In 2015 gaven gemeenten volgens het CBS €428 miljoen uit aan bijzondere bijstand. Dat is €14 miljoen (3%) minder dan het jaar ervoor. Dat komt vooral omdat minder mensen bijzondere bijstand krijgen toegekend. Het aantal personen dat bijzondere bijstand ontving daalde met maar liefst 34%. En dat terwijl de armoede in 2015 niet afnam (!).
De onderzoekers wijten de daling o.a. aan de afschaffing van de langdurigheidstoeslag die een lagere toekenningsdrempel had dan de individuele inkomenstoeslag die ervoor in de plaats kwam. Gemeenten gaven €39 miljoen uit aan de individuele inkomenstoeslag, terwijl de post waaronder de langdurigheidstoeslag viel met €77 miljoen daalde.
De uitgaven voor de post beschermingsbewind stegen in 2015 wel weer verder (naar €86 miljoen). De andere grote post die stijgt, is voorzieningen voor wonen. Hieronder vallen de kosten voor huisvesting en huisinrichting voor vluchtelingen met een status. En vergoedingen voor mensen met een hoge huur of hypotheek die (nog) niet kunnen verhuizen. Een daling van het aantal vluchtelingen, zoals nu het geval is, zal de ook uitgaven op deze post weer doen dalen.
Het CBS zet zelf een paar kanttekeningen bij de betrouwbaarheid van de resultaten. Zo vragen zij zich af of gemeenten de uitgaven voor o.a. de collectieve ziektekostenverzekering en beschermingsbewind goed registreren. Ik denk dat gemeenten daarnaast (in het jaar van de grote transities) ook meer inkomensondersteuning zijn gaan doen buiten de bijzondere bijstand om (maatwerkbudgetten voor wijkteams, ondersteuning via fondsen, maatwerkvoorziening Wmo, etc.).