Amsterdam moet de langdurigheidstoeslag toekennen aan een persoon die daarvoor in 2010 een aanvraag deed over de jaren 2004 tot en met 2006 en 2009. Zo oordeelde vorige week de Centrale Raad voor Beroep.
Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat uit de geschiedenis van de totstandkoming en wijziging van de artikelen 8 en 36 van de Wet werk en bijstand (WWB) volgt dat een langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd en dat de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad, gegeven in artikel 8 van de WWB, niet zover strekt dat die terugwerkende kracht kan worden uitgesloten.