Uit schattingen van sociale diensten blijkt, dat de uitvoeringskosten van het armoedebeleid 32 procent van de totale uitgaven bedragen. De grotere gemeenten hebben vergeleken met de kleinere gemeenten lagere uitvoeringskosten. Zij schatten hun uitvoeringskosten op 23 procent van de totale uitgaven. Ter vergelijk: voor de kleinere gemeenten is dat percentage 39. Dit blijkt uit de Divosa-monitor die gisteren is gepresenteerd.
Er is alleen om een schatting van de uitvoeringskosten gevraagd; het is dus een ruwe indicatie. Het lijkt er echter op, dat de grote gemeenten profiteren van een schaalvoordeel. Daarnaast zal hun invulling van het armoedebeleid ook een rol spelen. Gemeenten die elke aanvraag individueel toetsen, zijn meer geld kwijt dan gemeenten die voorzieningen steekproefsgewijs controleren en voorzieningen zoveel mogelijk automatisch toekennen.
In 2009 gaven de sociale diensten gemiddeld 56 euro per huishouden uit aan gemeentelijk armoedebeleid. Voor dit cijfer is het totale bedrag voor armoedebeleid in een gemeente gedeeld door het totale aantal huishoudens in een gemeente. De grote gemeenten geven twee keer zoveel uit aan armoedebeleid als kleine gemeenten.