Beslagvrije voet eenvoudiger

beslagvrije voetMensen met schulden hoeven in de toekomst veel minder informatie aan te leveren om de beslagvrije voet vast te stellen. Daardoor lopen zij minder kans om te weinig geld over te houden om van te leven. Dat blijkt uit de hoofdlijnennotitie die staatssecretaris Klijnsma vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.

De hoogte van de beslagvrije voet is op dit moment onder meer afhankelijk van de samenstelling van het huishouden, de hoogte van de huur- en zorgkosten en het recht op toeslagen. In de praktijk gaat het hier regelmatig fout. De berekening is ingewikkeld en ondoorzichtig en het lukt schuldeisers vaak niet om de juiste informatie te verkrijgen.

Voor alle mensen van wie het inkomen zo hoog is dat zij geen recht hebben op toeslagen, wordt de beslagvrije voet eenzelfde vast bedrag afhankelijk van de leefsituatie. Daar komt geen ingewikkelde berekening meer aan te pas. De precieze hoogte hiervan volgt in het voorjaar, na verder onderzoek. Het bedrag zal dicht in de buurt liggen van de huidige beslagvrije voet.

Voor wie wel recht heeft op toeslagen, kan de schuldeiser de beslagvrije voet eenvoudig berekenen. Het deel waar geen beslag op mag worden gelegd is voor deze groep mensen een vast bedrag plus een percentage van het netto-inkomen. Door de beslagvrije voet op deze manier vast te stellen, houden mensen met toeslagen niet meer over dan mensen die daar geen recht op hebben.

Tot slot is er dan nog een groep mensen die volgens deze berekening niets zou kunnen aflossen, omdat het inkomen lager is dan de berekende beslagvrije voet. Het kabinet vindt het van belang dat een ieder – hoe beperkt soms ook geprikkeld blijft om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Daarom geldt in het voorgestelde nieuwe systeem dat iedereen altijd minimaal een klein percentage van het nettoloon aflost.

De nieuwe beslagvrije voet treedt op zijn vroegst over anderhalf jaar in werking.

Geef een reactie