Zoveel mogelijk jongeren schulden(zorg)vrij én met perspectief, dat is de missie van stichting Jongeren Perspectief Fonds. De stichting stimuleert en faciliteert de landelijke uitrol van de JPF-aanpak in zoveel mogelijk gemeenten. JPF ondersteunt gemeenten zowel financieel als praktisch en in alle fasen, van besluitvorming, opzet en implementatie tot uitvoering.
De vorige week verschenen VNG-handreiking ondersteunt bij de afweging of en hoe de JPF-aanpak een aanvulling kan zijn op de dienstverlening in jouw gemeente. Het ondersteunt bij de implementatie en er wordt een duidelijke koppeling gemaakt naar doelgroepenaanpak zoals benoemd in de basisdienstverlening.
Er zijn nu 39 gemeenten die de JPF-aanpak uitvoeren en zijn aangesloten op het JPF-lidmaatschap. Binnen dit lidmaatschap ondersteunt JPF gemeenten met:
Toolkit met praktische ondersteuningsproducten (businesscase, collegevoorstel, plan van aanpak, functieprofielen, perspectiefplan, communicatiemateriaal, voorbeeldbrieven, etc.);
Effectmonitor waarin gemeenten de voortgang en de maatschappelijke baten kunnen zien;
Online Community, 4x per jaar live kennissessies en andere vormen van kennisdeling, intervisie en vakontwikkeling;
Animatievideo’s om jongeren en ketenpartners te informeren.
In februari ging de JPF-documentaire live. Hierin vertellen twee jongeren wat het traject voor ze heeft betekend. Een projectleider vertelt waarom deze aanpak goed werkt voor gemeenten:
Kwetsbare huishoudens kunnen ook dit jaar via het Noodfonds Energie ondersteuning krijgen bij het betalen van de energierekening. Dat is de uitkomst van een nieuwe ronde gesprekken tussen het kabinet en de energiesector. Net als in voorgaande jaren gaat het om een publiek-privaat fonds en is de uitvoering belegd bij Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE). Het kabinet reserveerde voor 2025 €60 miljoen. De energiesector draagt de uitvoeringskosten.
Het is nog niet bekend wanneer huishoudens een aanvraag kunnen indienen. Wel lees je in het nieuwsbericht dat TNE tenminste 8 weken nodig heeft om het energiefonds operationeel te krijgen. Op noodfondsenergie.nl kun je je mailadres achterlaten als je op de hoogte wil blijven over de ontwikkelingen.
Ik ga ervan uit dat de aanvraagcriteria en -procedure ongeveer hetzelfde zullen zijn als in voorgaande jaren, maar ik lees niets daarover.
De Tweede Kamer nam vandaag de motie Van Eijk en Inge van Dijk aan die de regering verzoekt een maatregel te nemen die ervoor zorgt dat schuldhulpverlening ook na volledige kwijtschelding gedurende 12 maanden verplicht in beeld blijft om zo het ontstaan van nieuwe problematische schulden te voorkomen. De motie is ingediend constaterende dat in de nieuwe richtlijn van de NVVK de volledige kwijtschelding van schulden zonder aflossing of tegenprestatie als optie voor het oplossen van schulden is opgenomen en dat een schuldenaar na kwijtschelding verdere schuldhulpverlening om herhaling te voorkomen mag weigeren. Overwegende dat het aantal crediteuren dat een dergelijk ‘nul-aanbod’ krijgt sindsdien fors is toegenomen en hierdoor bij kleine crediteuren financiële problemen kunnen ontstaan. De indieners spreken uit dat schulden in beginsel moeten worden afbetaald en dat het wenselijk is dat dit waar mogelijk ook gebeurt. *
Er zijn nog meer moties aangenomen m.b.t. schuldenproblematiek. Wel wat minder relevant voor gemeenten:
Motie Ceder c.s. over er alles aan doen om “buy now, pay later”-dienstverlening in fysieke winkels tegen te houden.
Motie Ceder over een pilot waarbij Wki-gecertificeerde incassobureaus inzagerecht krijgen in een gelimiteerd deel van de Basisregistratie Personen.
Motie Welzijn en Ceder over monitoren in hoeverre aanbieders van BNPL-dienstverlening voldoen aan de Consumer Credit Directive.
Motie Inge van Dijk en Ceder over bekijken of het mogelijk is BNPL-betalingen in fysieke winkels te verbieden of te ontmoedigen.
Motie Inge van Dijk over ervoor zorgen dat de consumentenbescherming van de CCD II-regelgeving ook geldt voor webshops met achteraf betalen.
Motie Lahlah en Ceder over schuldeisers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders scholen in suïcidepreventie.
Motie Van Eijk en Inge van Dijk over nieuwe problematische schulden voorkomen door te zorgen dat na de volledige kwijtschelding de schuldhulpverlening gedurende 12 maanden verplicht in beeld blijft (t.v.v. 24515-791).
Motie Ceder over analoog aan het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen een register voor consumptieve kredieten en leningen ontwerpen (t.v.v. 24515-781).
* Ook Kamerlid Ceder (CU) stemde voor, met daarbij de stemverklaring dat de verplichting opgepakt moet worden als bevoegdheid voor de gemeente om begeleiding verplicht aan te bieden.
Je kunt tot 28 februari reageren op de publieke internetconsultatie over het Sociaal Klimaatfonds. Dit fonds is bedoeld om de sociale gevolgen van de energietransitie op te vangen en kwetsbare huishoudens te ondersteunen bij verduurzaming en energiekosten. Het fonds biedt financiering om energiearmoede te verminderen, bijvoorbeeld via inkomensondersteuning of investeringen in verduurzaming. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol, zowel in de uitvoering als in het bereiken van de juiste doelgroepen.
Het Nederlandse fonds wordt opgezet met geld uit het Europese Social Climate Fund. Er is ongeveer €720 miljoen beschikbaar voor Nederland voor de periode 2026-2032. Het kabinet zal na de internetconsultatie plannen voor de Nederlandse invulling indienen bij de Europese Commissie.
De voorstellen
Tijdelijke steun bij het betalen van de energierekening en structurele verduurzaming van woningen voor huishoudens met een laag inkomen. Dit gaat over subsidies of leningen voor huishoudens om woningen te verduurzamen. Dit is gekoppeld aan gerichte financiële steun voor huishoudens die tijdelijk hun energierekening niet kunnen betalen¸ bijvoorbeeld door het oprichten van een energiefonds;
Zorgen dat huishoudens en personen met vervoersarmoede duurzaam kunnen (blijven) reizen. Bijvoorbeeld door het stimuleren van elektrisch vervoer, deelmobiliteit of de aanleg van fietsinfrastructuur. Maar ook door financiële ondersteuning in de vorm van een regionaal ov- vervoerbewijs dat geldig is in zowel de bus, tram, metro als trein. Om huishoudens te helpen om over te schakelen naar elektrisch vervoer wordt gedacht aan een inruilregeling. Mensen met een laag inkomen kunnen dan een premie krijgen om hun oude fossiele auto in te wisselen voor een (tweedehands) elektrische auto.;
Hulp aan micro-ondernemingen (bedrijven met minder dan tien medewerkers) om hun energieverbruik te verminderen. Dit gebeurt door de inzet van energiefixers die langskomen bij bedrijven en direct energiebesparende maatregelen nemen. Zo worden de energiekosten direct lager;
Het opnieuw financieren van twee maatregelen waarover al eerder is besloten en die al op de Rijksbegroting staan: (1) Leningen via het Warmtefonds aan woningeigenaren en vve’s om substantiële energiebesparende maatregelen uit te laten voeren en (2) 25% korting op motorrijtuigenbelasting elektrische auto’s tussen 2026 en 2029.
Het zeer lezenswaardige onderzoeksrapport van het Instituut voor Publieke Economie (IPE) belicht de complexe realiteit van inkomensafhankelijke gemeentelijke regelingen, waarmee gemeenten noodgedwongen de lacunes in landelijk beleid opvullen. Hoewel deze regelingen essentiële ondersteuning bieden aan mensen met een laag inkomen, veroorzaken ze ook rechtsongelijkheid, complexiteit en inefficiëntie.
De 21 onderzochte gemeenten kennen maar liefst 90 verschillende inkomensafhankelijke regelingen. Hetzelfde huishouden kan, afhankelijk van de woonplaats, €200 meer of minder per maand krijgen. In 2021 ging er naar schatting bijna € 1 miljard om in gemeentelijk minimabeleid. Hiervan werd 2/3 besteed aan bijzondere bijstand en 1/3 aan regelingen die hier niet onder vallen. Gemeentelijke regelingen kunnen oplopen tot 7% van het inkomen van een huishouden in de bijstand.
Aanbevelingen
IPE vond 5 regelingen die het beste bij gemeenten passen, omdat ze gericht zijn op individueel maatwerk of lokale verschillen. Maar de onderzoekers vonden ook 6 regelingen die beter landelijk kunnen worden uitgevoerd, omdat de Rijksoverheid voldoende gegevens heeft en er geen individueel maatwerk nodig is. Ten slotte vonden ze 21 participatieregelingen die gemeenten kunnen samenvoegen tot één minimatoelage. Ze doen uiteindelijk de volgende aanbevelingen, die ik van harte onderstreep en die bovendien goed aansluiten op die van de Commissie Sociaal Minimum en het programma Vereenvoudiging inkomensondersteuning voor Mensen (VIM):
Rijksoverheid:
Gemeenten:
1.Verminder de afhankelijkheid van gemeentelijke regelingen door de bestaanszekerheid via landelijk beleid te verhogen. 2. Centraliseer kinderopvang-, laptop- en meerkostenregelingen en de studietoeslag, collectieve zorgverzekering en individuele inkomenstoeslag. 3. Maak geld geven makkelijker voor gemeenten en hanteer een heldere, werkbare definitie van inkomenspolitiek. (en maak ambtshalve verstrekking mogelijk, red.) 4. Spreek met de Belastingdienst af welke regelingen wel en niet worden belast. 5. Maak expliciet welke regelingen gemeenten moeten en mogen aanbieden en tegen welke voorwaarden. 6. Richt een landelijk kennis- en datacentrum op voor gemeentelijk minimabeleid (aansluitend op DDAS, red.)
1. Voeg participatieregelingen samen in één minimaregeling (zie fig. 3.1 hieronder en voorbeeld Wageningen, red.) 2. Geef deze minimaregeling zoveel mogelijk de vorm van vrij besteedbaar geld. 3. Expliciteer regelingen in de bijzondere bijstand. 4. Vereenvoudig het aanvraagproces zoveel mogelijk en ken zoveel mogelijk proactief toe.
Interessante figuren
De volgende figuren vatten het rapport wat verder samen. Klik om ze te vergroten.
In figuur 1.6. zie je de waarde van formele en informele regelingen. Formele regelingen worden volledig door de gemeenten gefinancierd en uitgevoerd. Deze regelingen zijn in lokale verordeningen vastgelegd en elke inwoner die aan de voorwaarden voldoet, heeft hier recht op. Informele regelingen zijn regelingen die niet door de gemeente worden uitgevoerd.
In figuur 3.1. zie je welke regelingen kunnen worden gecentraliseerd, samengevoegd of afgeschaft. Zie legenda midden-boven en klik om te vergroten.
Attendeer basisscholen in jouw gemeente erop dat zij van 4 t/m 31 maart subsidie kunnen aanvragen voor financiële educatie.
Alleen basisscholen met een onderwijsachterstandsscore boven de drempelwaarde komen in aanmerking. Scholen die binnen het gebied van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid vallen, kunnen via dit programma geld krijgen voor financiële educatie.
