag (2011) en Hoe zit dat nou precies met die dubbele heffingskorting? (2011).
P. 16: De hoogte van het maximale verplichte eigen risico voor zorgkosten wordt deze kabinetsperiode bevroren op €385 per jaar. Het niet verhogen van het eigen risico leidt, gegeven de financieringssystematiek in de Zvw, tot hogere zorgpremies.
P. 31: De harde afbouwgrens in de huurtoeslag wordt omgevormd naar een geleidelijkere afbouw.
Het verschil tussen een uitkering en de laagste salarissen is te klein, vinden ze in Rotterdam. Daarom trekt de stad ruim €2 miljoen uit voor een eenmalige bonus van €50 voor 40.000 werkenden met een inkomen tussen de 100 en 130% van het minimumloon.
Lees in de Volkskrant en op NOS.nl meer over o.a. de armoedeval en deze en andere ‘oplossingen’.
De vraag is of dit inkomensbeleid is. Gemeenten mogen geen inkomensbeleid voeren. Dat is voorbehouden aan het rijk. Gemeenten mogen bij inkomensondersteuning geen doelgroepen uitsluiten op basis van inkomstenbron. Zo mag je als gemeente ook niet een inkomensregeling treffen die alleen toegankelijk is voor bijstandsgerechtigden. Het rijk verstrekt al een werkbonus o.a. in de vorm van arbeidskorting bij de belastingaangifte. Je mag dat als gemeente niet zomaar opplussen.
Ik werd op Business Radio door Jacqueline Zuidweg geïnterviewd over schuldhulpverlening voor zelfstandig ondernemers. Luister en lees mijn blog. Ik zou het mooi vinden als de gemeentelijke afdelingen schuldhulpverlening en BBZ elkaar wat beter weten te vinden en afstemmen.
Geldboek
Vorige week werd een update van het Geldboek voor ondernemers gepresenteerd. Het Geldboek bevat alle basisinformatie over geldzaken, financiering vinden, administratie en belastingen.
Meer zzp’ers vragen bijstand aan
Het aantal bijstandsaanvragen door zelfstandige ondernemers is onverwacht met 12% toegenomen in het eerste kwartaal, zo lees ik op de website van het IMK. Ook krakkemikkige schuldhulpverlening voor zzp’ers en onderbenutting of zwakke uitvoering BBZ kunnen leiden tot meer instroom in de bijstand. Dan zijn de kosten net zo goed voor rekening van de gemeente.
62% van de werkgevers heeft te maken met werknemers die in de schulden zitten, zo meldt het Nibud. Zo’n werknemer kost de baas zo’n €13.000 per jaar. Bijvoorbeeld vanwege stress, ziekteverzuim of de administratieve kosten als er beslag wordt gelegd op het loon.
Ruim de helft van de werkgevers ziet personeel met schulden als een groot risico. Ze kosten niet alleen geld, maar diefstal en fraude ligt ook op de loer. Ook zijn werknemers met grote schulden vatbaarder voor omkoping, vermoeden werkgevers.
Daarin vind je o.a. diverse aanpakken voor schuldpreventie en vroegsignalering (hoofdstuk 3), zoals het 155-noodloket (155 red een bedrijf). Dit is een initiatief van IMK en gemeenten om vroegtijdig met zelfstandigen in nood in gesprek te komen. De ondernemer wordt na telefonische aanmelding binnen 24 uur uitgebreid telefonisch te woord gestaan door een ervaren adviseur. Het project is in een groot aantal gemeenten opgestart en blijkt veel ondernemers snel van waardevolle praktische adviezen te voorzien. Vooral de makkelijke toegang (telefonische aanmelding, geen formulieren) maakt dat ondernemers zich sneller melden.
In hoofdstuk 4 lees je over de verbinding tussen Bbz en schuldhulpverlening. Met een Bbz-krediet kun je ook schulden saneren. De werkwijze is ongeveer hetzelfde als in de reguliere minnelijke schuldhulpverlening. Verschil is dat het Bbz-krediet rentedragend is en alleen beschikbaar voor ondernemers met een huishoudinkomen op het sociaal minimum. Daarnaast kan een aflosperiode worden overeengekomen die langer is dan bij een reguliere minnelijke schuldregeling (dus langer dan 3 jaar).
Blader ook nog eens door de Handreiking Bestrijding van armoede onder zelfstandigen. Hij is wat gedateerd (2010), maar bevat nog steeds een paar waardevolle tips en trucs. Bijvoorbeeld over het vormgeven van minimaregelingen zodanig dat ook zelfstandigen ervoor in aanmerking komen.
Minister Asscher heeft de Tweede Kamer vorige week geïnformeerd over de ontwikkeling van de koopkracht in de kabinetsperiode en de mate waarin beleid daarop van invloed is. Er is gekeken naar de periode 2012-2017.
