
In 2019 introduceerde Utrecht een nieuwe schuldenaanpak. Een in het oog springende maatregel was de verkorting van aflosperiode: de gemeente scheldt max. 12 maanden of €1.000 van het saneringskrediet kwijt als er zicht is op duurzame schuldenvrijheid. Ook verlaagde Utrecht de eisen aan het schuldregelingsdossier: als 80% van het dossier op orde is, wordt de rest geschat (80/20-regel). Er is een ‘Oepspotje’ voor de gevallen waarbij een verkeerde schatting is gemaakt.
Andere maatregelen (allerminst uitputtend):
- Studenten die wettelijk gezien door hun situatie niet kunnen aflossen op hun schulden, kunnen door gedeeltelijke kwijtschelding toch schuldenvrij worden zonder de studie te hoeven afbreken.
- Het Voorkom-erger-potje is een soort maatwerkbudget. In een Whatsapp-groep beslissen hulpverleners van het buurtteam met elkaar over bedragen tot €500.
- Inwoners (zowel jongeren als volwassenen) krijgen, nadat ze een (bijzondere) bijstandsaanvraag hebben gedaan, de vraag of ze open staan voor een vrijblijvend Rondkomengesprek: een gesprek over geld, rondkomen en alles daaromheen.
- Utrechtse jongeren die bijna 18 worden krijgen een verjaardagskaart met info over wat het betekent om (financieel) volwassen te zijn (zie nieuwsbericht).
- Sociaal raadslieden zijn standaard aanwezig bij rolzittingen van de rechtbank. Als er gedaagden met geldproblemen aanwezig zijn verwijst de rechter ze direct door naar de sociaal raadslieden.
- In het kader van de vroegsignalering zijn er afspraken gemaakt met deurwaarders over warme doorverwijzing naar de buurtteams.
- Er is een gezamenlijk aanbod van ASR, Rabobank, Volksbank, Nibud, DOCK, gemeente en U-Centraal voor gratis gastlessen en financiële educatie in het gehele Utrechtse onderwijs, van primair onderwijs tot hbo/wo.
- De gemeente heeft 6 ervaringsdeskundigen in dienst genomen als praktisch ondersteuner. Ze motiveren mensen om hulp te aanvaarden en bieden zelf praktische hulp bij het op orde brengen van de administratie, het bellen met schuldeisers en de aanmelding voor schuldhulp.
- Met het Huishoudboekje beheert de gemeente de bankrekening van de inwoner en betaalt hiervan maandelijks de vaste lasten voor de inwoner, wat overblijft krijgt hij of zij als leefgeld. Schommelingen in het inkomen worden met een buffer van maximaal €1.500 in het Huishoudboekje opgevangen. Inmiddels maken ca 550 inwoners gebruik van het Huishoudboekje, waaronder standaard alle statushouders. Vanuit andere gemeenten is er veel interesse; samen met de VNG wordt gewerkt aan landelijke opschaling.
- In de pilot sociaal renoveren wordt bij een fysieke renovatie (van een flatblok) met de corporatie, aannemer en bewoners in gesprek gegaan over sociale vraagstukken betreffende werk of bestaanszekerheid. Er is een nieuwe functie van bewonersverbinder ontwikkeld. Deze medewerker, met eenzelfde culturele achtergrond als veel inwoners van de flat, zoekt laagdrempelig contact, is gericht op vertrouwen winnen en gaat in gesprek zonder agenda. De bewonersverbinder helpt inwoners overzicht te creëren over de eigen leefsituatie en hulpvragen te formuleren en heeft daarmee een brugfunctie tussen inwoners en instanties.
- Invordering op maat. Werk en Inkomen hanteert bij incasso een lijn van algemene coulance waar mogelijk en het vergroten van persoonlijk contact met de inwoners. Inwoners worden kort na een besluit telefonisch benaderd om in overleg te bepalen welk maandelijks bedrag voor hem/haar reëel en wenselijk is.
- Als schuldeisers niet mee willen werken aan een aanbod voor een schuldregeling, kan de rechter hen dwingen middels een dwangakkoord. Vaak stemmen schuldeisers alsnog in met het voorstel, zodra ze de uitnodiging van de rechtbank ontvangen, waardoor de zitting niet nodig is. De gemeente en de rechtbank hebben een slimme werkwijze bedacht en ingevoerd: eerst de schuldeisers uitnodigen voor de zitting, daarna pas het complete verzoek indien. In drie kwart van de gevallen als dit laatste niet meer nodig. Dat bespaart veel stress, tijd en geld.
Uit de evaluatie blijkt dat er mooie resultaten zijn behaald, zoals:
- De gemiddelde schuldenlast bij aanvang van een schuldregeling is in 4 jaar meer dan gehalveerd: van € 44.000 in 2019 naar € 21.300 in 2022.
- De doorlooptijd tussen het eerste intakegesprek en de start van een schuldregeling is gedaald van 11 maanden in 2020 tot een kleine 5 maanden in 2022.
- Het aantal schuldenbewinden is in 5 jaar tijd met 30% gedaald.
Lees het eindrapport en de raadsbrief.