
In dit artikel belichten we de rol van bewindvoering in de Schuldenwet*. Kern van de Schuldenwet is dat 1 regisseur de schuldenaar begeleidt van aanmelding tot schone lei. Twee wijzigingen hebben gevolgen voor bewindvoering:
- Verkwisting vervalt als grondslag voor beschermingsbewind. Bewind met deze grondslag wordt ook wel schuldenbewind genoemd. Dat betekent dat straks het sec hebben van schulden geen reden meer is om iemand onder bewind te stellen. Verkwisting is overigens pas sinds 2014 een grond voor beschermingsbewind. Als er nu sprake is van verkwisting, zit er voor de rechter weinig anders op dan schuldenbewind toe te kennen. Lichtere wettelijke alternatieven heeft hij immers niet tot zijn beschikking. Wat blijft is beschermingsbewind voor iemand die wegens zijn/haar lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of permanent de eigen financiële zaken niet kan behartigen, ook wel toestandenbewind. Als je (alleen) schulden hebt, ga je dus naar de gemeente. De gemeente beoordeelt de zelfredzaamheid van de inwoner. In de meeste gevallen is een combinatie van begeleiding en budgetbeheer door de gemeente voldoende om te borgen dat de inwoner aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Bij budgetbeheer gaat het inkomen naar een rekening die door de gemeente wordt beheerd. Maar de gemeente kan ook beschermingsbewind inzetten. Dat gebeurt via de rechter, gewoon zoals dat nu ook gebeurt. De gemeente kan het zelf uitvoeren of overlaten aan particuliere bewindvoerders. Het is dus niet zo dat alle gemeenten straks zelf bewind moeten gaan uitvoeren. De gemeente zal de inwoner verwijzen naar lokale bewindvoerders (en vrijwilligers en hulpverleners) met een goede staat van dienst, maar de inwoner kiest uiteindelijk zelf. De tijdrovende adviesrecht-procedure wordt overbodig. Als budgetbeheer of beschermingsbewind niet genoeg is, dan is er ook o.a. nog curatele.
- Gemeenten krijgen de bevoegdheid om een schuldregeling op te leggen. Dat doen ze volgens de criteria en standaard berekeningen die al jaren worden toegepast in het minnelijke traject en de Wsnp. Een schuldenrechter hoeft straks alleen nog die dossiers te beoordelen waarbij schuldeiser of schuldenaar vinden dat de gemeente de verkeerde berekening heeft gemaakt. De rechter kan vervolgens de gemeente dwingen de berekening aan te passen. Dit is hoe wetgeving zich ontwikkelt volgens het subsidiariteitsbeginsel. De gang naar de rechtbank wordt door veel hulpvragers als stigmatiserend ervaren. Bij de rechtbank kom je normaal gesproken alleen als je iets strafbaars hebt gedaan en ‘schuldig’ bent. Door deze wetswijziging heb je dus geen overdracht meer van gemeente naar rechtbank en Wsnp-bewind. In plaats van het standaard Wsnp-bewind krijgt de hulpvrager straks een vorm van budgetbeheer of beschermingsbewind die aansluit op diens zelfredzaamheid, zoals hierboven aangegeven. Ook de postblokkade is geen vanzelfsprekendheid meer.
Cijfers
Het aantal schuldenbewinden steeg sinds 2014 fors naar 56.000 in 2018. De instroom in schuldenbewind is sinds 2017 wel gedaald van 14.000 tot 8.700 in 2021. Verkwisting is bij ongeveer 30% van de onder bewind gestelden de grond voor beschermingsbewind. Omdat er minder mensen instromen in de Wsnp, daalt ook het aantal Wsnp-bewinden. Vorig jaar werden minder dan 2.300 mensen toegelaten tot de Wsnp.
Bedenkingen
In de Aanbevelingen meerderjarigenbewind stelt ook de toezichthouder op bewindvoerders, dat bij schuldenbewind het de voorkeur heeft wanneer de schuldregeling wordt uitgevoerd door de gemeente. Men erkent de mogelijke tegenstrijdige belangen die kunnen optreden in de uitvoering. De bewindvoerder is immers belangenbehartiger en partijdig, terwijl een schuldhulpverlener onpartijdig moet zijn. De bewindvoerder heeft mede daarom ook geen recht op een vergoeding voor schuldregeling.
Toch kunnen we ons voorstellen dat bewindvoerders zich miskend voelen door de plannen voor 1 schuldenwet. Het schuldenwetsvoorstel is echter allerminst een diskwalificatie van bewindvoerders! We denken niet dat gemeenten het beter of goedkoper kunnen. We denken wel dat het nodig is om 1 regisseur te hebben die de hulpvrager begeleidt van aanmelding tot schone lei. Zonder overdrachten. En 1 aanspreekpunt voor schuldeisers. We vinden ook dat begeleiding, budgetbeheer of bewind toegesneden moeten zijn op de zelfredzaamheid van de hulpvrager. Waarom standaard Wsnp-bewind en postblokkade als iemand in staat is zelf zijn rekeningen te betalen? Waarom schuldenbewind als budgetbeheer ook voldoende is?
