Net als de Ombudsman onderzocht de Inspectie SZW de toegang tot de schuldhulpverlening. Bij de Ombudsman is het glas halfleeg. Bij de Inspectie SZW is ‘ie halfvol.
De Inspectie concludeert: “dat er over het algemeen sprake is van een brede toegang tot schuldhulpverlening. Bijna alle gemeenten (93%) gaan bij een verzoek tot schuldhulpverlening over tot een individuele afweging van de situatie van de hulpvrager voordat een gemeente een besluit neemt een aanvraag toe te kennen dan wel af te wijzen. Ook is er geen sprake van wijdverbreide categoriale uitsluiting van bepaalde doelgroepen. Wel zien we dat nog vrij veel gemeenten de toegang beperken voor zelfstandigen (41%), mensen met fraudeschulden (20%) en mensen die al eerder gebruik hebben gemaakt van een vorm van schuldhulpverlening (21%). Zelfstandigen met financiële problemen worden doorverwezen naar een gemeentelijke regeling die voor deze doelgroep in het leven is geroepen (de Bbz, Besluit bijstandverlening zelfstandigen). Voor de andere groepen waarbij een weigeringsgrond van toepassing is, vindt er in toenemende mate een brede individuele afweging plaats voordat een gemeente een besluit neemt.”
“Dit neemt niet weg dat we enkele kwetsbaarheden in het proces signaleren. Onder meer de kennis die bij de meldpunten aanwezig is om burgers goed door te geleiden naar schuldhulpverlening is bij een derde van de gemeenten een punt van aandacht. Daarnaast krijgt gemiddeld 20% van de mensen met problematische schulden geen schuldhulpverlening. Meestal omdat de gemeente ervoor kiest om de hulpverlening eerst op andere problemen te richten, bijvoorbeeld in geval van een verslaving. Bij een derde van de gemeenten wordt echter niet bewaakt dat de schuldhulpverlening gestart kan worden op het moment dat de situatie is gestabiliseerd. Dat behoeft ook enige aandacht.”
En verder: “Gemeenten geven niet bij alle vormen van schuldhulpverlening een beschikking af. Nagenoeg alle gemeenten geven een beschikking af voor een schuldregeling, en ongeveer twee derde voor budgetbeheer en duurzame financiële dienstverlening. Vormen waarvoor geen beschikking wordt afgegeven zijn doorgaans een adviesgesprek en ondersteuning door een externe partij. Zes procent van de gemeenten geeft voor geen enkele vorm van schuldhulpverlening een beschikking af. De reden dat gemeenten geen beschikking afgeven is omdat zij menen dat dat niet nodig is, omdat de Wgs in hun ogen niet van toepassing is of omdat niet zij, maar een derde partij (zoals de Kredietbank), een ‘relatie’ aangaat met de hulpvrager.”