De nieuwe Werkwijzer Ondernemers van de NVVK is een praktische, online handleiding voor schuldhulpverleners. De werkwijzer is samengesteld voor en door mensen met ervaring in de praktijk en geeft achtergrondinformatie, praktische tips en handige hulpmiddelen die meteen inzetbaar zijn.
Je kent misschien ook al de Routekaart Financiële Zorgen – spoor ondernemers – van de VNG. De Routekaart en Werkwijzer overlappen deels en vullen elkaar aan. De Werkwijzer is vooral bedoeld voor schuldhulpverleners, terwijl de routekaart bijvoorbeeld ook beleidsmakers handvatten biedt.
Deze Werkwijzer is de eerste in een serie van vijf die de NVVK ontwikkelt.
De gemeente Utrecht en Collectief Kapitaal willen met een crowdfunding €100.000 ophalen waarmee 100 Utrechters een jaar lang een financiële buffer van € 1.000 ontvangen. Met de buffer worden inkomstenverrekeningen opgevangen. Als een bijstandsgerechtigde meer gaat verdienen wordt het extra inkomen niet van de uitkering afgetrokken. Dat geeft rust en neemt een drempel weg om (meer) te gaan werken.
Het bufferbudget van €1.000 is één van de nieuwe maatregelen in het wetsvoorstel Participatiewet in balans (zie p. 13 van de Memorie van Toelichting) dat in juni 2024 naar de Tweede Kamer werd gestuurd. Vandaag debatteerde de Tweede Kamer commissie SZW over het wetsvoorstel. Je kunt het debat terugkijken. Bij 01:26:50 laat staatssecretaris Nobel zich positief uit over het Utrechtse initiatief. Vanaf 01:44:30 geeft hij aan dat hij het onverstandig vindt om gemeenten nu al de ruimte te geven om met gemeentelijke middelen vooruit te lopen op de wetswijziging.
Utrecht heeft trouwens al ruime ervaring met een bufferbudget van €1.500 in het Huishoudboekje.
NVVK en VNG presenteren een handreiking om het Convenant Lokale Overheid te implementeren.
In het convenant maakt de gemeente als schuldeiser afspraken met de gemeentelijke schuldhulpverlening. Doel is om de schuldhulp efficiënter te maken en maatschappelijk verantwoord incasseren te bevorderen. Belangrijke afspraken zijn:
In 2023 werd bepaald dat de tijd die verloopt in de msnp wordt afgetrokken van de periode die nog wacht in de Wsnp. In mei 2025 stelde de Hoge Raad dat de looptijd niet kan worden verkort met de periode waarin er beslag lag. Maar nu komt de Hoge Raad tot het inzicht dat dat wel kan.
Nu is de vraag wanneer de looptijd start. Waarschijnlijk is dat vanaf beschikking schuldhulp of ondertekening schuldregelingsovereenkomst. De NVVK gaat hierover met haar leden in gesprek en neemt meteen ook de eigen Gedragscode onder de loep, omdat die nu conflicteert met de uitspraak van de Hoge raad. Lees de analyse en het advies van de NVVK.
Het rijk reserveerde €32,5 miljoen voor gemeenten die een hoger bereik realiseerden dan waarvoor zij budget ontvingen. De 16 gemeenten waar het om gaat, hebben van het rijk een aanvullende uitkering ontvangen van in totaal € 3,9 miljoen. De resterende €28,6 miljoen is over alle gemeenten verdeeld o.b.v. de verdeelsystematiek van de energietoeslag 2023. Het totale bedrag van € 32,5 miljoen is uitgekeerd via de decembercirculaire 2024. Bron: Gemeentenieuws SZW 2025-1.
Let op, dit is een substantieel bedrag waarmee je misschien nog geen rekening had gehouden en waarvoor je vast nog wel een mooie bestemming kan vinden!
Speciaal voor schuldhulpverleners, bewindvoerders en andere financiële professionals heeft de Nationale Dierenvoedselbank een nieuw portaal ontwikkeld waar cliënten gratis diervoer, een dierenarts app en een dierverzekering tegen kostprijs kunnen afsluiten.
Stimulansz schreef in opdracht van SZW een handreiking over de uitvoering van minimaregelingen bij de doelgroep zelfstandigen.
De handreiking geeft inzicht en handvatten om goed afgewogen beleidskeuzes te kunnen maken, en de uitvraag en beoordeling van gegevens bij de aanvraag voor minimaregelingen door zelfstandigen professioneel te kunnen afhandelen.
In de bijlage vind je voorbeeldbeleidsregels voor het beoordelen van inkomen en vermogen van zelfstandigen.
Staatssecretaris Nobel informeerde deze week de Tweede Kamer over de laatste rapportage van de aanpak geldzorgen, armoede en schulden en de voortgang van moties en toezeggingen. De meest vermeldenswaardige punten:
Er komt in 2025 niet opnieuw een Energienoodfonds. Zie ook nieuwsbericht NOS. Er wordt wel gekeken naar een alternatief voor de lange termijn, zo mogelijk via het Social Climate Fund.
Waarschijnlijk kunnen gemeentelijke minimaregelingen niet worden meegenomen in een eventuele herijking van de armoededefinitie. Het CBS onderzoekt nog of kwijtschelding van lokale belastingen wel nog op (een andere manier) kan worden meegenomen.
Het kabinet spant zich in om niet-gebruik aan te pakken. Zo verkent het kabinet een Persoonlijk Digitaal Regelingenoverzicht, een digitale toepassing waar mensen een gepersonaliseerd overzicht kunnen krijgen van regelingen waar zij mogelijk recht op hebben. Ook vergemakkelijkt een mogelijk PDR het komen tot een aanvraag.
Begin 2025 gaat een nieuwe afsluitregeling in internetconsultatie waarin vastgelegd wordt dat huishoudens met kinderen niet meer mogen worden afgesloten van drinkwater na wanbetaling.
De motie Ceder (CU) verzocht de regering om Wsnp-bewindvoerders ook de mogelijkheid te geven om stagnerende schuldhulpverleningstrajecten vlot te trekken. Nobel gaat met gemeenten in gesprek om de optie van financiering door gemeenten onder de aandacht te brengen.
De motie Romke de Jong en Kat (D66) verzocht het kabinet om in gesprek te treden met gemeenten en de rechtspraak over de mogelijkheid om een gemeentelijke schuldregeling wettelijk bindend te maken als twee derde van de schuldeisers akkoord is. Uit deze gesprekken bleek dat er weliswaar draagvlak is om de totstandkoming van schuldregelingen te versnellen, maar dat een andere oplossing daarvoor op meer draagvlak kan rekenen, namelijk een wettelijke reactietermijn voor schuldeisers.
SZW onderzoekt samen met betrokken partijen wat de mogelijkheden zijn om de landelijke pauzeknop te combineren met een aanmeldpunt. Over de uitkomst wordt de Kamer in de tweede helft van 2025 geïnformeerd.
Voor gedetineerden met schulden wordt onderzocht of saneringskredieten kunnen worden geborgd bij het Waarborgfonds Saneringskredieten, en of er één regionale schuldhulpverlener moet komen. Het kabinet wil gezinnen met een partner die noodgedwongen niet bij het gezin kan zijn, hetzelfde recht op toeslagen geven als alleenstaande ouders. Deze maatregel is aangekondigd in het regeerprogramma. Een wetswijziging is in voorbereiding.
Staatssecretaris Nobel maakte zojuist bekend dat gemeenten in het kader van de tijdelijke regeling alleenverdieners in 2025 een tegemoetkoming kunnen verstrekken van €1000.
De hoogte van de tegemoetkoming is zo bepaald dat deze naar verwachting toereikend zal zijn voor meer dan 95% van de geraakte huishoudens. De hoogte wordt voor ieder jaar dat de regeling loopt apart vastgesteld. Huishoudens met een groter tekort kunnen terecht bij de gemeente voor aanvullende bijzondere bijstand.
Leestip! In het whitepaper van Stimulansz lees je hoe je bínnen de Participatiewet en met buitenwettelijk beleid de bestaanszekerheid kunt vergroten. Download hem op stimulansz.nl. Een paar voorbeelden:
Door het ‘bijdragen aan arbeidsinschakeling’ breed te definiëren kan de premie arbeidsinschakeling voor een grote groep inwoners beschikbaar komen, bijvoorbeeld voor mensen met parttime werk.
Gemeenten kunnen minder dan het maximale bedrag bij arbeidsinkomsten vrijlaten en daar een premie voor in de plaats stellen. Over de premie wordt geen belasting en premies volksverzekeringen afgedragen. De kosten zijn daardoor voor de gemeente ruim 30% lager dan bij een periodieke vrijlating.
De commissie sociaal minimum heeft per doelgroep inzichtelijk gemaakt welk bedrag zij maandelijks tekort komen. Voor deze doelgroepen zou een hogere individuele inkomenstoeslag van toepassing kunnen zijn. Ook kun je de IIT stapsgewijs hoger vaststellen als iemand langer een laag inkomen heeft.
Artikel 18 van de Participatiewet biedt de mogelijkheid om de bijstand te verhogen (of te verlagen) in individuele bijzondere situaties.
Er zijn mogelijkheden bij het vrijlaten van giften.
Je kunt de kosten van re-integratie vergoeden, denk bijvoorbeeld aan aanschaf kleding die geschikt is voor een sollicitatie (al dan niet via een kledingbank of projecten als ‘dress for succes’).
Hanteer een sociaal terugvorderingsbeleid.
Er is een aantal onderwerpen voor buitenwettelijk beleid dat het Rijk gedoogt zoals woonkostentoeslag en de betaling van zorgkosten die niet worden vergoed door de verzekering.
Automatisch toekennen minimaregelingen en individuele inkomenstoeslag.
Verlaag de administratieve (aanvraag)last.
Verminder de armoedeval, bijvoorbeeld door verschillende inkomensgrenzen te hanteren.
Bij het Wageningse Maatschappelijk Meedoen Budget (MMB) wordt vanaf 1 januari 2025 rekening gehouden met de kosten die mensen hebben. Op basis van die optelsom en wat mensen volgens het Nibud nodig hebben om mee te kunnen doen, wordt het verschil door de gemeente bijgelegd. Het bedrag wordt per maand uitbetaald. De nieuwe regeling gaat uit van vertrouwen en eigen keuze. Aanvragers hoeven niet aan te tonen waarvoor ze het geld gebruiken. Met de Maatschappelijk Meedoen Grens (MMG) sluit de gemeente veel beter aan bij de nieuwe landelijke methode om armoede te meten.
Het MMB wordt aangevraagd na een adviesgesprek. In dat gesprek brengt de gemeente met de Voorzieningenwijzer in kaart waar mensen kunnen besparen en van welke regelingen zij gebruik kunnen maken. Mensen kunnen ook in contact worden gebracht met bijvoorbeeld Humanitas of welzijnswerk.
Er zullen ook situaties zijn waarin mensen door het MMB juist mínder geld krijgen dan nu, bijvoorbeeld omdat ze erg lage energiekosten hebben. Niet alle minimaregelingen komen te vervallen. Een aantal regelingen die bijvoorbeeld met gezondheid te maken hebben, blijft bestaan.
Lijkt een klein beetje op het eveneens vrij besteedbare Persoonlijk minimabudget in de Drechtsteden. In 2011 werd die geënt op de langdurigheidstoeslag, maar aanvragers hoefden niet ‘langdurig’ een laag inkomen te hebben. Belangrijk verschil met Wageningen is dat mensen een vast bedrag krijgen, zoals ook bij de huidige Individuele Inkomenstoeslag gebruikelijk. Kijk hoe het Persoonlijk minimabudget er anno 2024 uitziet.
