M’n weekend is begonnen, dus ik neem even niet de moeite om het zojuist gepubliceerde antwoord van staatssecretaris De Krom op vragen van de Eerste Kamer verder samen te vatten. Ik citeer daarom:
‘In antwoord op de vragen […] moet er naar de mening van de regering onderscheid worden gemaakt tussen wie verantwoordelijk is voor de schulden en welk bedrag per maand door de schuldenaar kan worden betaald. Met de invoering van de gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets worden thuiswonende meerderjarige kinderen niet aansprakelijk voor de schulden van de ouder(s). De ouders zijn daarvoor, als schuldenaren, verantwoordelijk en moeten zelf de schulden aflossen. Daarin verandert niets.
Welk bedrag per maand wordt afbetaald, is afhankelijk van de afloscapaciteit van de schuldenaar. Die wordt als eerste bepaald aan de hand van het inkomen van de schuldenaar zelf. Daarnaast bepalen ook de inkomsten binnen een gezin de hoogte van de afloscapaciteit van de schuldenaar. De bepalingen met betrekking tot de beslagvrije voet als bedoeld in het Wetboek van Rechtsvordering zijn in dit wetsvoorstel consistent aangepast aan de nieuwe bepalingen van de gezinsbijstand. Dit betekent in het voorbeeld van de leden van de D66-fractie dat als de ouders schuldenaar zijn en zij hebben inkomen zij dan meer kunnen afbetalen op hun schuld van hun inkomen, als dat kind ook werkt en inkomen heeft. Het kind betaalt niet mee af. Wel wordt door beslagleggers rekening gehouden met de toegenomen draagkracht binnen dat gezin. Het gevolg is dat de schulden sneller kunnen worden afgelost. Als ouders geen inkomen hebben, kunnen zij niet aflossen. Er is immers geen afloscapaciteit. Het kind dat werkt hoeft niet de schuld te betalen. Hij is immers geen schuldenaar.
Als de ouders en het kind gezinsbijstand ontvangen, ligt de situatie anders. De ouders betalen de schuld van de gezinsbijstandsuitkering, die ook voor het kind is bedoeld. Het kind kan dit effect ontlopen door de stap naar werk te maken. Het kind is immers geen schuldenaar. Als hij gaat werken, gaat zijn salaris niet naar de aflossing van de schuld van zijn ouders.’
En nu ga ik mijn zoon ophalen van toneelles. Tot maandag!
Moet dat kind natuurlijk wel werk vinden, de banen liggen momenteel echt voor het oprapen. Op welk eiland woont de heer de Krom?
De heer Krom woont waarschijnlijk op een onbewoond eilandje ergens in de stille zuid zee of hij woont heel geïsoleerd ergens hoog in een ivoren toren
Ik vind het pure symboolpolitiek, deze aanscherping. Waarom verbinden we de tekorten aan zorg niet door mensen vanuit de bijstand een opleiding te geven in zorginstellingen. Met een fatsoenlijk loon dat spreekt voor zich. Nu is het beheersen aan de instroomkant, omdat met re-integratie aan de uitstroonkant te weinig te weinig resultaten zijn behaald.