Een student met problematische schulden krijgt moeilijk toegang tot schuldhulpverlening, omdat hij geen inkomen heeft. Bij wet is namelijk uitgesloten dat er beslag kan worden gelegd op studiefinanciering, zodat de student het volledige bedrag aan studiefinanciering kan benutten voor zijn studie. Soms is DUO naast verstrekker van studiefinanciering ook schuldeiser. Dit betreft dan direct opeisbare studieschulden, zoals lesgeldschulden, vorderingen voor onterecht bezit van het studentenreisproduct en betalingsachterstanden. Een normale studieschuld vormt in beginsel geen probleem, omdat er tijdens de studie geen terugbetaalverplichting bestaat. Als DUO een dergelijke dubbelrol heeft, dient er een evenwicht gevonden te worden tussen de noodzaak om studenten te houden aan hun terugbetaalverplichting en een sociaal beleid voor deze specifieke groep, namelijk studerende jongeren met problematische schulden.
Staatssecretaris Klijnsma schrijft op pagina 4 van haar brief aan de Tweede Kamer (d.d. 1 juli 2016) dat DUO voor de duur van het schuldhulpverleningstraject doch minimaal voor de duur van de studie uitstel van betaling gaat geven voor bepaalde onderwijsgerelateerde schulden wanneer dit naar oordeel van de (gemeentelijke) schuldhulpverlener noodzakelijk is om tot een minnelijke schuldregeling te komen. Dit betekent dat een mogelijke belemmering voor een schuldenregeling wordt weggenomen en deze DUO-schulden niet meelopen in een eventuele schuldregeling. Met een dergelijke incassopauze kan de student in een stabiele financiële situatie zijn opleiding voltooien. In bijzondere situaties is er soms meer nodig, bijvoorbeeld in het geval van zwerfjongeren. Wanneer er naar het oordeel van de (gemeentelijke) schuldhulpverlener en DUO sprake is van een bijzonder schrijnend geval waarbij enkel een algehele schone lei uitkomst biedt, kan DUO onderwijsgerelateerde schulden (deels) kwijtschelden, net zoals met andere schulden kan gebeuren in een schuldsaneringstraject.