Geen basisinkomen maar maatwerkinkomen
Het doet me vooral ook denken aan het maatwerkinkomen, bedacht door mijn oud-collega Evelien Meester van Stimulansz. Lees meer.
Even wat luchtigs om het weekend mee in te gaan. Luchtig, maar met een serieuze boodschap. Pieter Derks over de Taskforce Armoedebestrijding, Hersteloperatie Toeslagen, beleidsnota’s en het overschot aan hoogopgeleiden.
De VNG presenteerde gisteren de Handreiking Jongeren uit de financiële zorgen. Deze biedt handvatten om passende schuldhulpverlening aan jongeren vorm te geven, te implementeren of verder te versterken. De handreiking is gebaseerd op inzichten uit recente onderzoeken, best practices en ervaringen van jongeren zelf.
De Tweede Kamer heeft gisteren vier moties aangenomen:
Motie Van Eijk over een onderzoek naar aard en omvang van de gemeentelijke minimaregelingen en het effect daarvan op armoedeval en marginale druk.
Motie Van Eijk. Constaterende dat het Nibud samen met het CBS en het SCP het pakket aan basisbehoeften en de bijbehorende minimumbedragen die ten grondslag liggen aan de armoedegrens vierjaarlijks zal herijken; Constaterende dat er op dit moment vanwege beperkte databeschikbaarheid nog geen rekening gehouden kan worden met gemeentelijke armoederegelingen, kwijtschelding lokale belastingen, individuele ziektekosten, de kosten voor woon-werkverkeer en de aanwezigheid van problematische schulden; Overwegende dat deze onderdelen dus niet of beperkt meegenomen worden in het definiëren van armoede; Overwegende dat deze onderdelen inzicht zouden kunnen geven in het niet-gebruik van regelingen; Verzoekt de regering om samen met het Nibud, CBS en SCP te bezien hoe lokale regelingen en kwijtscheldingen meegenomen kunnen worden in de volgende herijking van het pakket aan basisbehoeften en de bijbehorende minimumbedragen.
Motie Welzijn c.s. over een onderzoek naar de consequenties van het opheffen van het voorbehoud ten aanzien van artikel 26 van het Kinderrechtenverdrag.
Motie Welzijn en Ceder. Overwegende dat het staande praktijk is dat bij het afbetalen van schulden in eerste instantie de incassokosten worden verminderd, dan de rente en pas daarna de openstaande schuld, terwijl regelgeving de ruimte laat om deze volgorde te veranderen; Overwegende dat deze volgorde de schuldenindustrie in stand houdt; Overwegende dat het zowel symbolisch als materieel uitmaakt als eerst de openstaande schuld wordt afbetaald en daarna de rest; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe als overheid het goede voorbeeld te geven is en de toerekenvolgorde van schulden waarbij de overheid de schuldeiser is om te draaien, zodat de openstaande schuld eerst wordt afbetaald, en de Kamer hierover begin 2025 te informeren.
Verworpen
Motie Lahlah over de envelop groepen in de knel niet meer inzetten voor het ontwikkelen van regulerend beleid.
Motie Lahlah en Ceder over de beslagvrije voet zo spoedig mogelijk naar het sociaal minimum verhogen.
Aangehouden
Motie Welzijn over een pilot bij gemeenten en waterschappen om de vermogensgrenzen bij de kwijtschelding van belastingen gelijk te trekken.
Gemeenten, GGD’en en onderzoeksinstellingen, kunnen in een consortium bij ZonMW projectideeën indienen voor projecten voor het versterken van de intersectorale aanpak voor mensen met een lage sociaaleconomische positie en/of mensen die bestaansonzekerheid ervaren, of daarin dreigen te vervallen.
De projecten kunnen (een combinatie van) thema’s adresseren, zoals voldoende én toereikend inkomen en middelen van bestaan, voorkomen van financiële of juridische problemen, toegang tot een betaalbare en gezonde woning, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, of het verkrijgen en behouden van gezond werk. Projecten kunnen zich ook richten op het ‘ontschotten’ van financiële stromingen of op de toegankelijkheid, vereenvoudiging en uitvoerbaarheid van het toeslagenstelsel.
Er is in totaal € 4 miljoen beschikbaar. Per project kan max. € 500.000 worden aangevraagd. Dat kan tot 4 februari. Nadat ZonMW in december ’25 de subsidies toekent, kun je in de eerste helft van 2026 starten. Op 21 november is er een informatiebijeenkomst.
Het kabinet sprak in het Regeerprogramma de ambitie uit om te werken aan de betaalbaarheid van de energierekening en een rechtvaardige energietransitie om problemen voor veel huishoudens te verminderen, ook voor huishoudens met een kleine portemonnee en middeninkomens. Gisteren gaf het kabinet een update van de aanpak.
Gemeenten ontvingen in drie tranches in 2022 en 2023 in totaal €550 miljoen voor de aanpak van energiearmoede via de SPUK Aanpak Energiearmoede. Hiermee kunnen gemeenten kwetsbare huishoudens in huur- en koopwoningen ondersteunen met energiebesparende maatregelen. Bekijk de FAQ’s voor gemeenten. De uitvoeringstermijn van deze SPUK wordt verlengd t/m 2027 zodat gemeenten meer tijd hebben voor de uitvoering.
Energiefonds
Voor zowel 2025 als 2026 reserveert het kabinet €60 miljoen voor een energiefonds voor huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen. Op dit moment overlegt het kabinet met diverse partijen, zoals energieleveranciers, woningcorporaties, banken, gemeenten en maatschappelijke organisaties, over de vormgeving ervan. De wens van alle partijen is om toe te werken naar een meer lange termijnoplossing in plaats van alleen een tijdelijke compensatie. Over de inrichting van een energiefonds wordt de Kamer nader geïnformeerd.
PS: Met een FIXbrigade zorg je voor het verduurzamen van woningen, bied je werkgelegenheid en bestrijd je armoede. Kijk hier of er in jouw gemeente al een FIXbrigade is en hoe je kunt aansluiten.
In de bijlagen vind je o.a. een gespreksplaat voor de intake en instrumenten om de zelfredzaamheid op verschillende leefgebieden en de financiële gezondheid te meten en monitoren.
Eerder deze maand lanceerde de VNG de communicatietoolbox vroegsignalering. Deze toolbox helpt bij het effectief benaderen van inwoners, waardoor het bereik verder verhoogd wordt. Maak gebruik van de praktische tips, tools en sjablonen. Alle voorbeelden zijn eenvoudig zelf aan te passen.
Kom op 18 november naar het (be)spreekuur van de VNG.
Er was al een handreiking voor omgaan met armoede op scholen, het sociaal domein en de jeugdgezondheid. Nu is er ook de handreiking voor omgaan met armoede in de kinderopvang met daarbij een toolkit voor gastouders en pedagogisch professionals. De handreiking draagt bij aan de bewustwording rond armoede en geeft ideeën en praktische tips hoe professionals in de opvang kunnen omgaan met kinderen die in armoede leven.
Stuur deze en de andere handreikingen door naar de kinderopvang en andere organisaties! Da’s meteen ook een mooie gelegenheid om (nader) kennis te maken en de lokale regelingen onder de aandacht te brengen.
Eerder deze maand stelde de Haagse gemeenteraad unaniem het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2024 – 2028 vast. De raad kreeg eerder ook de Voortgang aanpak geldzorgen en geldproblemen 2023 – 2024. In deze documenten vind je inspirerende voorbeelden voor jouw armoede- en schuldenbeleid (Den Haag spreekt overigens sinds vorig jaar niet meer over armoede- en schuldenbeleid, maar over geldzorgen en geldproblemen). Hieronder vrij willekeurig een paar interessante voorbeelden.
Binnen de vroegsignalering wordt geëxperimenteerd met een belrobot. Ditis een geautomatiseerd spraakbericht waarin inwoners wordt gevraagd of zij hulp of advies willen van een consulent vroegsignalering.
Het is mogelijk om bepaalde informele schulden mee te nemen in een schuldregeling, maar een struikelblok is vaak de ontbrekende bewijslast. Op dit moment is de enige manier om een informele schuld vast te leggen een notariële akte. We willen inwoners die hun naasten willen helpen met het aflossen van een informele schuld in staat stellen om dit eenvoudiger vast te leggen. Daarvoor willen we een eenvoudig formulier beschikbaar stellen aan onze inwoners om een dergelijke lening vast te leggen. Dat is goed voor zowel de uitlener als de lener.
Nazorg moet een integraal onderdeel worden binnen het financiële hulpverleningstraject. Het afgelopen jaar is er met een onderzoek bekeken wat de behoefte is van de inwoners, de behoefte van de consulent en welke tools er al voorhanden zijn om in te zetten. Dit resulteerde in de tool “blijf uit de geldzorgen” (zie afbeeldingen hieronder). Het is een handzaam boekje, dat inwoners gemakkelijk erbij kunnen pakken wanneer zij vragen hebben over hun financiën.
De belangrijkste ambities voor de doelgroep jongeren zijn, zoals ook beschreven in de Haagse Preventieaanpak (HPA): De overgang van 18- naar 18+ is zo ingericht dat jongeren goed geholpen worden en niet buiten beeld raken. Jongeren worden voorbereid op financiële zelfstandigheid en de invloed van sociale media daarop en jongeren beschikken over voldoende financiële vaardigheden en kennis en weten waar ze terecht kunnen voor ondersteuning. Ook is communicatie gericht op jongeren die 18 worden, bijvoorbeeld met de folder ‘regel je shit’.
Tot slot, wist je al dat de VNG recent een handleiding (juni ’24) maakte voor het opstellen van een beleidsplan schuldhulpverlening?
CBS, SCP en Nibud presenteerden gisteren de nieuwe methode om armoede te meten. In die nieuwe methode worden de werkelijke kosten die mensen hebben aan wonen en energie meegenomen in plaats van gemiddelden. Daarnaast is gekeken of huishoudens een financiële buffer hebben. Extra zorgkosten, schulden en kinderopvangkosten worden niet meegerekend, en er wordt van uit gegaan dat mensen alle toeslagen aanvragen. Kijk voor meer uitleg op CBS.nl.
Volgens de nieuwe methode leefden in 2023 540.000 mensen onder de armoedegrens. Dat is 3,1% van de bevolking. Hoewel het aantal armen in 2023 lager was dan in de jaren ervoor, nam de ernst van de armoede toe.
Per gemeente
De armoedecijfers zijn ook per gemeente beschikbaar, maar dan alleen over 2022 en 2023. Bekijk tabel 5 (.xls).
Op Statline (van CBS) staan nu alleen nog de cijfers per gemeente volgens de oude definities (laag inkomen of percentage van sociaal minimum).
Ik heb deze grafiek bijgewerkt met de nieuwe cijfers (ook te vinden op de pagina Cijfers):
Vrijwilligers hebben een belangrijke rol in de ondersteuning van inwoners met financiële zorgen of schulden. De VNG-handreiking samenwerken met vrijwilligers(organisaties) biedt gemeenten informatie, een stappenplan, handvatten en voorbeelden om een samenwerking op te zetten, uit te breiden of te optimaliseren.
De handreiking Aan de slag met schuldpreventie ondersteunt gemeenten om nog actiever en effectiever aan de slag te gaan met preventie. Naast (het belang van) integrale schuldpreventie, ketensamenwerking en vormgeven van beleid bevat de handreiking links naar voorlichtingsmaterialen en praktijkvoorbeelden.
