
Nick Huls, emeritus hoogleraar rechtssociologie Leiden, is één van de belangrijkste grondleggers van de Wsnp. In dit artikel legt hij uit waarom het tijd is om de volgende stap te zetten:
Naar één schuldenwet
Volgend jaar bestaat de Wsnp 25 jaar, de wet die kwijtschelding van schulden veranderde van een gunst, verleend door de crediteur, tot een recht, opgeëist door de debiteur. Eind 2021 hadden 170.000 mensen via de rechtbank een ‘schone lei’ gekregen. Dit is een mooi aantal, maar in feite is de Wsnp naar de marge verdwenen. Terwijl de aantallen mensen met problematische schulden stegen, daalde de instroom van de Wsnp voortdurend.
Het wettelijk traject is naar de achtergrond gedrongen door het minnelijk traject van de gemeenten, dat steeds strakker juridisch genormeerd is in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, maar ook door het schuldenbewind uit boek 1 Burgerlijk Wetboek, de wijkteams en vrijwilligersorganisaties. Er is een onoverzichtelijk geheel van instanties ontstaan die onvoldoende samenwerken.
Politieke en maatschappelijke consensus
Gelukkig bestaat er tegenwoordig in de Tweede Kamer een brede politieke consensus (de motie Beukering en de motie Jetten) om de reguleringsstructuur van het schuldenveld te integreren.
Binnen het professionele veld bestaat er consensus over oplossingen die voor alle partijen acceptabel zijn. Ook crediteuren hebben er belang bij dat betalingsproblemen snel worden gemeld. De Nationale schuldhulproute (NSR) is een voorbeeld van een initiatief vanuit de commerciële sector om grote groepen burgers de weg naar voorlichting en hulp te wijzen bij financiële problemen.
Binnen de deurwaarderswereld rijpt het inzicht dat de marktwerking tot een aantal perverse prikkels bij de incasso heeft geleid. De KBvG probeert de bakens te verzetten door het promoten van collectieve regelingen zoals het Digitaal Beslagregister.
De overheid heeft van oudsher tot taak sociaal zwakke burgers te beschermen, maar recentelijk kwamen door de uitgebreide verhaalsmogelijkheden en preferenties van de Belastingdienst veel burgers in grote problemen bij de kindertoeslag-affaire. Bovendien schoot de bescherming door de bestuursrechter schromelijk tekort.
Er bestaat dus een window of opportunity voor nieuw beleid.
Oplossingsrichting
Kort nadat de NVVK in 1979 de Gedragscode m.b.t. schuldsanering, -bemiddeling en -regeling introduceerde, stelde ik in mijn proefschrift (1981) voor om de kantonrechter de bevoegdheid te geven een minnelijk voorstel tot ‘afkoop van schulden’ (doorgaans inclusief kwijtschelding) van een gemeentelijke kredietbank (gkb) algemeen verbindend te verklaren indien niet alle crediteuren akkoord gaan.
Deze gemeentelijke uitvinding om kwijtschelding van schulden mogelijk te maken, is via de Commissie Mijnssen door de molen van het begrippenapparaat van de Faillissementswet (uit 1896!) gehaald. Hierdoor is in de Wsnp kwijtschelding getransformeerd tot een loodzware juridische interventie. De WSNP-rechter was bedoeld als stok achter de deur voor het minnelijk traject, maar die rol is nooit goed uit de verf gekomen (Jungmann, 2006). Thans spelen de gemeenten de hoofdrol en is de rechter – overigens ook door eigen toedoen – gemarginaliseerd.
In deze bijdrage stel ik voor om via één geïntegreerde schuldenwet het oorspronkelijke idee uit 1979 zodanig aan te passen dat in de toekomst veel meer mensen met schulden beter en sneller geholpen kunnen worden.
De gemeente
Burgers met problematische schulden kunnen zich tot vele instanties wenden: tot de gemeente, maar ook tot budgetcoaches, gecertificeerde vrijwilligers en andere professionele hulpverleners. Als schuldsanering de meest aangewezen optie is, moeten de deskundige hulpverleners zo snel mogelijk een voorstel formuleren.