‘De mediane koopkracht van alle huishoudens stijgt cumulatief met 5,5%. Deze verbetering is deels het gevolg van economische omstandigheden en deels van inkomensbeleid. Als gevolg van de economische omstandigheden stijgt de koopkracht met 3,4%. Het inkomensbeleid van het kabinet draagt in doorsnee 1,7% bij aan de koopkrachtontwikkeling.
Niet voor alle huishoudens is de koopkracht gestegen. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen huishoudens waarneembaar. De werkenden hebben hun koopkracht het meest zien verbeteren. Voor werkenden in de laagste inkomensgroep heeft het inkomensbeleid met 5,5% het sterkst bijgedragen aan de totale koopkrachtverbetering. Bij de hoogste inkomens wordt de koopkrachtontwikkeling grotendeels gestuurd door autonome ontwikkelingen. Ook voor uitkeringsgerechtigden is de koopkracht de afgelopen jaren gestegen. In doorsnee is de koopkracht van gepensioneerden gedaald. Dit is met name het gevolg van achterblijvende pensioenindexatie. Ouderen met een laag inkomen zijn er juist in koopkracht op vooruit gegaan. Het inkomensbeleid heeft gezorgd voor een verkleining van de inkomensongelijkheid in de kabinetsperiode.’
In hoofdstuk 8 van de notitie terugblik inkomensbeleid en koopkracht is te lezen dat de armoedeval kleiner is geworden. Dat heeft o.a. te maken met verhoging van de arbeidskorting en verlaging van het sociaal minimum. Bij het bepalen van de armoedeval is ook de bijzondere bijstand meegenomen, maar in de notitie wordt helaas niets gezegd over het effect van de bijzondere bijstand op de armoedeval.
Ouderen
Pensioengerechtigden met een wat hoger inkomen, komen er dus niet zo goed van af. Maar het vertrekpunt is voor deze groep wel positiever dan voor veel andere groepen. Zie de aflevering van Zondag met Lubach hierover (wat minder taai dan een gemiddeld onderzoeksrapport). De armoede onder pensioengerechtigden is al jaren relatief laag. Van alle Nederlanders is 7,6% arm. Van de pensioengerechtigden is 3% arm (zie persbericht SCP sept. 2016). Ouderen tussen 55-65 jaar zijn overigens juist weer wel relatief arm.
Hier is ‘ie dan, de Miljoenennota 2017. Maar vooral interessant is de Begroting SZW 2017. Daarin is het volgende te lezen over armoedebeleid en schuldhulpverlening:
p. 16. Specifiek voor armoedebestrijding onder ouderen met een bijstandsuitkering stelt het kabinet in 2017 en 2018 in totaal € 7,5 miljoen beschikbaar via het Gemeentefonds.
p. 16. Om ervoor te zorgen dat ook kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen kansrijk kunnen opgroeien, stelt het Rijk structureel € 100 miljoen beschikbaar voor benodigdheden voor kinderen (0 tot 18 jaar) waardoor ze mee kunnen doen en die ze nu missen door armoede. Het gaat bijvoorbeeld om schoolbenodigdheden, sportattributen, zwemles, kleding of schoolreisje. Om er zeker van te zijn dat de middelen direct bij de kinderen terecht komen, ontvangen de kinderen deze benodigdheden in natura. De beschikbaarstelling van deze middelen zal op een dusdanige wijze gebeuren dat er zo min mogelijk administratieve lasten zijn. (NB. Op Zorg+Welzijn lees ik dat 90 van de € 100 miljoen naar gemeenten gaat, maar dat kan ik nergens terugvinden in de stukken bij de Miljoenennota. In de Volkskrant staat 85 van de € 100 miljoen, dus het zal zo ongeveer wel kloppen). (Lees update d.d. 21 sept.)
P. 16/17. gaat over de vereenvoudiging van de beslagvrije voet. Bevat geen nieuws (zie laatste nieuws op mijn blog), maar wel een mooi plaatje met de oude en nieuwe beslagvrije voet:
P. 169.
Ook in 2017 wordt de armoedeval kleiner. Werkenden met een lager inkomen gaan er het meeste op vooruit. Zij profiteren niet alleen van de maatregelen uit het koopkrachtpakket, maar ook van de verhoging van de maximale arbeidskorting.
Een toename van de gemiddelde nominale zorgpremie van € 1.199 naar € 1.241;
Beleidsmatige verhoging van de normpercentages van de zorgtoeslag. De zorgtoeslag stijgt hierdoor met € 15 voor een alleenstaande en € 33 voor een paar. Dit bovenop de stijging van de zorgtoeslag als gevolg van de hogere zorgpremie;
Een beleidsmatige verhoging van de algemene heffingskorting met € 5 tot € 2.254 in 2017;
Een beleidsmatige verhoging van de maximale arbeidskorting met € 110 tot € 3.223. Tegelijkertijd wordt de arbeidskorting € 2.325 eerder afgebouwd, vanaf € 32.444 in 2017, maar met een lager percentage (3,6%) dan in 2016 (4%);
De eerste- en tweede-kindbedragen in het kindgebonden budget worden met respectievelijk € 100 en € 67 verhoogd;
Een beleidsmatige verhoging van de ouderenkorting tot de inkomensgrens met € 101 tot € 1.292 in 2017;
Afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de sociale zekerheid naar 1,8125 vanaf januari 2017 en 1,8 vanaf juli 2017 en versobering uitbetaling algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner naar 40% in 2017.