Morgenmiddag vergadert de Tweede Kamer over armoede en schulden. Niet voor het eerst met de nieuwe Kamerleden, maar wel voor het eerst met de nieuwe bewindslieden. Als mijn agenda het toelaat ben ik er morgen live bij om verslag te doen.
Waarschijnlijk mede met het oog op het commissiedebat van a.s. donderdag over armoede en schulden stuurden staatssecretarissen Nobel (SZW) en Struycken (Rechtsbescherming) afgelopen vrijdag een Kamerbrief met de kabinetsvisie- en plannen om problematische schulden terug te dringen. Uit het regeerprogramma en de Miljoenennota konden we al opmaken dat het basispakket in het IBO-rapport daarin een prominente plek krijgt.
Wat stond er ook alweer in het IBO-rapport
Het basispakket bestaat uit 6 essentiële en 14 praktische maatregelen:
1. Betaal en ontvangstmomenten op elkaar afstemmen 2. Ondergrens BKR-registratie verlagen 3. Leeftijdsverificatie bij BNPL 4. Financiële educatie voor kinderen en jongeren 5. Verlagen verificatiegrens bij kredietwaardigheidstoets consumptief krediet 6. Begeleiding tijdens een Wsnp-traject 7. Verlagen aanmaningskosten verkeersboetes 8. Discretionaire ruimte om kostenoploop boetes ongedaan te maken en kosteloze betalingsherinnering 9. Verdienen aan kosten bij (door)verkoop van (executie)dossiers verbieden 10. Alle kosten rondom invordering herijken (inclusief sociaal tarief) 11. Pauzeknop voor incassoactiviteiten (bij het collectief afbetalingsplan) 12. Verjaringsmogelijkheden beperken 13. Aanpassen preferente positie van publieke schuldeisers 14. Betere vroegsignalering met structurele financiering
Daarnaast presenteerde het IBO bredere hervormingen en specifieke aanbevelingen voor een betere schuldenaanpak. Lees de uitgebreidere samenvatting van het IBO-rapport.
Wat staat er in de Kamerbrief
Behalve dat het fijn is om bevestigd te zien dat het kabinet de IBO-voorstellen breed oppakt, staat er niet heel veel nieuws in de brief. Het kabinet kondigt vooral aan dat ze de diverse maatregelen gaan uitwerken. Maar sommige zaken worden wel al wat concreter:
Voor betere vroegsignalering (praktische maatregel 14) reserveert het kabinet structureel € 20 miljoen. Dit is onderdeel van de € 75 miljoen structureel voor het integraal pakket problematische schulden (waarvan we nog niet weten welk deel naar gemeenten gaat). Eerder werd al aangekondigd dat we eind 2024 een verbeterplan vroegsignalering krijgen. Daarin zal ook de aanbeveling van het IBO worden betrokken om het aantal mogelijke signalen uit te breiden. Aanvulling dd 17/10: in het commissiedebat zegt staatssecretaris Nobel (kijk vanaf 01:47) dat deze € 20 miljoen naar gemeenten gaat.
De Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden van het vorige kabinet gaat over in het Nationaal programma Armoede en Schulden en wordt uitgebreid tot een integrale benadering waarbij wordt voortgebouwd op de adviezen uit het IBO. In het voorjaar van 2025 wordt de Kamer nader geïnformeerd over de uitwerking ervan.
In het voorjaar worden we ook d.m.v. een beleidsnotitie geïnformeerd over de uitwerking van de zorgplicht voor gerechtsdeurwaarders en het collectief afbetalingsplan (essentiële maatregelen 3 en 4). Hierbij wordt ingegaan op de vraag wie een afbetalingsplan opstelt, waar dit plan geregistreerd moet worden en hoe de bekostiging hiervan wordt vormgegeven. Ik hoop dat de staatssecretarissen hierbij ook aandacht hebben voor het feit dat deurwaarders, bewindvoerders en gemeenten dan in de schuldenketen mogelijk dezelfde werkzaamheden gaan uitvoeren, namelijk de afloscapaciteit eerlijk verdelen over de schuldeisers. Dit moeten we efficiënt gaan organiseren, als één helder schuldentraject, en zonder financiële prikkels voor commerciële partijen om de schuldenaar ‘bij zich te houden’. Aanvullend op een zorgplicht zou ik een plicht willen voor deurwaarders om de cliënt bij de gemeente aan te melden, bijvoorbeeld als blijkt dat de schuld niet binnen 18 of 36 maanden kan worden afgelost, of misschien als blijkt dat er meer dan één schuld is. (Lees hier op p. 24 dat we eind 2024 een tussenevaluatie krijgen van de pilot ketensignalering)
Het kabinet wil ook aan de slag met integratie van het minnelijke en wettelijke traject (essentiële maatregel 6) en laat zich daarbij (net als in de Schuldenwet en de D66-initiatiefnota Sneller uit de schulden) inspireren door de Wet Homologatie Onderhands Akkoord voor ondernemers. De WHOA regelt dat de rechtbank een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers betreffende de herstructurering van schulden kan goedkeuren (homologeren). De homologatie betekent dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers. Zij die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen toch aan het akkoord worden gebonden als de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan bepaalde eisen voldoet. Er zou dan niet een apart wettelijk traject gaan lopen zoals nu bij de Wsnp; de rechter toetst alleen of het (straks door de gemeente opgestelde) akkoord voldoet aan de wettelijke eisen.
Er volgt in 2025 mogelijk nog een derde tijdvak voor de subsidieregeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen. Met de subsidie worden scholen financieel in staat gesteld om leerkrachten en docenten te trainen op het integreren en inbedden van financiële educatie in bestaande vakken en het bieden van persoonlijk financiële begeleiding en/of het betrekken van ouders bij de financiële opvoeding.
In het regeerprogramma stond al dat het CJIB straks gratis betalingsherinneringen stuurt en in situaties van overmacht de verhogingen bij Wahv-boetes mag kwijtschelden. Voor beide maatregelen is structureel € 19 miljoen gereserveerd uit de envelop Groepen in de knel*. Ik neem aan dat dit dan binnen die envelop ook komt uit het potje ‘integraal pakket problematische schulden’. De Kamer wordt voor de zomer van 2025 geïnformeerd over de uitwerking van deze maatregelen.
Voor uitwerking en implementatie van een kwaliteitskader voor gemeentelijke schuldhulpverlening reserveert het kabinet structureel € 8 miljoen, ook uit de envelop Groepen in de knel*. De staatssecretarissen schrijven ook: ‘Wanneer implementatie en de verwachte resultaten van het de nog te ontwikkelen kwaliteitskader uitblijven, wordt bezien of wettelijke borging wenselijk is.’
Het kabinet stuurt nog voor het herfstreces een planningsbrief naar de Kamer over een brede vereenvoudigingsagenda toeslagen, belastingen en sociale zekerheid.
Ouders met een laag inkomen in Amstelveen hebben eind juli automatisch een bedrag voor hun kinderen gekregen. Zij mogen zelf bepalen waar ze het geld aan uitgeven. In de nieuwe situatie hoeven ouders niet meer steeds opnieuw een aanvraag te doen. De gemeente gaat niet (steekproefsgewijs) bonnetjes controleren. Wel wordt in een anoniem klanttevredenheidsonderzoek de vraag gesteld waar mensen het geld aan besteden.
Het uitbetalen van een vast bedrag komt voort uit het nieuwe armoedebeleid van de gemeente (zie vanaf p. 12). Dat gaat uit van vertrouwen en het vermogen van mensen om zelf keuzes te maken die passen bij hun situatie.
Het bedrag dat ouders hebben ontvangen heet het ‘kindpakket’. De gemeente geeft naast dit pakket één keer in de vier jaar geld voor een tablet aan ouders van kinderen van 6 t/m 8 jaar. Ouders met een uitkering kregen het geld van het kindpakket en voor de tablet automatisch op hun rekening gestort. De gemeente betaalt ook het zwemdiploma ABC voor hun kinderen van 4 t/m 17 jaar.
Bij wijze van proef gaan de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen betalingsachterstanden melden bij acht gemeenten: Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Leiden, Nijmegen, Opsterland en Tilburg.
Het gaat om signalen van achterstanden in de inkomstenbelasting, omzetbelasting, motorrijtuigenbelasting, loonheffing, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Anders dan bij de reguliere vroegsignalering is het hier de bedoeling dat gemeenten alle signalen opvolgen met tenminste een belactie of huisbezoek.
De proef start in januari 2025, voor de duur van minimaal 1 en maximaal 2 jaar. Er kunnen geen extra gemeenten meer aanhaken. Om dit experiment mogelijk te maken moet een ministeriële regeling worden aangepast. Je kunt tot 20 oktober reageren op de internetconsultatie.
Er is al een ministeriële regeling die het voor een aantal gemeenten mogelijk maakt om te experimenteren met vroegsignalering bij hypotheken en gemeentelijke belastingen.
Er komen waarschijnlijk wat nieuwe verantwoordelijkheden en budgetten voor gemeenten, bijvoorbeeld in het kader van een nog uit te werken nieuwe schuldenaanpak op basis van het IBO-onderzoek, maar het is nog niet heel concreet. De eveneens verschenen septembercirculaire geeft ook niet meer duidelijkheid: in Taakmutatie 2024, september 2024 vind je nog wel de (al bekende) bedragen per gemeente, maar in Taakmutatie 2025, september 2024 zijn er geen tabbladen meer m.b.t. armoede en schulden.
In de Miljoenennota lees ik niets over het Nationaal Programma Armoede en Schulden dat werd aangekondigd in het regeerprogramma.
Schulden
Het kabinet voert een pakket aan maatregelen in om problematische schulden fundamenteel aan te pakken. Dit pakket is gebaseerd op het basispakket uit het IBO Problematische schulden (met daarin de nodige elementen uit de Schuldenwet). Hiervoor is begroot €24 mln in 2025 oplopend tot €100 mln in 2028/2029 en daarna €75 mln structureel. Waarschijnlijk zit daar ook nog wat bij voor gemeenten, maar het geld is nog niet verdeeld. Het bedrag is overigens een stuk lager dan wat het IBO becijferde: structureel €180 mln. De NVVK vraagt zich terecht af: Zijn de IBO-maatregelen wel in te voeren met deze middelen?
Er wordt geïnvesteerd in vroegsignalering. Daarbij zal het verbeterplan vroegsignalering van SZW, VNG, NVVK en Divosa dat eind mei 2024 is aangekondigd in de reactie op het onderzoek van de Nationale ombudsman ‘Hoe eerder, hoe beter’, de basis voor vormen. Het verbeterplan wordt verwacht in Q4 2024. Er wordt ook gekeken naar de rol die gerechtsdeurwaarders met betrekking tot vroegsignalering kunnen vervullen.
Het kabinet wil een integraal schuldenoverzicht invoeren. In mijn artikel over het IBO-onderzoek lees je wat hiermee bedoeld wordt.
Er wordt verder gewerkt aan de basisdienstverlening schuldhulpverlening. Waar nodig worden de kwaliteitseisen voor gemeenten aangescherpt, om verschillen in bereik en aanbod tussen gemeenten te verkleinen.
