Het voornemen is om in de nieuwe wet voor schuldhulpverlening de term ‘minnelijk’ te vervangen door ‘gemeentelijk’. De wet is immers bedoeld voor gemeenten. En voor organisaties die de schuldhulpverlening uitvoeren in opdracht van gemeenten. Zelfstandige schuldhulpverleners kunnen nog steeds in den minne schikken.
‘Minnelijk’ volgens het woordenboek: –vriendschappelijk -aanvallig -bekoorlijk -hartelijk -lieflijk -lieftallig -vriendelijk -beminnelijk. Tsja, dekt dit de lading nog wel? Is het nog van deze tijd? Zeker nu de verhoudingen tussen schuldeiser en schuldenaar steeds meer worden ingekaderd in wet- en regelgeving, gedragscodes en voorzien van dwangmiddelen als het moratorium en dwangakkoord, kun je daar vraagtekens bij zetten..
In de juridische wereld gebruiken we de kwalificatie “minnelijk” voor de fase waarin de rechter (nog) niet betrokken is bij de kwestie. Dat kan ook nu nog met aantekening dat de zogenaamde minnelijke middelen in de Wsnp na 1 januari 2008 nu juist allemaal interventie van de rechter kennen. In oorsprong is in de shv-wereld het minnelijk traject tot stand gekomen op convenants-basis inclusief de oer-gedragscode. Naarmate de betrokkenheid van de wetgever toeneemt transformeert inderdaad de “minnelijkheid” steeds verder naar de “gereguleerdheid” en heeft vrije wilsvorming steeds minder een rol noch voor de debiteur, noch voor de crediteur en uiteindelijk ook steeds minder voor de hulpverlener, die allen worden “ingekaderd”.