Kunnen gemeenten dit?
In dit artikel reageren bewindvoerders op het D’66 voorstel voor 1 schuldenwet: ‘Een integrale schuldenwet klinkt mooi. Maar is het een oplossing voor de problemen die het systeem van een gemeente veroorzaakt? Een schuldenwet met als uitgangspunt dat de gemeente een centrale regie en uitvoeringsrol heeft, zal nooit succesvol kunnen zijn. En we kunnen ons niet veroorloven – nog eens 10 jaar – met een monopoliespel te experimenteren. Het probleem kan niet de oplossing zijn.’
Er staan voorbeelden in van gemeenten waar de schuldhulp niet goed functioneert. (Voorbeelden van bewindvoerders die slecht functioneren, en gemeenten die het wel goed doen worden overigens niet genoemd). De initiatiefnemers van de Schuldenwet – we spreken niet per se namens D’66 – maken zich ook geen illusies over de kwaliteit van de schuldhulpverlening in sommige gemeenten. Sterker nog, de Schuldenwet is vooral bedoeld om de gemeentelijke schuldhulp te verbeteren. De Wgs bestaat nog maar 10 jaar en is een hele dunne wet. Er staat in dát gemeenten schuldhulp moeten bieden, maar niet hoe (Klik op Wgs en see for yourself). Die beleidsvrijheid is funest. Er zijn bovendien geen geoormerkte middelen. Voldoende middelen zijn natuurlijk een belangrijke randvoorwaarde voor deze wet. De Schuldenwet is overigens niet bedoeld als bezuinigingsoperatie zoals het artikel doet vermoeden. Als je de huidige versnipperde geldstromen bundelt, kun je met hetzelfde budget heel veel meer doen en kwaliteit leveren. De kwaliteit van de schuldhulp is nu zeer afhankelijk van de kleur van college en gemeenteraad. Daar komt bij dat gemeenten wel de verantwoordelijkheid hebben, maar nauwelijks bevoegdheden en doorzettingsmacht. Het is alsof je je pief-paf-poef moet roepen, omdat er geen munitie beschikbaar is. Voor het slagen van een traject zijn gemeenten afhankelijk van coöperatieve schuldeisers, rechtbank en bewindvoerders.
De grootste schuldeisers laten met collectief schuldregelen en convenanten zien dat zij bereid zijn akkoord te gaan met een schuldregeling als zij zien dat gemeenten de juiste berekeningen maken en gepaste hulp bieden. Het ligt voor de hand deze afspraken in de Schuldenwet vast te leggen, zodat ook andere schuldeisers moeten meewerken aan schuldregeling.
Gemeenten kunnen dit. Er zijn genoeg gemeenten die het met beperkte middelen wel goed doen.
Geen stelselwijziging
Als je goed kijkt is het vooral een papieren wijziging. Een herschikking van taken en bevoegdheden. Je schrapt ‘verkwisting’ uit het BW. Je geeft gemeenten de bevoegdheid een schuldregeling op te leggen en knipt en plakt artikelen van Titel III Faillissementswet naar de Wgs. Je schrapt het adviesrecht. Gemeenten krijgen er geen wezenlijk nieuwe taken bij. Er vervallen werkzaamheden zoals de adviesrecht-procedure, dwangakkoord en Wsnp-verklaring.
Alternatief?
De oplossing ligt volgens de bewindvoerders en SchuldHulpMaatje bij het maatschappelijk middenveld en bij burgers, met gebruik van bewezen maatregelen als Wsnp, beschermingsbewind en de tomeloze inzet van vrijwilligers en professionals. Veel van deze partijen zullen ook bij 1 schuldenwet een belangrijke rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan preventie en het versterken van de zelfredzaamheid tijdens een schuldsaneringstraject. Toch zien we op dit moment nog niet direct hoe dit een alternatief is voor de huidige praktijk en wet- en regelgeving, maar we houden ons aanbevolen voor suggesties.
Een schuld is iets van de schuldeiser en de schuldenaar. Laten we zo weinig mogelijk andere partijen zich bemoeien met het oplossen ervan.
* De Schuldenwet is een initiatief van schuldeisers, ervaringsdeskundigen, hulpverleners en deskundigen. Lees alle artikelen over 1 schuldenwet
Hoe regelt de wet dan de handelingsonbevoegdheid van de verkwister? Ik denk dat iedere bewindvoerder zal beamen dat juist bij deze groep vaak veel “teruggedraaid moet worden”.
In de schuldenwet kan je opnemen dat de schuldhulpverlener nieuwe financiële contracten kan vernietigen.
En het openbaar register?
Begrijp me niet verkeerd, ik begrijp de wens tav één duidelijke schuldenwet, echter dit soort vraagstukken zijn van civielrechtelijke aard en horen niet in bestuursrecht thuis.
Volgens mij ligt de kracht vooral in de huidige wetgeving beter en adequater gebruiken. Alles tools zijn er, het wordt alleen niet optimaal benut.
Als het wettelijk niet mogelijk blijkt om schuldhulpverleners financiële contracten te laten vernietigen, dan is het alternatief dat de gemeente toeleidt naar beschermingsbewind