Dit is nieuw: Het kabinet wil samen met gemeenten en andere maatschappelijke partners op buurtniveau mensen helpen met geldzorgen. Om armoede aan te kunnen pakken en zo goed mogelijk te voorkomen, is het van belang om mensen die te maken hebben met dreigende of beginnende geldzorgen eerder te bereiken. Dit gebeurt door vindplaatsen waar mensen elkaar fysiek ontmoeten, zoals huisartsen, scholen en de werkvloer, beter te benutten. Enerzijds door deze vindplaatsen beter in staat te stellen om geldzorgen en armoede eerder te kunnen signaleren en anderzijds door de vindplaatsen steviger te verbinden met informele netwerken, waaronder sleutelfiguren en ervaringsdeskundigen, zodat óók diegenen die moeite hebben om de weg naar ondersteuning in de gemeente te vinden of daar geen vertrouwen meer in hebben bereikt worden. Om mensen goed te kunnen helpen, is laagdrempelige, fysieke dienstverlening waar mensen met (beginnende) geldzorgen terecht kunnen van belang. In het voorjaar van 2025 komt een onderzoek beschikbaar dat de belangrijke elementen voor laagdrempelige financiële dienstverlening in kaart brengt. Fysieke dienstverlening is ook één van de pijlers om het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan.
Het kabinet wil daarnaast via het verbeteren van digitale dienstverlening bevorderen dat mensen gebruik maken van voorzieningen waar zij recht op hebben.
Er wordt ingezet op het minder snel laten oplopen van de kosten van invordering als betaling van schulden uitblijft. DeContourenschets Civiele Invordering van voormalig minister Weerwind (28 juni jl.) zal door J&V en SZW verder worden uitgewerkt.
Er wordt gewerkt aan een verantwoorde Rijksincasso, waarin het voorkomen en het tegengaan van het oplopen van schulden centraal staat.
Vanaf 1 januari 2025 krijgt de regeling wanbetalers een nieuwe naam: regeling betalingsachterstand zorgpremie.
In 2025 blijft het kabinet inzetten op het versterken van financiële educatie binnen het onderwijs.
In de Miljoenennota staat niets over (schulden)bewind. De NVVK schrijft: ‘De dienstverlening stagneert door de enorme druk op de tarieven en daarmee op de kwaliteit. In de keten van financiële hulpverlening is bewind een belangrijke vorm van begeleiding. Die verdient echt beter. Het zoveelste onderzoek loopt nog, maar we willen nu wel eens daden zien!’
Belastingen en toeslagen
Het tarief in de eerste schijf wordt verlaagd. Dat is een opsteker voor de laagste inkomens. En in plaats van 2 komen er 3 tarieven in de inkomstenbelasting. Zie wetsvoorstel Belastingplan 2025.
Eigen risico met meer dan de helft omlaag naar €165 in 2027. Maar in 2025 nog gewoon €385. De bevriezing in 2025 en het effect daarvan op de zorguitgaven leidt tot een hogere nominale premie, inkomensafhankelijke bijdrage en zorgtoeslag.
Verhogen forfait aftrekbaar bedrag extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de inkomstenbelasting. Deze maatregel wordt tevens vereenvoudigd voor burgers doordat een vast bedrag (€0,60/km) in aftrek kan worden gebracht i.p.v. de werkelijke meerkosten (leefkilometers).
De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten voor extra kosten als gevolg van ziekte of handicap wordt per 2027 afgeschaft in samenhang met de verlaging van het eigen risico.
De Algemene Heffingskorting (AHK) wordt verlaagd met €335 in 2025 en het afbouwpunt van de AHK wordt gekoppeld aan de hoogte van het wettelijk minimumloon. Ik kan niet helemaal doorgronden wat dit betekent voor werkenden en niet-werkenden met een laag inkomen.
Het Kindgebonden Budget wordt verhoogd via de kindbedragen met circa €184 in 2025, oplopend tot circa €412 in 2028. Daarnaast wordt deze toeslag sneller afgebouwd, oplopend naar 8,5% in 2028 (nu: 6,75%).
De afbouwpaden voor AOW’ers en niet-AOW’ers in de huurtoeslag worden geharmoniseerd. Daarnaast wordt er een lineaire afbouw ingesteld per 2026, die in 2025 wordt benaderd. De eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt verlaagd met €11,58 per maand.
Mensen met een noodgedwongen elders verblijvende partner worden voortaan als alleenstaanden behandeld voor alle toeslagen met uitzondering van de huurtoeslag. De maatregel zorgt ervoor dat deze mensen de alleenstaande ouderkop (ALO-kop) ontvangen (€3.500) en de hogere andere toeslagen die horen bij de situatie als alleenstaande. Gemeenten hoeven die ALO-kop dus niet meer te compenseren met aanvullende bijstand.
De grondslagen van alle toeslagen worden niet meer met terugwerkende kracht vastgesteld bij wijzigingen op basis van verblijfstitel en recht op kinderbijslag. Dit voorkomt schulden en problemen bij het innen van terugvorderingen.
De aanvraagtermijn van de zorg- en huurtoeslag wordt verlengd van 1 september t+1 naar het einde van dat jaar.
(Kinder)armoede
(Kinder-)armoedecijfers komen niet uit boven referentiejaar 2024. Deze doelstelling is minder ambitieus dan die van het vorige kabinet. Op de middellange termijn blijft het kabinet zich inzetten om het in 2015 afgesproken sustainable development goal Armoede te realiseren: een halvering van het aantal vrouwen, mannen en kinderen dat in armoede leeft tegen 2030.
Het kabinet wil het integrale beleid voor kinderarmoede, in navolging van de Europese kindergarantie, lokaal beter verankeren. De Europese kindergarantie heeft als doel om intergenerationele cycli van armoede te doorbreken. De kindergarantie fungeert als katalysator om te komen tot een integrale aanpak van kinderarmoede met aandacht voor meerdere domeinen (kinderopvang en voorschoolse educatie). Het kabinet zal samen met gemeenten effectieve interventies opschalen om versnippering tegen te gaan en het gemeentelijk armoedebeleid te verbeteren.
Het kabinet verstrekt middelen aan gemeenten en landelijk werkendearmoedefondsen (SAM&) om ervoor te zorgen dat kinderen uit arme gezinnen mee kunnen doen.
Participatiewet
Het kabinet gaat door met het in 2023 gestarte programmaParticipatiewet in balans om de balans tussen vertrouwen, verplichtingen, ondersteuning en de menselijke maat te herstellen Langs 3 sporen: 1) het wetsvoorstel Participatiewet in balans om de hardheden aan te pakken, 2) werken aan een brede herziening van de wet, en 3) de vakkundigheid van professionals versterken.
Terugvorderingen bij uitkeringsgerechtigden (niet alleen P-wet) worden straks netto in plaats van bruto uitgevoerd. Dat gebeurt door de brutovordering gedeeltelijk kwijt te schelden en het nettobedrag terug te vorderen. Vervolgens wordt juridisch bezien of terugvorderingen niet langer kunnen worden aangemerkt als negatief inkomen. Uitkeringsgerechtigden krijgen nu hun uitkering netto op hun rekening maar moeten een eventuele terugvordering bruto, inclusief loonheffingen, terugbetalen als de terugvordering de jaargrens passeert (terugvordering binnen hetzelfde jaar is netto-netto). Het verschil tussen bruto en netto kunnen zij later via hun belastingaangifte terugkrijgen, maar dat kan in de tussentijd leiden tot liquiditeitsproblemen. Daarnaast is het terugvragen complex, en kan niet iedereen het volledige bedrag terugkrijgen.
Er komt een tijdelijke regeling en wetswijziging voor alleenverdieners die door een onbedoelde en ingewikkelde samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid een lager besteedbaar inkomen hebben dan vergelijkbare huishoudens met alleen een bijstandsuitkering. Dit loopt al. Op p. 58 van de septembercirculaire vind je het budget voor 2024 per gemeente. Dit budget is ook bedoeld voor de kosten die je maakte in 2023. Lees de toelichting. Dit budget wordt zo nodig aangevuld bij de meicirculaires 2025 en 2026.
Overige
Het Programma Schoolmaaltijden wordt verlengd. Het totale bedrag voor verlenging bedraagt €135 mln structureel. Hiervan wordt €45 mln gedekt uit de envelop Groepen in de knel.
Tijdelijke verlenging energiefonds. Voor 2025 en 2026 wordt €60 mln per jaar beschikbaar gesteld. Voorwaarde is dat private partijen een bijdrage leveren. Ik neem aan, dat hier wordt gedoeld op continuering van het tijdelijke Noodfonds Energie.
Het kabinet ondersteunt een aantal maatschappelijke organisaties en brengt het partijen op het terrein van voedselhulp bij elkaar.
Op p. 211 van de SZW-begroting vind je een uitputtende lijst met moties en toezeggingen van de afgelopen jaren en hoe deze zijn/worden afgehandeld. Bij de motie-Palmen/Mohandis die de regering verzoekt om de vermogensgrenzen van lokale belastingen gelijk te stellen aan de vermogensgrenzen van de Participatiewet lees je, dat omstreeks eind 2024 de resultaten van een onderzoek naar de wettelijke mogelijkheden en implicaties worden aangeboden aan de Kamer.
Monitoring
De voortgang van het beleid wordt gemonitord. Zie hier de planning.
Koopkracht
Het kabinet raamt een koopkrachtstijging in 2025 van 0,7%. Het Nibud presenteerde gisteren haar eigen koopkrachtplaatjes. Hieronder een selectie van de huishoudens met de laagste inkomens:
We lezen dat er een Nationaal Programma Armoede en Schulden komt met een integrale, interdepartementale aanpak met gemeenten, vakbonden, werkgevers, maatschappelijke en private organisaties en ervaringsdeskundigen.
Schulden
Integraal pakket om problematische schulden aan te pakken, met het basispakket van het IBO problematische schulden als uitgangspunt.
Samen met gemeenten op buurtniveau mensen helpen met geldzorgen. Hier staat geen toelichting bij.
Aanscherpen (wettelijke) kwaliteitseisen voor schuldhulpverlening, zodat verschillen in aanbod en bereik tussen gemeenten worden verkleind.
Invoering integraal schuldenoverzicht. Dit is één van de ‘essentiële’ maatregelen in het IBO.
Investeren in vroegsignalering en kijken naar de rol die deurwaarders daarin kunnen vervullen.
Schuldeisers moeten intensiever samenwerken. Invordering van het Rijk beter afgestemd. Publieke en private invordering beter coördineren.
Het CJIB gaat eerst een gratis betalingsherinnering sturen voordat aanmaningkosten in rekening worden gebracht. CJIB mag bij mensen die verkeren in situaties van overmacht de verhogingen bij Wahv-boetes kwijtschelden.
Meer kredieten reguleren a.g.v. implementatie van de Europese Consumentenkredietlijn (CCD2) en invoering leeftijdsverificatieplicht voor Buy Now, Pay Later.
Er komt een hervormingsagenda voor sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting, met 3 doelen: Inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en makkelijk te begrijpen zijn, en (meer) werken moet lonen. Het kabinet stuurt in voorjaar ’25 een brief met varianten en keuzeopties als start voor een open dialoog met het parlement. Er komt een coördinerend bewindspersoon die de voortgang en besluitvorming organiseert.
Tariefsverlaging in eerste schijf inkomstenbelasting.
De afbouw van de dubbele algemene heffingskorting wordt bevroren in 2025, 2026 en 2027. Daarmee wordt voorkomen dat de bijstand daalt.
De huurtoeslag wordt verhoogd, vereenvoudigd en lineair afgebouwd.
Verhoging kindgebonden budget. Onderzoek naar de vormgeving van één kindregeling in één wettelijk kader en voorbereiding besluitvorming.
Kinderopvangtoeslag vervangen door nieuw stelsel van financiering. Hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe stelsel wordt niet meer teruggevorderd bij ouders.
Tijdelijke regeling en wetswijziging voor alleenverdieners met inkomen onder bestaansminimum (Dit loopt al). Om de complexe bruto/netto problematiek voor mensen op te lossen wil het kabinet daarnaast vanaf 2026 bij uitkeringen gaan terugvorderen ter hoogte van netto te veel ontvangen bedragen.
