Zojuist verschenen: Armoedesignalement 2010 van het CBS en SCP met actuele gegevens over armoede in Nederland.
De armoede is vorig jaar toegenomen. In 2009 leefde 6,2% van de bevolking onder de armoedegrens. Een jaar eerder was dat nog 5,5%. De inkomensgrens die wordt gehanteerd (het niet-veel-maar-toereikendcriterium) is de optelsom van de minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, woning, en sociale participatie, die het Nibud hanteert.
Andere conclusies:
- Na lange tijd te zijn gedaald, is het percentage arme kinderen in 2009 weer opgelopen;
- Het risico op armoede is hoog bij eenoudergezinnen, bijstandsontvangers en alleenstaanden jonger dan 65 jaar. Ook mensen uit niet-westerse landen en de nieuwe EU-lidstaten behoren tot de risicogroepen;
- De kans op armoede is bij werkenden de laatste tien jaar stabiel. Het aantal werkende armen groeide echter wel, vooral bij zelfstandigen;
- In 2009 had ruim 17% van de huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens één of meer betalingsachterstanden. Zij hadden daarmee vier keer zo vaak betalingsachterstanden als huishoudens met een hoger inkomen;
- Betalingsachterstanden komen vooral veel voor bij alleenstaanden en eenoudergezinnen met een laag inkomen;
- Meer dan de helft van de eenoudergezinnen met een laag inkomen komt (zeer) moeilijk rond;
- Voor bijna een kwart van de huishoudens met een laag inkomen zijn de woonkosten een zware financiële last;
- In 2010 is bij zowel de lage als de hogere inkomens een duidelijke opleving waar te nemen in de verwachting dat de eigen financiële situatie gaat verbeteren.
Ikzelf was in eerste instantie geneigd de economische crisis aan te wijzen als belangrijkste oorzaak van de toename van armoede, maar de onderzoekers stellen: ‘In grote lijnen heeft de economische crisis tot nog toe niet geleid tot een substantiële achteruitgang in de welvaartspositie van huishoudens.’