Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen

Het aantal Nederlandse huishoudens met kans op armoede is in 2008 is toegenomen. Leefde in 2007 nog 7,6 procent van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens, in 2008 was dat percentage gestegen naar acht procent, zo’n 545.000 mensen. Het risico op armoede is het grootst bij eenoudergezinnen (29% onder de lage-inkomensgrens) en niet-westerse allochtonen (25%). Dit blijkt uit het onderzoek Lage inkomens, kans op armoede en uitsluiting 2009 dat het CBS vandaag publiceerde.

Ook blijkt dat mensen met lage inkomens relatief hoge vaste lasten (huur, water, energie, verzekeringen) hebben en vaker schulden moeten maken. Ook zijn er relatief veel minderjarige kinderen met kans op armoede. Afname op langere termijn Over de langere termijn is het risico op armoede afgenomen. Ten opzichte van het midden van de jaren negentig is het aandeel huishoudens met een laag inkomen bijna gehalveerd. Het aandeel van de huishoudens dat ten minste vier jaar achtereen kans op armoede liep, is in 2008 gelijk gebleven, namelijk 2,8 procent volgens de lage-inkomensgrens.

Geef een reactie