Gezinnen met een partner die noodgedwongen niet bij het gezin kan zijn, vanwege vermissing, detentie of vluchtsituatie, krijgen hetzelfde recht op toeslagen als alleenstaande ouders. Om hoge terugvorderingen te voorkomen, worden toeslagen niet langer met terugwerkende kracht aangepast a.g.v. besluiten over kinderbijslag of verblijfsstatus.
Toeslaggerechtigden krijgen vier maanden langer de tijd om huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget aan te vragen, zodat dit nog een heel jaar na het jaar waarop de toeslag ziet mogelijk is.
Samen met gemeenten ervoor zorgen dat beleid om (kinder)armoede aan te pakken verbetert, mede in navolging van de Europese kindergarantie. Armoede en kinderarmoede loopt niet op t.o.v. 2024.
Eigen risico met meer dan de helft omlaag naar €165 in 2027.
Extra middelen en vereenvoudiging aftrek extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de inkomstenbelasting per 1 januari 2025. In het Hoofdlijnenakkoord stond daarnaast nog: Afschaffing tegemoetkoming arbeidsongeschikten voor extra kosten als gevolg van ziekte of handicap.
Reservering voor 2025 en 2026 voor een energiefonds voor huishoudens die energierekening niet kunnen betalen.
Ten minste 30% van de woningbouw moet sociale huur zijn. Het kabinet geeft financiële ondersteuning voor de bouw van sociale huur, middenhuur, betaalbare koop en woningtypes zoals geclusterde en zorggeschikte woningen.
Op Prinsjesdag vat ik de Miljoenennota samen. Hij is al uitgelekt aan NRC, die schrijft:
Het aantal mensen in armoede daalt in 2024 en 2025. Dat verwacht het CPB in een nieuwe raming. Het CPB hanteert het niet-veel-maar-toereikendcriterium als armoedegrens.
In 2023 leefde 4,6% van de bevolking onder de armoedegrens. In 2025 is dat naar verwachting 4,1%. Ook het percentage kinderen in armoede daalt, van 5,8% in 2023 naar 4,6% in 2025. Na 2025 loopt de armoede wel weer licht op.
In de raming zijn maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet meegenomen, voor zover ze duidelijk genoeg waren. In de raming is logischerwijs niet meegenomen wat de effecten zijn van maatregelen die binnenkort worden aangekondigd op Prinsjesdag. De raming van het CPB vormt wel de basis voor de onderhandelingen in de aanloop naar Prinsjesdag. Zo werden in het verleden bijvoorbeeld nog bepaalde toeslagen verhoogd, zodat de koopkracht van sommige groepen verbeterde. Met Prinsjesdag komt het CPB dan met een nieuwe raming, waarin de Prinsjesdagmaatregelen wel zijn meegenomen.
Ik verbaas me wel een beetje over de raming. In 2022 en 2023 had de energietoeslag een zeer grote invloed op de armoedecijfers (wel met een andere definitie van armoede). Welke maatregelen maken dan dat de armoede nu blijft dalen ondanks het wegvallen van de energietoeslag? Anyway, we gaan het zien.
Het kabinet stelt in het hoofdlijnenakkoord als doel dat de (kinder-)armoedecijfers niet uitkomen boven referentiejaar 2024. Deze doelstelling is minder ambitieus dan die van het vorige kabinet.
Het kabinet, de VNG, de NVVK en Divosa sloten op 21 maart jl. een bestuurlijk akkoord om in alle gemeenten de basisdienstverlening te verbeteren. De samenwerkingspartners presenteerden gisteren een nadere uitwerking van de basisdiensten.
Ze staan op VNG.nl. Als je in bovenstaand overzicht op een element klikt, kom je bij bij een factsheet met meer info. Een aantal basisdiensten wordt de komende tijd nog verder uitgewerkt.
Alsof ik het niet al druk genoeg heb met de vakantie deadlines trakteerden afzwaaiende bewindslieden me de afgelopen weken op een flinke stapel rapporten en voorstellen voor verbetering van de schuldenketen. Tussen afwezigheidsassistent aanzetten en kampeerspullen inpakken kom ik eindelijk toe aan het lezen van de meest veelbelovende stukken.
Het IBO-rapport Naar een werkende schuldenketen springt er wat mij betreft bovenuit. Dit rapport is opgesteld door de ministeries zelf, dus niet in opdracht van. Ik gaf de opstellers onlangs al complimenten, maar ben nog enthousiaster nu ik het echt goed gelezen heb. Het is de beste analyse sinds die van de commissie Boorsma in de jaren ’90. Er worden niet alleen knelpunten benoemd, maar er worden ook hele concrete en wat mij betreft goede voorstellen voor verbetering gedaan. Dit overstijgt het niveau van pleisters plakken.
Ze onderscheiden zes ‘essentiële maatregelen’. In de samenvatting hieronder noem ik ook een deel van de 14 ‘praktische maatregelen’ en 52 beleidsopties:
Integraal schuldenoverzicht. Alle schulden van een huishouden worden samengebracht in één overzicht. Het huishouden kan (schuld)hulpverleners en deurwaarders toegang geven. Ook kunnen vanuit het schuldenoverzicht op termijn gerichte signalen worden gegeven als schulden problematisch dreigen te worden (vroegsignalering). Voorstellen voor een schuldenregister strandden in het verleden op privacy-bezwaren, maar nu lijkt de AVG geen belemmering meer te zijn.
Eén loket voor overheidsincasso: 1 vorderingenoverzicht, 1 gezamenlijke betalingsregeling, 1 partij die gemachtigd is om maatwerk te bieden. Op termijn uitgebreid met medeoverheden. Deze maatregel is al in gang gezet.
Zorgplicht gerechtsdeurwaarders. Hiermee krijgen deurwaarders de mogelijkheid rekening te houden met de belangen van debiteuren en moeten ze zich richten op het voorkomen van een nodeloze oploop van schulden. Dit kan bijvoorbeeld door een collectief afbetalingsplan te faciliteren (zie 4). Ook moeten deurwaarders mensen met een te beperkte betaalcapaciteit actief doorverwijzen naar schuldhulp. Hiervoor krijgen ze een sociaal tarief. NB. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de Contourenschets Civiele Invordering van voormalig minister Weerwind (28 juni jl.). NB. Ik zou hier een meldplicht aan toevoegen; bijvoorbeeld als blijkt dat de schuld niet in 18 maanden kan worden afgelost, dat de deurwaarder dan (bijv. via het integraal schuldenoverzicht) een melding moet doen bij de gemeente, zoals bij vroegsignalering. Als je de deurwaarder hiervoor betaalt kan het misschien te aantrekkelijk worden om de debiteur vast te houden?
Met een collectief afbetalingsplan wordt de afloscapaciteit naar rato verdeeld over alle schuldeisers. Dit gebeurt op verzoek van de debiteur door een schuldbemiddelaar zoals bedoeld in art. 48 Wck (o.a. gemeente, deurwaarder, bewindvoerder). De schuldbemiddelaar kan met een pauzeknop alle incasso-activiteiten pauzeren. Blijkt de schuldenlast te hoog, dan moet de schuldbemiddelaar actief wijzen op schuldhulp. Wat mij betreft dus verplicht melden zoals bij vroegsignalering.
Om de kwaliteit van schuldhulp te verbeteren en verschillen tussen gemeenten te verkleinen wordt een traject van leren en verbeteren gestart om het bestaande kwaliteitskader inhoudelijk te laden. Daarnaast wordt bij wet vastgelegd dat gemeenten hieraan moeten voldoen (inclusief in welke termijnen). NB. Ik zou de gedragscodes en convenanten van de NVVK en de basisdienstverlening een wettelijke basis geven, zodat die niet alleen gelden voor alle gemeenten, maar ook voor alle schuldeisers. Leg vast wat gemeenten minimaal aan budgetbegeleiding, budgetbeheer en nazorg moeten bieden (beleidsoptie S11). En leg voor de hele keten vast hoe je de afloscapaciteit berekent. En dan daarnaast een traject van leren en verbeteren starten.
Integreren van minnelijke en wettelijke traject tot één helder schuldentraject. De nieuwe regeling is laagdrempelig, start met een automatisch moratorium en kent voor de verdere afwikkeling vaste regels en termijnen. Het traject wordt overal op dezelfde manier uitgevoerd en de debiteur kan zelf bepalen door wie hij het traject laat uitvoeren. Hierbij is een voorstel dat gemeenten een schuldregeling bindend kunnen maken, zonder tussenkomst van de rechter, bijvoorbeeld op het moment dat 2/3e van de schuldeisers akkoord is. Hiervoor is aanpassing van de Wgs noodzakelijk. Om de mogelijkheid tot bezwaar en beroep open te houden voor schuldeisers, zal de gemeente deze mogelijkheid moeten inrichten. Indien de afhandeling van het bezwaar voor de schuldeiser niet het gewenste effect heeft dan staat de weg naar beroep (rechter) open. Als het niet lukt om 2/3e akkoord te laten gaan, kan de schuldbemiddelaar een verzoek bij de rechtbank indienen voor een dwangakkoord en/of Wsnp, zoals nu ook het geval is. Ook het centraliseren van schuldregeling wordt als beleidsoptie (S10) genoemd.
De voorstellen omvatten de belangrijkste elementen van 1 Schuldenwet. Het is aan het nieuwe kabinet om hierover richting de Tweede Kamer een standpunt te formuleren.
De Arbeidsinspectie presenteerde op 25 juni het rapport De weg naar een schone lei – Onderzoek gemeentelijke schuldhulpverlening. Het onderzoek geeft inzicht in hoe gemeenten de schuldhulpverlening uitvoeren, en benoemt een aantal aandachtspunten. Bekijk de infographic. Ik lees geen verrassende bevindingen. Wel fijn om te lezen: ‘Als hulpvragers eenmaal in de schuldhulpverlening zitten gaat er veel goed. De wettelijke termijn van vier weken tussen aanmelding en intake wordt in verreweg de meeste gevallen gehaald. Vaak hebben hulpvragers al binnen een week na de aanmelding een eerste gesprek met de hulpverlener. Als een intake toch later plaatsvindt, komt dat meestal doordat de hulpvrager het gesprek wil verplaatsen. Na het intakegesprek wordt ook de beschikking doorgaans binnen de wettelijke termijn (8 weken na aanmelding) afgegeven. De meeste hulpvragers vinden dat hun schuldhulpverlener hulpvaardig en begripvol is. Ook vindt men hun hulpverlener doorgaans goed bereikbaar.’
HvA: Financiële dienstverlening; toen, nu en straks
Het rapport van de HvA geeft ons een mooie geschiedenisles. Bij het rapport vind je een praatplaat met de belangrijkste bevindingen, een tijdlijn (van 1990-2022) waarop relevante gebeurtenissen, wetswijzigingen en ontwikkelingen over de tijd zijn weergegeven en onderstaande animatie die alle informatie samenvat en als basislesmateriaal over schuldhulpverlening kan dienen.
De conclusie is wat mij betreft, dat weliswaar de verantwoordelijkheidsverdeling en wet- en regelgeving de afgelopen decennia voortdurend veranderden, maar dat we in de kern nog steeds schuldregelen volgens dezelfde principes: schuldenaar lost af wat ‘ie in een bepaalde periode kan aflossen, rekening houdend met een vrij te laten bedrag, schuldeisers schelden de rest kwijt, gelijkberechtiging, toets op goede trouw en inkomensperspectief, en we werken aan oorzaken en gedrag. Ruim 25 jaar na commissie Boorsma en invoering Wsnp is nu de tijd rijp om deze principes in 1 wet vast te leggen en de schuldenketen te herschikken rond de zes essentiële maatregelen van het IBO.
