Huur te duur…

Afbeeldingsresultaat voor huurwoningKijk, dat is goed nieuws: In Utrecht opnieuw minder mensen uit huurhuis gezet. En dat ondanks het feit, dat Nederland in de EU heel slecht scoort op betaalbaarheid huisvesting. En tegelijkertijd lees ik ook dat dat betaalrisico’s bij huurders vaak langdurig van aard zijn.

Betaalbaarheid huisvesting
Dakloosheid neemt (behalve in Finland) in alle EU landen toe. Voor Nederland valt op dat het bij de vier sterk dalende landen op de ranglijst staat. De oorzaak hiervan is het feit dat inmiddels 15% van de gehele bevolking een te groot deel van het inkomen aan huisvesting kwijt is. Van de mensen met een minimum inkomen is meer dan de helft teveel geld kwijt aan huisvesting.

In slechts 4 EU landen wordt meer uitgegeven aan huisvesting dan in Nederland. Het percentage huishoudens dat meer dan 40% van het besteedbaar inkomen uitgeeft aan huisvesting is in Nederland zeer hoog. 15% van alle huishoudens besteedt meer dan 40% van het inkomen aan huisvesting. Van de huishoudens met een minimuminkomen besteedt 51% daarvan meer dan 40% van het inkomen aan het betalen van de huisvesting.

Opvallend is dat vooral jonge mensen financieel in een risicovolle situatie verkeren vanwege de hoge kosten van huisvesting. In Nederland betaalt 73% van alle jongeren meer dan 40% van hun besteedbaar inkomen aan huisvesting. Het gemiddelde in de EU is 48%. Deze situatie is misschien ook een verklaring voor het feit dat Nederlandse jongeren steeds langer thuis blijven wonen (gemiddeld tot hun 25e jaar). Het risico op problematische schulden voor jongeren stijgt ook, zo blijkt uit het andere rapport waar ik in mijn inleiding aan refereer:

Betaalrisico’s huurders
Een ‘betaalrisico’ verwijst naar het risico dat een huishouden de woonlasten niet kan betalen, omdat het inkomen onvoldoende is voor het betalen van de netto huur en de noodzakelijke maandelijkse uitgaven voor het levensonderhoud. Van de 384.000 huurders die in 2012 moeite hadden om hun maandelijkse woonlasten en de kosten van het levensonderhoud te betalen, had ongeveer de helft 3 jaar later nog steeds een betaalrisico. Langdurige betaalrisico’s komen vooral voor onder jongvolwassenen en ZZP’ers. Naarmate huurders langer een betaalrisico hebben, wordt de kans om daar nog van af te raken kleiner.

Wat te doen?

Lees Ruim 4.600 huisuitzettingen door huurachterstand – wat te doen? (apr. 2016), Beter een kleine huurschuld betalen dan een groot, duur probleem creëren (okt. 2016) en Amsterdam helpt huurders met laagste inkomens (juni 2016).

Nagekomen berichten

Beter een kleine huurschuld betalen dan een groot, duur probleem creëren

Almelo stopt met huisuitzettingen en neemt in uitzonderingsgevallen de huurachterstanden over.

(klik op artikel om te vergroten)

almelo

Lees ook: Ruim 4.600 huisuitzettingen door huurachterstand – wat te doen?

 

 

Ruim 4.600 huisuitzettingen door huurachterstand – wat te doen?

Woningcorporaties zagen zich in 2015 genoodzaakt tot huisuitzetting van 5.500 huishoudens. Dat is 6% minder dan in 2014. En in 2014 was er ook al een daling van 15%. In 84,2% is huisuitzetting het gevolg van een huurachterstand. Dit blijkt uit de Corporatiemonitor Schulden & Huisuitzetting van Aedes. Woningcorporaties, gemeenten en hulpverleners doen er – ook na een vonnis – nog veel aan om huisuitzetting te voorkomen. Uit de cijfers blijkt dat die inspanningen vaak iets opleveren. Na een gerechtelijk vonnis bij huurachterstand konden woningcorporaties in 75% van de gevallen alsnog huisuitzetting voorkomen.

Aedes

Corporaties troffen met 49.800 zittende huurders een betalingsregeling.

Overigens, deze week meldde BKR dat ook het aantal mensen met een betalingsprobleem op hun hypotheek blijft afnemen.

Gisteren meldde het Planbureau voor de leefomgeving dat een half miljoen huurders – vooral ‘absolute minima’- moeite heeft met rondkomen. In 2015 gold dat voor 18% van alle huurders, tegenover 13% in 2012. Aedes constateert dat schulden bij bijvoorbeeld de Belastingdienst en CJIB ertoe leiden dat mensen geen geld overhouden voor de huur.

Woningwet
Daarnaast speelt natuurlijk dat de huur vaak te hoog is. In de nieuwe Woningwet, die sinds juli 2015 van kracht is, zijn rollen van en verhouding tussen woningcorporaties en gemeenten gewijzigd. Corporaties moeten zich richten op hun kerntaak: huisvesten van mensen met een laag inkomen. Gemeenten moeten via hun woonbeleid sturing geven aan het beleid van corporaties. Corporaties moeten minimaal 80% van hun vrijgekomen sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 35.739,00 (prijspeil 2016). Maximaal 10% kan naar huishoudens met een inkomen tot € 39.874,00. De resterende 10% mogen corporaties vrij toewijzen. Daarbij moeten zij rekening houden met voorrangsregels voor mensen met woonurgentie en doelgroepen uit de gemeentelijke huisvestingsverordening. Lees meer in de handige factsheet van Tympaan. Eind vorig jaar bleek al dat de aanpak van scheefwonen faalt. En vorige week publiceerde het CBS cijfers waaruit opnieuw blijkt, dat steeds meer huurders (18%) in te dure woningen wonen. In Binnenlands Bestuur is te lezen dat het tekort aan sociale huurwoningen in sommige regio’s het gevolg is van geldnood bij woningcorporaties.

Wat te doen
Een paar voorbeelden:

Huur inhouden op uitkering

Niet innovatief, maar wel vermeldenswaardig: De gemeente Amsterdam gaat mensen met een bijstandsuitkering en een huurachterstand aanbieden de huur op de uitkering in te houden en automatisch door te betalen. Daarover is met woningcorporaties en maatschappelijke dienstverleners een convenant gesloten. Lees meer in Binnenlands Bestuur.