Met het wetsvoorstel is nu al bereikt, dat schuldhulpverlening hoger op de agenda staat; ook bij gemeenten die jaren niet naar de schuldhulpverlening hebben omgekeken. Dat is al winst, maar geen garantie dat de schuldhulpverlening ook daadwerkelijk verbetert. Ik ben voorstander van een wet die veel sturender is. Een wet die meer duidelijkheid biedt voor schuldenaar, schuldeiser en andere betrokkenen. Een wet zoals bijvoorbeeld de WWB. Met – net als in Engeland en Ierland – misschien zelfs één landelijke organisatie met lokale dependances die de boel aanstuurt (toekomst NVVK?).
De 430 gemeenten vinden nu teveel zelf het wiel uit. Dat is zonde van de kostbare tijd, en het leidt tot ongewenste verschillen in de uitvoering. Ik krijg in elke gemeente waar ik help bij de inrichting van de schuldhulpverlening toch een beetje het gevoel dat we opnieuw het wiel uitvinden en dat we lapwerk uitvoeren op de bestaande praktijk. Ik besef me dat gemeenten vanwege de bezuinigingen niet snel een strenger keurslijf opgelegd zullen/willen krijgen. Maar ik denk, dat meer uniformiteit uiteindelijk juist leidt tot minder kosten.
Meer uniformiteit kun je bijvoorbeeld bereiken door de succesvolle onderdelen van de gedragscodes van de NVVK op te nemen in de wet. Er moet op zijn minst op hoofdlijnen worden aangegeven hoe de schuldhulpverlening dient te worden uitgevoerd en welke producten gemeenten ten minste in huis moeten hebben. Er moet duidelijk worden vastgelegd op welke onderdelen van de schuldhulpverlening de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, zodat klanten goed weten wanneer zij bezwaar en beroep kunnen indienen.
Wat we verder nodig hebben is een model voor vroegsignalering, handvatten voor zelfhulp voor de schuldenaar, een model voor screening aan de poort en een processchema waarbij klantprofielen worden gekoppeld aan producten. Met daarbij normtijden. Vooral de intakefase duurt nu vaak te lang. Misschien kunnen we met een soort borgstelling toewerken naar een situatie waarbij we – ondanks dat het inkomen en schuldenoverzicht nog niet helemaal op orde is – toch al een aanbod doen aan schuldeisers.
Ik zou ook de scheiding tussen het minnelijke en wettelijke traject willen herzien, met behoud van de sterke kanten van beide. Het lijkt me goed als we – een beetje zoals in België – het gehele traject door gemeenten laten uitvoeren en elke schuldregeling laten bezegelen door de rechter. De gemeente komt dan niet meer in de tijdrovende onderhandelingssfeer met schuldeisers.
We gaan standaard saneren in plaats van bemiddelen. Ja, dat betekent dat de overheid het probleem en het risico naar zich toetrekt. Daar staat echter tegenover dat die overheid de terugbetalingsvoorwaarden (denk aan werken en leren) kan bepalen. Het is trouwens ook veel efficiënter, omdat je niet meer gedurende de jarenlange aflosperiode contact hoeft te houden met de schuldeisers.
De toekomstige schuldhulpverlening moet een sluitende aanpak bieden – van preventie, schuldregeling en stabilisatie tot beschermingsbewind en curatele – waarbij per definitie niemand kan uitvallen; ook niet als schulden niet ‘te goeder trouw’ zijn ontstaan.
Ik ben benieuwd naar de mening van de lezer. In de groep schuldhulpverlening heb ik mijn ideeën ingebracht in de discussie Contouren van toekomstige schuldhulpverlening op LinkedIn. Daar staan ook mooie alternatieven en nuances. En op dit weblog – rechtsboven in beeld – kun je stemmen.