Ten opzichte van de eerste contouren in 2022, de consultatie-versie van vorig jaar en de versie waarover de Raad van State vorige week adviseerde is er het een en ander veranderd. Zo is de mogelijkheid om bij AMvB aan te wijzen situaties categoriale bijzondere bijstand toe te staan, komen te vervallen.
Op p. 14 van de Memorie van Toelichting vind je een handig overzicht van de ruim 20 maatregelen. Ik heb het nog wat verder samengevat:
De aanvulling op de jongmeerderjarigen-norm (18-21 jaar) wordt in beginsel gelijk voor alle gemeenten. Dit betekent dat gemeenten aanvullend € 634 aan jongeren kunnen geven wanneer ze redelijkerwijs geen steun van hun ouders krijgen. Wanneer blijkt dat dit bedrag niet voldoende is, kan de gemeente het bedrag verhogen. Als blijkt dat het bedrag te hoog is, kan de gemeente het verlagen.
Introductie van een standaard giftenvrijlating van € 1200 per jaar. Niet iedere gift moet meer worden gemeld. Melding is alleen nodig, als het totaal aantal giften boven de € 1200 per jaar uitkomt. De giften die worden ontvangen, moeten worden bijgehouden door de bijstandsgerechtigde zelf.
Voortaan wordt er rekening gehouden met zowel het huidige vermogen als de huidige schulden. Melding (in het kader van de inlichtingenplicht) is alleen nodig wanneer toenamen in bezit leiden tot een vermogen boven de vermogensgrens en moeten dus door de bijstandsgerechtigde zelf worden bijgehouden.
De vierwekenzoektermijn voor jongeren tot 27 jaar blijft van kracht. De gemeente krijgt wel de mogelijkheid om in knellende situaties geen gebruik te maken van de vierwekenzoektermijn.
De gemeente krijgt de mogelijkheid om een bijstandsuitkering met terugwerkende kracht te verstrekken. De maximale lengte is tot en met 3 maanden terug.
Voorgesteld wordt de norm voor de niet-kostendelende bijstandsgerechtigde van 21 jaar of ouder met een niet-rechthebbende partner vast te stellen op het niveau van de alleenstaandennormen (ongeveer 70% van de gehuwdennorm).
Bijstandsnorm alleenstaande ouder zonder ALO-kop. Een bijstandsgerechtigde met een niet-rechthebbende partner (bijvoorbeeld omdat deze in het buitenland of in de gevangenis verblijft) en met in Nederland wonende kinderen, heeft geen recht op extra kindgebonden budget. Dit komt door verschillende partnerbegrippen in verschillende wetten. In jurisprudentie is bepaald dat de bijstandsuitkering in deze situaties wordt verhoogd. Dit wordt nu ook vastgelegd in de wet.
Voorgesteld wordt om de aanvraagdatum van de eerst aangevraagde uitkering (bijstand, Bbz, IOA, IOAZ) bij een gemeente als meldingsdatum voor een bijstandsaanvraag te hanteren.
De verschillende vrijlatingsregelingen worden hetzelfde gemaakt in één vrijlating. De vrijlating bedraagt 15% voor de periode van 1 jaar. De gemeente kan besluiten de vrijlating te verlengen als men niet meer uren kan werken wegens individuele omstandigheden. De structurele vrijlating voor mensen met een medische uren beperking blijft behouden.
De aanvraagprocedure wordt vereenvoudigd: Het wordt mogelijk om bijstand toe te kennen op basis van DigiD. Hierdoor kan de hele aanvraag digitaal plaatsvinden. Identificatie mag voortaan ook op basis van een rijbewijs. Bijstandsgerechtigden die uit de bijstand zijn gestroomd en binnen 12 maanden weer instromen kunnen gebruik maken van een verkorte aanvraagprocedure, waarbij gegevens van eerdere aanvragen gebruikt mogen worden.
Door een uniforme wijze van het berekenen van het netto-inkomen voor te schrijven, wordt (automatisch) verrekenen op basis van de gegevens uit de polisadministratie mogelijk gemaakt. Ook wordt het transactiestelsel verduidelijkt. Het loonstrookje hoeft niet meer in alle gevallen maandelijks te worden aangeleverd. Dit vermindert de lastendruk en kan het proces in veel gevallen bespoedigen.
Er komt regelgeving waarin de standaardwijze voor het verrekenen van de eindejaarsuitkering, vakantiebijslag en keuzebudget wordt opgenomen. Dit maakt het verrekenproces eenduidiger. Ook wordt voorkomen dat bijstandsgerechtigden met inkomen naast de bijstand door het verrekenen van dit inkomen op maandbasis onder de bijstandsnorm terechtkomen.
Met het bufferbudget wordt een nieuw maatwerkinstrument geïntroduceerd om de financiële problemen – die ontstaan door het verreken van inkomsten – op te vangen en het bijstandsniveau te kunnen garanderen. Het bufferbudget bedraagt maximaal € 1000 per jaar en wordt toegekend en beheerd door de gemeenten. Het wordt toegekend als andere instrumenten zijn uitgeput of niet kunnen worden toegepast.
De bijstandsgerechtigde heeft een generieke participatieplicht. Dit houdt in dat iemand naar vermogen algemeen geaccepteerd arbeid moet verkrijgen, accepteren, behouden en gebruik te maken van een door de gemeente aangeboden (re-integratie) voorziening. Standaard specifieke verplichtingen, zoals het bereid moeten zijn om drie uur te reizen voor werk, komen te vervallen.
Bijstandsgerechtigden die niet (direct) kunnen werken, krijgen meer ruimte om hun maatschappelijke participatie zelf vorm te geven. Daarbij kunnen zij aanspraak maken op ondersteuning, conform het gemeentelijk beleid.
Er komt een maatregelenbesluit waarin gemeenten meer ruimte krijgen om bij het opleggen van maatregelen rekening te houden met de individuele omstandigheden. De standaard-verlagingen die op dit moment in de wet zijn opgenomen komen te vervallen.
Er wordt in de wet opgenomen dat mantelzorg geen op loon te waarderen arbeid is en dat – als men samenwoont vanwege de intensieve mantelzorg die wordt verleend – dit niet als gemeenschappelijk huishouden kan worden gezien.
De inwerkingtreding is mede afhankelijk van wanneer behandeling plaats zal vinden in de Kamer. Ik verwacht inwerkingtreding per 1-1-2026.
Deze week verscheen de 3e voortgangsrapportage van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden. Hieronder de highlights en zaken die voor gemeenten relevant zijn:
De voortgang op de 3 hoofddoelen:
Halvering van kinderarmoede in 2025 Start kabinet: 7,2%. Doel: 4,6%. Cijfers 2024: 4,9%
Halvering van het aantal personen in armoede in 2030 Start kabinet: 6,1%. Doel: 3,15%. Cijfers 2024: 4,7%
Halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030 Start kabinet: 7,7%. Doel: 4,3. Cijfers 2024: 8,8%.
Vroegsignalering: op 1 april is een experiment gestart met betalingsachterstanden van de eigen bijdragen Wmo en Wlz. Naar verwachting starten de Belastingdienst en Toeslagen begin volgend jaar met experimenten.
Er wordt gewerkt aan één betalingsregeling voor alle betalingen aan het Rijk. Het CAK, CJIB, DUO en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zijn hier al bij aangesloten. Op 1 juli 2024 gaan ook het UWV, RDI en de RVO deelnemen.
Vanaf eind 2026 moeten aanbieders van Buy Now Pay Later-betaaldiensten volgens de Europese Richtlijn consumentenkrediet, net als aanbieders van consumptieve leningen, o.a. een kredietwaardigheidstoets uitvoeren en voldoen aan de regels t.a.v. informatieverstrekking, reclame-uitingen en de maximale kosten van krediet. Vooruitlopend hierop maakt het kabinet zich hard voor naleving van de gedragscode.
Naar verwachting wordt het Wetsvoorstel schuldregelen na de zomer in consultatie gebracht. Daarin wordt o.a. een wettelijke reactietermijn opgenomen voor zowel schuldeisers als schuldregelaars.
SZW heeft de effectiviteit van 30 interventies voor preventie en vroege aanpak van geldzorgen laten onderzoeken, met de vraag wat de werkzame bestanddelen zijn. Ik schreef daarover dit artikel.
Het streven is om de BKR-registratie van schuldhulpverlening en saneringskredieten terug te brengen naar een half jaar na succesvolle afronding van het schuldhulptraject. Het kabinet wil dit per 1 januari 2025 de norm te laten worden.
Afsluitend geeft Minister Schouten het aanstaande kabinet nog even mee dat het wel handig is om één coördinerend bewindspersoon te hebben voor armoede en schulden.
SZW heeft de effectiviteit van 30 interventies voor preventie en vroege aanpak van geldzorgen laten onderzoeken, met de vraag wat de werkzame bestanddelen zijn. Doel is om gemeenten en andere organisaties extra handvatten te geven in hun keuzeproces voor de inzet op de preventie. In het rapport lees je meer over deze 30 interventies:
Signaleren, individueel advies geven en doorverwijzen
De Voorzieningenwijzer
Geldfit
Informatiepunt Digitale Overheid
JIP
Samen erop vooruit
SchuldHulpMaatje
Voorlichting en educatie
Aan de slag met je geldzaken – online cursus Nibud
Sterk met geld
Money Start
Nooit meer skeer
SpaarWijs
Op eigen kracht-training
Ondersteuning (langduriger)
Cash2Grow
Fris Supermarkt
Get a Grip
Oprecht
Plinkr
Sociaal Raadslieden
Stichting BuurtBazen
Effectief inrichten van de fysieke en sociale omgeving
Een jaar geleden nam de Tweede Kamer een motie aan die verzoekt om de knelpunten in de schuldhulp aan (ex)-gedetineerden te inventariseren en met een verbetervoorstel te komen. Het kabinet komt met de volgende voorstellen.
Een mogelijke oplossingsrichting is om in iedere regio één schuldhulpverlener aan te wijzen die werkzaam is in de PI en verantwoordelijk is voor de gedetineerden uit die regio. Gemeenten kunnen hiervoor regionale afspraken maken op het gebied van uitvoering. Op die manier wordt voorkomen dat elke gemeente toegang moet krijgen tot de PI en worden de uitvoeringslasten gecentraliseerd. SZW, VenJ en VNG gaan deze oplossingsrichting verder verkennen.
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) inventariseert bij aanvang van detentie of een gedetineerde schulden heeft. Als er schulden zijn dan kan de casemanager de gemeente benaderen met een hulpvraag. Daarnaast kunnen gedetineerden in het Re-integratie Centrum ondersteuning krijgen bij het voorkomen van nieuwe schulden en bij het treffen van betalingsregelingen. Tijdens detentie kunnen gedetineerden een training krijgen over financiën. De casemanagers van een PI hebben echter een groot takenpakket en een hoge workload. DJI bekijkt momenteel hoe de inzet van casemanagers effectiever gemaakt kan worden.
Gemeenten mogen de vaste lasten van gedetineerden tijdelijk bekostigen vanuit de bijzondere bijstand met als doel escalatie van de schuldensituatie na detentie te voorkomen. Hoewel gemeenten beleidsvrijheid hebben dit wel of niet te doen, doen veel gemeenten dit al. Om uniformiteit te vergroten gaan SZW en VNG deze mogelijkheid ruimer onder de aandacht brengen.