Grote crediteuren, die landelijk werken zijn gebaat bij uniforme landelijke toelatings- en aflossingsnormen. Deze moeten worden vastgelegd in een AMvB, die op alle professionele hulpverleners van toepassing is. Landelijke normering draagt bij tot rechtsgelijkheid. Debiteuren èn crediteuren weten dan waarop ze kunnen rekenen.
Als de professionele hulpverleners het verzoek om sanering afwijzen, kan de burger in beroep gaan bij de schuldenrechter. Crediteuren die het niet eens zijn met een saneringsvoorstel, kunnen zich eveneens tot de rechter wenden.
De schuldenrechter
Omdat thans veel debiteuren niet verschijnen als een crediteur een vordering bij de rechtbank instelt, moeten zij een prikkel krijgen om wèl naar de rechtbank te komen. Het verstekvonnis is meestal een probleem vergrotende rechterlijke interventie (De Savornin Lohman, 2022).
Een eerste stap op weg naar probleemoplossende schuldenrechtspraak is wijziging van art 6:29 BW, zodat de rechter een betalingsregeling voor een individuele schuld kan treffen. Als deze mogelijkheid aan de debiteur wordt meegedeeld in de aanmaning, wordt het aantrekkelijk om wèl voor de rechter te verschijnen.
In de tweede plaats kan de rechter een collectieve schuldregeling opleggen als de burger tijdelijke betalingsproblemen heeft, maar binnen een redelijke termijn wèl al zijn schulden kan betalen. Het voorstel van een geregistreerde schuldregeling door de gerechtsdeurwaarder (Otter c.s. 2021) en het in België ontwikkelde My Trust O model kunnen hier als inspiratie dienen.
In de derde plaats moet het mogelijk worden gemaakt dat de rechter bijeen problematisch schuldenpakket direct een schuldsanering uitspreekt zonder dat eerst een minnelijk traject doorlopen is.
De schuldenfunctionaris
Het is gewenst om schuldenfunctionarissen, waarmee thans in enkele pilots wordt geëxperimenteerd, (Bureau Bartels, 2021) bij alle rechtbanken aan te stellen. Het is het effectiefst dat de gezamenlijke gemeenten in het arrondissement deze functionarissen bij de rechtbank detacheren. Zij moeten immers goed de weg weten in de wereld van de minnelijke schuldhulpverlening. Zij zijn een schakel tussen het juridische en het sociale domein.
De schuldenfunctionarissen hebben tot taak om debiteuren met betalingsproblemen die naar de rechtbank gekomen zijn, op te vangen en eventueel te verwijzen naar een passende instantie. Zij kennen de sociale kaart van het arrondissement en de verschillende modaliteiten van schuldhulp. Verder assisteren ze de rechter vanuit een ondersteunende en faciliterende rol.
Professionalisering van de schuldhulpverlening
Ter ondersteuning van de schuldsanering door de gkb’s heeft de rijksoverheid €30 miljoen beschikbaar gesteld voor een revolverend waarborgfonds om de risico’s voor de gemeenten af te dekken. Dit fonds gaat zakelijke criteria aanleggen voor de borgstelling.
Recentelijk werd gesignaleerd dat de maximumrente van 10% voor consumptieve kredietverlening in (kleinere) gemeenten zou kunnen leiden tot stopzetting van de sociale kredietverlening (Brasser). Het is gewenst met het oog op de rechtsgelijkheid dat sociaal krediet in alle gemeenten beschikbaar is. Ik stel voor om de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) een rol te geven om zeker te stellen dat deze twee ‘bank-achtige’ taken op een zakelijke manier worden uitgevoerd.
Op ICT-gebied is er een wereld te winnen in de hulpverlening. Initiatieven als het schuldenknooppunt, de rol van het BKR bij vroegsignalering en het schuldendashboard zijn veelbelovende projecten om burgers sneller te bereiken en te helpen.
Je proefschrift was zijn tijd ver vooruit, het minnelijke traject is mooi maar mist toch het wettelijke kader dat de WSNP kent waarbij een schone lei ook een schone lei is. Vind dit een mooi pleidooi.