P. 177. Vanaf 1 januari 2017 wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag structureel verlaagd. De verlaging van de eigen bijdrage is vormgegeven door de opslag op de normhuur (de opslag plus de normhuur is het bedrag dat voor eigen rekening komt van de huurtoeslagontvanger) met € 10,50 per maand te verlagen. Elke huurtoeslagontvanger met een huur hoger dan de normhuur (ongeveer € 230 per maand) heeft hierdoor een positief inkomenseffect van € 10,50 per maand. Voor de ontvangers van huurtoeslag is het gemiddelde positieve inkomenseffect 0,6%.
P. 245. Overzicht van subsidies voor projecten rond armoede en schulden.
Ook interessant: Op Nibud.nl zijn koopkrachtplaatjes te vinden van diverse huishoudens. De website wordt druk bezocht vanavond, want hij loopt regelmatig vast.
Vandaag presenteerde de FNV haar Lokale Monitor editie 2016. In de monitor legt de FNV alle gemeenten langs de sociale meetlat.
De belangrijkste conclusies in relatie tot armoedebeleid en schuldhulpverlening:
78% van de gemeenten hanteert voor de individuele inkomenstoeslag een inkomensgrens van 110% van het sociaal minimum of lager. In bijna alle gemeenten hebben minima wel na 3 jaar (of korter) recht om de toeslag opnieuw aan te vragen. De verstrekte bedragen verschillen enorm per gemeente.
In 4 jaar tijd hebben meer gemeenten een hogere inkomensgrens vastgesteld voor de minimaregelingen. De monitor laat een stijging van ruim 50% zien (t.o.v. 2012) van gemeenten die een inkomensgrens hanteren tussen de 120% en 150%.
De ruime meerderheid verstrekt geen vast bedrag voor de meerkosten die chronisch zieken en mensen met beperkingen moeten maken. De meeste gemeenten komen deze doelgroep wel gedeeltelijk tegemoet in de kosten die zij moeten maken voor de premie van de collectieve ziektekostenverzekering. Iets minder dan de helft van de gemeenten doet dat voor de verplichte eigen risico.
Daarnaast bieden de meeste gemeenten een compensatie aan, via de bijzondere bijstand of de collectieve ziektekostenverzekering, voor het betalen van de eigen bijdragen Wmo maatwerkvoorzieningen. 44% van de gemeenten vraagt geen eigen bijdrage voor de Wmo algemene voorzieningen.
60% van de gemeenten doet geen onderzoek naar de financiële effecten van de kostendelersnorm.
De gemiddelde wachttijd voor de aanvraag van de bijstandsuitkering is in de afgelopen 10 jaar iets afgenomen. In 17% van de gemeenten wordt automatisch een voorschot verstrekt.
Vanaf p. 40 lees je hoe jouw gemeente scoort. Op p. 37/38 vind je reacties van gemeenten en goede voorbeelden.
Ik kom er niet aan toe om over alle onderzoeken uitgebreid te rapporteren op mijn blog. Daarom hier een korte samenvatting van onderzoeken die de afgelopen weken werden gepresenteerd:
De gemiddelde schuld van een zzp’er met financiële problemen is €135.000, blijkt uit cijfers die BNR heeft opgevraagd. De cijfers zijn volgens mij afkomstig van de NVVK, maar ik kon ze zelf niet vinden in het Jaarverslag 2015 van de NVVK.
Mensen met lage inkomens lopen vaak meer dan € 1.000 per jaar mis doordat ze toeslagen niet aanvragen. Volgens het VARA-programma Kassa vraagt 1 op de 7 huishoudens toeslagen waar ze recht op hebben niet aan. Ze lopen daardoor gemiddeld €1.330 mis.
Sinds 2014 ben ik in N-Brabant betrokken bij de inkoop van jeugdzorg. Daarom lees ik met extra interesse het CPB-rapport met de conclusie: ‘Jongeren met een achtergrond in de jeugdzorg, doen na hun achttiende een groot beroep op de Wajong, bijstand en de zorg’. Voor het gemak ga ik er maar van uit, dat ook het beroep op bijzondere bijstand en schuldhulp relatief groot is.
Hoe langer mensen in de bijstand zitten, hoe meer zij vinden dat ze niet meer kunnen werken. De oorzaak hiervan schuilt o.a. in de vruchteloze sollicitatiepogingen en het effect van niet-werken op de gezondheid. Bron: Divosa/CBS.
Opgroeien in ermbarmelijke omstandigheden kan je genen veranderen en verhoogt het risico op depressies en een drugs- of alcoholverslaving. Dat blijkt uit een studie die gepubliceerd is in het wetenschappelijke vakblad Molecular Psychiatry.