Modus Vivendi schrijft in haar nieuwsbrief een verhelderend artikel over curatele; over de combinatie met de Wsnp en de hoeveelheid werkzaamheden die een curatele dossier vergt tijdens de Wsnp in vergelijking tot de werkzaamheden in reguliere niet-curatele dossiers.
Sommige meerderjarigen zijn, als gevolg van een handicap of stoornis, niet in staat hun eigen belangen te beschermen. Het Nederlandse recht kent hiervoor een drietal maatregelen: curatele, meerderjarigenbewind en mentorschap. Curatele is hierbij de zwaarste maatregel. Beschermingsbewind en mentorschap zijn minder zware en meer specifieke, dat wil zeggen op de oorzakelijkheid gerichte, maatregelen; zij zijn daarmee ook meer proportioneel in hun inperking van de bevoegdheden van de betreffende meerderjarigen. Mentorschap richt zich specifiek op belangen van niet-vermogensrechtelijke aard. Bewindvoerderschap richt zich op belangen van vermogensrechtelijke aard. Curatele kan zich richten op beide en heeft daarnaast op familierechtelijk en vermogensrechtelijk gebied uitgebreidere gevolgen. Er bestaan drie gronden waarop een meerderjarige onder curatele kan worden gesteld: wegens een geestelijke stoornis, wegens verkwisting en wegens drankmisbruik.
Conclusies:
- Onder curatelestellingen komen slechts gering voor in de Wsnp. De curatelestellingen die voorkomen kenmerken zich in het overwegende aantal van de dossiers wel door een toepassingsgrond die ligt in verkwisting of drankmisbruik. Deze toepassingsgronden komen slechts gering voor als toepassingsgrond voor ondercuratelestellingen.
- Curateles die van kracht zijn ten tijde van of voorafgaand aan de Wsnp worden in overwegende mate positief afgesloten.
- Schuldsaneringen waarin tevens sprake is van een ondercuratelestelling vergen meer inspanningen van de bewindvoerder dan dossiers waarin daarvan geen sprake is. Een navenante verhoging met de vergoeding lijkt daarom niet onredelijk.
Lees ook Stroomlijning van curatele, beschermingsbewind en mentorschap.