Wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet aangenomen door Tweede Kamer

Afbeeldingsresultaat voor tweede kamerHet Wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet is zojuist als hamerstuk afgedaan in de Tweede Kamer! Gelukkig dus nog vóór de verkiezingen. Nu gaat het naar de Eerste Kamer. Verwachting is dat de nieuwe beslagvrije voet in werking treedt op 1 januari 2018.

De nieuwe beslagvrije voet gaat uit van vaste bedragen per leefsituatie. Er worden vier leefsituaties onderscheiden:

  1. alleenstaande;
  2. alleenstaande ouder met een of meer kinderen < 18 jaar;
  3. gehuwden zonder kinderen < 18 jaar;
  4. gehuwden met een of meer kinderen < 18 jaar.

Daarnaast worden drie inkomensgroepen onderscheiden:

a) geen recht op toeslagen;
b) wel recht op toeslagen;
c) inkomen gelijk aan of lager dan bijstandsnorm.

Voor mensen die geen recht hebben op toeslagen (i.v.m. relatief hoog inkomen) geldt per leefsituatie een beslagvrije voet van ongeveer €1.486, €1.623, 1.957 respectievelijk € 2.093.

Voor mensen die wel recht hebben op toeslagen (vanwege een lager inkomen) geldt een andere berekening. Dat is maar goed ook, want anders zouden zij in geval van beslag over meer inkomen beschikken dan schuldenaren zonder recht op toeslagen. Voor mensen die recht hebben op toeslagen geldt een bedrag gelijk aan 95% van de bijstandsnorm, vermeerderd met een compensatiekop. Die compensatiekop bestaat uit drie componenten namelijk, zorg, wonen en kinderen (twee als de schuldenaar geen kinderen heeft). De precieze berekening vind je op p. 23 van de Memorie van Toelichting.

Dan is er nog de groep met een inkomen onder of gelijk aan de bijstandsnorm. In de huidige berekening is de beslagvrije voet vaak hoger dan het inkomen zelf. Schuldenaren met zo’n inkomen hebben op dit moment geen afloscapaciteit. Dit zou ook gelden in het nieuwe model als de berekening zoals voorgesteld voor de groep toeslaggerechtigden ook zou gelden voor de inkomens onder de bijstandsnorm. Het kabinet wil echter een belangrijk signaal afgeven: financiële verplichtingen moeten worden nagekomen! Schuldenaren moeten op hun verantwoordelijkheid worden gewezen en mogen niet het gevoel krijgen dat zij voor schuldeisers onaantastbaar zijn. Daarom wordt hun beslagvrije voet vastgesteld op 95% van het netto-inkomen inclusief vakantiebijslag. Met dit voorgestelde percentage wordt aangesloten bij de norm die de NVVK hanteert in een minnelijke schuldregeling, indien de schuldenaar op basis van het voor hem geldende vrij te laten bedrag (VTLB, een afgeleide van de beslagvrije voet) niet over afloscapaciteit blijkt te beschikken.

Eenvoudiger
Om de nieuwe beslagvrije voet te berekenen is een beperkt aantal gegevens nodig over leefsituatie en inkomen. Deze zijn grotendeels uit bestaande registraties te halen, zoals de BRP en de polisadministratie. De schuldenaar hoeft in beginsel, behoudens in een beperkt aantal uitzonderingsgevallen, geen informatie meer aan te leveren.

beslagvrije-voet

Geef een reactie