Benchmark armoede en schulden

Gemeenten kunnen zich nog tot 14 maart aanmelden voor de benchmark armoede en schulden. In de benchmark vergelijken gemeenten hun prestaties op het terrein van armoedebeleid en schuldhulpverlening over het kalenderjaar 2015. Vanaf 14 maart krijgen gemeenten ongeveer een maand de tijd om een vragenlijst in te vullen. De aangeleverde gegevens worden door de benchmarkorganisatie aangevuld met gegevens van onder meer CBS en Inlichtingenbureau. Eind april worden de eerste rapportages opgeleverd. Op 26 mei worden de resultaten besproken tijdens de eerste benchlearn bijeenkomst.

Wat wordt gemeten

  • Omvang en ontwikkeling minimapopulatie (minimascan/CBS) naar inkomensgrens;
  • Minimahuishoudens met kinderen;
  • Bijstand: omvang, samenstelling, duur en Aio (basisbenchmark);
  • % bijstandsgerechtigden  zorgtoeslag niet aangevraagd;
  • % bijstandsgerechtigden > 2 mnd. premieachterstand zorgverzekering;
  • Gemiddelde uitgaven bijbij, IIT, CAV, maatschappelijke participatie volwassenen, maatschappelijke participatie jeugd, fondsen (noodfonds, Leergeld e.d.), kwijtschelding en schuldhulp per verstrekking, minima-huishouden en inwoner;
  • Inkomensgrenzen per minimaregeling;
  • Formatie uitvoering bijbij;
  • Gebruik en bereik bijzondere bijstand, kwijtschelding, IIT en CAV, maatschappelijke participatie en beschermingsbewind;
  • Toekenningen en afwijzingen bijbij;
  • Aanvragen, aanmeldingen, intakes en toegekende aanvragen schuldhulp;
  • Recidive schuldhulpverlening;
  • Aantal klanten budgetbeheer, budgetcoaching, totaal schuldhulp en verwijzing Wsnp;
  • Slagingspercentages bemiddeling en sanering;
  • Schuldenvrije uitstroom en uitval;
  • Aantal schuldeisers en gemiddelde schuld;
  • Formatie schuldhulp;
  • Wachttijd schuldhulp;
  • % stabilisatietrajecten >4 mnd;
  • % schuldregelingen >120 dgn.

In de benchmark wordt gebruikgemaakt van gangbare definities van o.a. NVVK en CBS.

Lees meer op de website van Divosa.

Geautomatiseerde toets Bijzondere Bijstand door Inlichtingenbureau

IBGemeenten kunnen maandelijks aan het Inlichtingenbureau BSN’s aanleveren van burgers die een aanvraag voor een bijzondere bijstand hebben gedaan of mogelijk in aanmerking komen voor automatische verlenging daarvan. Het Inlichtingenbureau bepaalt aan de hand van een door gemeenten opgestelde beslisboom met gegevens uit de GBA-V de huishoudsituatie van de aanvrager. Vervolgens vindt een inkomenstoets bij het UWV, en eventueel een vermogenstoets bij RDW en/of de Belastingdienst plaats. Lees meer op de site van het Inlichtingenbureau.

Ambtshalve toekenning minimaregelingen

Klanten in Velsen hoeven minimaregelingen niet langer ieder jaar aan te vragen. Na de eerste aanvraag wordt ieder volgend jaar vooraf onderzoek verricht, door raadpleging van het uitkeringensysteem, Suwinet en incidenteel het dossier. Is alles in orde, dan volgt een beschikking en uitbetaling. Alleen als er vragen zijn, volgt een vragenformulier. Lees meer. Weert doet het ook.

Eén probleemgezin kost overheid zeker 40.000 euro

De zorg voor een probleemgezin kost gemiddeld zeker €40.000 per jaar. Dit bedrag is een optelsom van een bijstandsuitkering plus de kosten van maatschappelijk werk, jeugdzorg, schuldhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg, of aanbieders van opvoedingsondersteuning. De kosten voor het gemeentelijk apparaat bij de hulpverlening zijn hier nog niet bij opgeteld. De berekening is in opdracht van de gemeente Woerden gemaakt door onderzoeksbureau Stade Advies. Volgens onderzoeker Veuger gaat ongeveer eenderde van de kosten op aan bureaucratie. Met het aanwijzen van één verantwoordelijke die met het gezin een integraal hulpplan opstelt, kan volgens hem veel doelmatiger worden gewerkt, en dus worden bespaard. lees meer in de Volkskrant.

In opdracht van minister Schippers van Volksgezondheid worden de kosten ook landelijk uitgezocht. Het zou mooi zijn als de onderzoekers ook zouden kunnen achterhalen wat de opbrengsten zijn van onze verzorgingsstaat. Maar dan krijg je ongetwijfeld een politiek gekleurde uitkomst..

NB. Kijk ook nog eens naar de kosten-batenonderzoeken op het terrein van schuldhulpverlening en de inzet van Stichting Leergeld.