Per 1 januari of 1 juli wordt de WWB aangescherpt. Belangrijke wijziging is de normering van de inkomensgrenzen voor gemeentelijk inkomensbeleid tot 110% van de bijstandsnorm (lees p.22 van de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel).
De normering geldt alleen voor de categoriale regelingen “zoals de langdurigheidstoeslag, de categoriale bijzondere bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten, ouderen, mensen met schoolgaande kinderen, de collectieve aanvullende ziektekostenverzekeringen, stadpassen en voorzieningen op sociaal cultureel terrein”, zo is te lezen in de MvT. De normering geldt niet voor individuele bijzondere bijstand.
Individueel vs. categoriaal
Maar als je goed gaat kijken is het verschil tussen categoriaal en individueel tegenwoordig niet meer zo groot. Er is een groot grijs gebied. Kenmerk van individuele verstrekkingen is dat er werkelijke uitgaven tegenover staan. Maar is dat niet ook het geval bij bijvoorbeeld de stadspas, collectieve ziektekostenverzekering en regeling voor schoolgaande kinderen?
Ook in de uitvoering is het verschil tussen categoriaal en individueel steeds minder groot. Met mooie beleidsregels (waarin ‘noodzakelijke’ kosten zijn vastgelegd) kun je bewerkstelligen dat je de bulk van je aanvragen volgens een snelle beslisboom kunt afhandelen. Controleer steekproefgewijs, gebruik slimme automatisering en verstrek individuele bijzondere bijstand op basis van groepskenmerken. Dan hoef je niet de 110%-norm te hanteren en komt het geld toch snel en tegen lage uitvoeringskosten bij de minima.
Fondsen
Een alternatief is dat je als gemeente niet zelf verstrekt, maar het regelt via een particulier fonds. Maar let op: een accountant zal ook goed in de gaten houden of de gemeente niet via een omweg ongeoorloofd inkomensbeleid voert.
Bij bijvoorbeeld het Jeugdsportfonds of stichting Leergeld is sprake van een individuele toets. En er is sprake van werkelijke uitgaven (meestal zelfs in natura). Individuele verstrekkingen dus, zou je zeggen. Maar het lijkt tegelijkertijd weer erg veel op de stadspassen en de regeling voor kinderen die door SZW juist expliciet als ‘categoriaal’ zijn bestempeld. Verstrekkingen door het Fonds bijzondere noden en vergelijkbare fondsen lijken me bij uitstek individuele verstrekkingen; daar geldt dus niet de 110%-norm.
Mocht je nou als gemeente een particulier fonds willen steunen, terwijl dat fonds aan min of meer categoriale verstrekkingen doet, dan zou je in je verordening moeten vastleggen dat de financiële bijdrage van de gemeente alleen geldt voor de klanten van het fonds die een inkomen hebben onder de 110%-norm.