Tijdens detentie is de gedetineerde verzekerd via een collectieve verzekering van de Rijksoverheid. Gedetineerden vergeten soms hun zorgpremie tijdens detentie op te schorten. Er wordt daarom gewerkt aan een wettelijke regeling om de zorgverzekering tijdens detentie automatisch op te schorten.
Gedetineerden kunnen meestal geen saneringskrediet krijgen, omdat zij geen inkomen hebben. Den Haag heeft hiervoor een oplossing gevonden en maakt een inschatting van het arbeidsvermogen en toekomstige inkomen, kijkend naar verleden en opleiding. SZW, NVVK, VNG en het Waarborgfonds saneringskredieten onderzoeken of deze aanpak kan worden opgeschaald, waarbij de gemeente van herkomst tijdens detentie een saneringskrediet verstrekt, en de gedetineerde na uitstroom start met afbetaling.
In Noord-Nederland maken de gemeenten in Drenthe, Groningen en Friesland met zelfmelders al vóór de detentie start een plan van aanpak voor re-integratie (project 3Noord). hierin wordt schuldenproblematiek expliciet opgenomen. Hierdoor ontvangt de gedetineerde in een vroeg stadium financiële begeleiding van de gemeente die kan worden voortgezet tijdens de detentie. JenV en VNG bezien hoe in de toekomst de 3Noord-aanpak breder benut kan worden.
Eind 2024 volgt meer info in de 4e voortgangsrapportage van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden.
De NVVK hanteert vanaf 1 juli ’24 bij de berekening van de afloscapaciteit het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) als ondergrens. In de definitie van problematische schuld blijft de periode van 36 maanden gehandhaafd. Dit werd besloten tijdens de ledenvergadering in mei.
Volgens de VTLB-berekening is er best vaak geen afloscapaciteit. In de handreiking lees je hoe en wanneer je 0% voorstellen doet aan schuldeisers en in welke gevallen je inzet op Wsnp.
Vanuit de Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden reserveerde het kabinet € 40 miljoen voor betere dienstverlening door gemeenten op het gebied van armoede en schulden. Deze middelen werden voor 2023 incidenteel beschikbaar gesteld. In de Meicirculaire Gemeentefonds 2024 lees je dat de toekenning vanaf 2024 structureel zal plaatsvinden ‘om gemeenten verder in staat te stellen om strategisch en doelgericht te handelen en hun activiteiten uit te breiden zoals het verdubbelen van het gebruik van schuldhulpverlening en het bevorderen van activiteiten om armoede onder kinderen te bestrijden.’
In deze circulaire wordt voor het eerst sinds lange tijd ook weer de €85 miljoen voor kinderarmoede genoemd. Ik dacht dat deze middelen inmiddels op de grote hoop waren beland. Staatssecretaris Klijnsma stelde deze middelen vanaf 2016 structureel beschikbaar. Vanaf p. 88 vind je de budgetten per gemeente.
Hierbij het bijgewerkte overzicht van de gemeentelijke budgetten vanuit het rijk.
Vorig week presenteerde de NVVK haar Jaarverslag 2023. De meest opvallende cijfers:
Aanmeldingen schuldhulpverlening 2007 – 2023
5% meer aanmeldingen (79.514 in 2023)
Maar liefst 62% meer ondernemers (5.578 in 2023). Deze stijging werd verwacht, onder meer na de aankondiging dat de Belastingdienst uitgestelde vorderingen echt zou gaan innen.
46% heeft midden- of hoger inkomen (in 2022 was dat 43%).
Gemiddelde schuld daalt van €40.170 naar €38.735.
8% minder schuldregelingen (saneringskrediet + schuldbemiddeling). Aandeel sk’s loopt nog steeds op, nu 70%.
12% meer doorverwijzingen naar Wsnp. Daarmee wordt lange dalende trend gestuit.
Verbetering gemeentelijke schuldhulpverlening wordt doorgezet, met focus op aanpak problematiek bij de bron.
Niet verder nivelleren. Geen structurele verhoging minimumloon en bijstand.
Meer loon naar werken door lastenverlichting op arbeid en verlaging marginale druk.
Een knelpuntenaanpak en extra middelen (envelop) voor specifieke groepen onder het bestaansminimum, onder wie werkende armen.
Bevriezen afbouw dubbele heffingskorting in de bijstand in 2025 – 2027. In 2011 stemde de Tweede Kamer voor geleidelijke afbouw in 20 jaar. Dit om te voorkomen dat het verschil in inkomen tussen een stel met een uitkering en een werkende steeds kleiner zou worden. Sindsdien hebben meerdere kabinetten de afbouw tijdelijk bevroren. Lees in de inleiding van de MvT van destijds wat precies de gevolgen zijn.
Eigen risico in de zorg verlaagd naar €165 in 2027. Dat is ongeveer het niveau van 2011. Eigen risico getrancheerd op maximaal €50 per behandeling. Dit betekent dat mensen per behandeling niet meer dan €50 kwijt zijn van hun eigen risico. In de jaren 2025 en 2026 is het eigen risico nog €385 zoals nu, maar is er ook een envelop van €2,5 miljard voor gerichte lastenverlichting aan burgers in aanloop naar verlaging eigen risico.
Jaarlijkse sociale huurontwikkeling volgt tot 2026 de bestaande afspraak met woningcorporaties: CAO ontwikkeling -0,5%. Vanaf 2026: consumentenprijsindex +0%.
Onderzocht wordt of en onder welke voorwaarden het recht van huurders op koop van hun sociale huurwoning kan worden vormgegeven.
Verlaging energiebelasting levert voor huishouden met gemiddeld verbruik financieel voordeel van ca. €29 per jaar in 2025 oplopend naar ca. €50 per jaar in 2030.
Hoger kindgebonden budget.
Hogere huurtoeslag.
Eenmalige tegemoetkoming in afbouw schulden studenten pechgeneratie.
Budget voor bijstand wordt in samenhang met maatregelenpakket op het terrein van asiel structureel met €100 miljoen verlaagd.
Er komt een recht op vergissen. Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.
In het Hoofdlijnenakkoord staat niets nieuws over gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid.
Het kan je niet ontgaan zijn. Arnhem start een experiment waarbij ze de volledige schuld van 40 tot 60 huishoudens in de armste buurt van Nederland opkopen. Lees meer in raadsbrief, persbericht en website Nationaal Programma Arnhem Oost. En bekijk dit filmpje:
Wat in de media niet zo duidelijk naar voren komt, is dat schuldeisers ook gewoon een deel kwijtschelden. De gemeente, of eigenlijk het opkoopfonds, betaalt dus niet de volledige schuld.
Wat wel anders is dan reguliere schuldregeling, is dat er geen sprake is van gelijkberechtiging. De meeste schuldeisers vinden dat waarschijnlijk geen probleem, omdat zij meestal een (flink) hoger percentage krijgen dan bij een gewone schuldregeling. Met een aantal grote veelvoorkomende schuldeisers heeft de gemeente al afspraken gemaakt over kwijtschelding. Kleine schuldeisers zoals ‘de bakker op de hoek’ krijgen 100%, en met overige schuldeisers wordt onderhandeld.
Wat ook anders is, is dat dat de schulden heel snel worden geïnventariseerd. Al voordat het schuldenoverzicht 100% compleet is krijgen de schuldeisers die al in beeld zijn een aanbod.
De inwoners worden gedurende twee jaar intensief begeleid op alle leefgebieden. Onderzoekers monitoren en evalueren het experiment. Over een jaar of twee weten we of dit een effectieve methode is.
Wethoudersbrief Rotterdam (26 april 2024) over nieuwe samenwerking met stichting Nieuw Vaarwater die na een gewone schuldregeling het saneringskrediet aflost.
Vier jaar geleden schreef ik over de toen net geïntroduceerde Armoedescan van het CBS. De Armoedescan is inmiddels flink doorontwikkeld en beproefd. Lees op CBS.nl over de huidige stand van zaken of ga direct naar de Armoedescan met cijfers van jouw gemeente.
De Basis Armoedescan biedt voor alle gemeenten basisinformatie over de doelgroep.
De Lokale Armoedescan geeft inzicht in het bereik van de lokale minimaregelingen. Dit inzicht krijg je alleen als je cijfers over het gebruik van jouw minimaregelingen aanlevert. Op dit moment zijn Arnhem, Den Haag, Dordrecht, Leiden, Groningen, de Kempengemeenten (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-de Mierden en Oirschot) en Schagen aangehaakt.
Het CBS is voornemens om ook schuldhulpdata op te gaan halen bij gemeenten.
Meer weten? Stuur een e-mail naar ASD@cbs.nl o.v.v. Dashboard armoedescan (PR002374).
Het kabinet vindt directe bekostiging door het rijk (i.p.v. gemeenten) niet wenselijk, o.a. omdat gemeenten dan mogelijk eerder naar bewindvoering doorverwijzen en minder gebruik maken van lichtere alternatieven zoals budgetbeheer. Schouten wil ook geen knip tussen schuldenbewind (gefinancierd via bijzondere bijstand) en toestandsbewind (gefinancierd via het Rijk), omdat het de administratieve- en uitvoeringslast voor zowel gemeenten, bewindvoerders, rechtspraak en Rijk vergroot.
Wat wil het kabinet wel:
We gaan na wat de gevolgen zijn van het laten vervallen van de grondslag problematische schulden en/of verkwisting.
We bezien de optie van het verkorten van het schuldenbewind al dan niet in combinatie met een looptijdonafhankelijke vergoeding.
We zoeken naar (budgetneutrale) oplossingen zoals een hogere vergoeding het eerste jaar.
We kijken of gemeenten een deel van de bewindvoeringstaken willen overnemen, zoals versterken zelfredzaamheid, treffen betalingsregeling of voorwerk voor het opzetten van een schuldregeling.
We bekijken of het haalbaar is om gemeenten te compenseren voor eventuele beleidsmatige wijzigingen in de beloning voor bewindvoerders.
Verder schrijft Schouten: Waar schuldenbewind bedoeld is om de financiën te stabiliseren, is de schuldhulpverlening bedoeld om de problematische schulden op te lossen. Om die reden zie ik liever dat mensen met financiële problemen hulp zoeken bij, doorverwezen worden naar, of hulp aangeboden krijgen door, de gemeente. Daarom zet zij in op doorontwikkeling van vroegsignalering en de basisdienstverlening voor schuldhulpverlening, en wijst zij gemeenten op de mogelijkheid om gebruik te maken van het adviesrecht.
Tot slot. Op 21 maart was er een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Je kunt hier terugkijken en de position papers lezen. Lees ook nog eens Bewindvoering in Schuldenwet (juni 2022).
De Tweede Kamer heeft zojuist de volgende moties aangenomen:
Motie Synhaeve over het moeilijker maken om huishoudens af te sluiten van water door de voorwaarden daarvoor aan te scherpen. NB. De Kamer vraagt de minister om binnen 3 weken uit te leggen waarom ze deze motie ontraadde.
Motie Mohandis en Palmen over een structurele oplossing voor met name Wajongers die als onbedoeld effect van overheidsbeleid niet meer in aanmerking komen voor een kwijtschelding.
Motie Mohandis c.s. over uitspreken dat het doel om het aantal kinderen dat in armoede opgroeit te halveren wordt gehandhaafd.
Motie Ceder c.s. over voorbereidingen ter hand nemen voor een nieuw incassostelsel gericht op collectief belang.
Motie Ceder en Mohandis over bij aanbieders van BNPL-dienstverlening scherp aandringen op handelen naar geest en doel van de aangepaste Richtlijn consumentenkrediet.
Motie De Kort c.s. over onderzoeken waarom het nog zo eenvoudig is om de “buy now, pay later”-leeftijdscontroles te omzeilen.