60% gedetineerden heeft schulden

Afgelopen woensdag ondertekenden staatssecretaris Albayrak van Justitie en VNG-voorzitter Jorritsma het samenwerkingsmodel voor de nazorg aan ex-gedetineerden. Het samenwerkingsmodel is bedoeld als leidraad voor gemeenten en het gevangeniswezen. In het model zijn de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten en justitie vastgelegd. Het gaat hierbij om informatie-uitwisseling, verstrekking van identiteitsbewijzen, huisvesting, arbeid en inkomen, schulden en zorg. Deze aanpak moet er toe leiden dat ex-gedetineerden na hun vrijlating minder snel strafbare feiten plegen of overlast veroorzaken en een nieuwe start kunnen maken in de maatschappij. De uitvoering is complex, met name omdat hierbij veel organisaties zijn betrokken. Van de 30.000 gedetineerden die jaarlijks vrijkomen hebben er veel problemen op meerdere vlakken. Stimulansz heeft daarom een handreiking geschreven om gemeenten te voorzien van ideeën en voorbeelden.

De ‘Handreiking bij Samenwerkingsmodel Nazorg volwassen (ex-)gedetineerde burgers’ is aan de staatssecretaris en de voorzitter van de VNG aangeboden. Gelijktijdig is het samenwerkingsmodel en de handreiking nazorg jeugdige ex-gedetineerden uitgebracht.

Albayrak en Jorritsma

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 van de handreiking gaat over (de aanpak van) de schuldenproblematiek. In de inleiding is het volgende te lezen:  
Uit verkennend onderzoek blijkt dat veel gedetineerden kampen met problemen als gevolg van schulden (ruim 60%). Vaak bestaan deze schulden al voor de detentie, maar soms worden ze ook tijdens de detentie (verder) opgebouwd. Zo kan bijvoorbeeld een huurschuld ontstaan door het behoud van huisvesting, maar het niet kunnen voldoen aan de vaste lasten. Vanuit detentie kan er vaak geen betalingsafspraak worden gemaakt, of iets anders worden geregeld met de schuldeisers. Het gevolg is dat de vorderingen doorlopen, dat de eisen steeds hoger worden en dat de schulden steeds verder oplopen. Na de detentie wordt de ex-gedetineerde dan geconfronteerd met zijn schulden, en dat kan erg demotiverend werken bij de opbouw van een nieuw bestaan. Er is dus dringend behoefte aan schuldhulpverleningstrajecten die kunnen worden opgestart tijdens de detentie, en aan de mogelijkheid om afspraken te maken met schuldeisers. Voor gedetineerden die vóór hun detentie al in een schuldhulpverleningstraject zaten, geldt dat het lopende traject vaak wordt stopgezet en dat er pas na de detentie een nieuwe aanvraag kan worden ingediend. De schulden zijn dan dus nog niet afgelost en kunnen ook weer verder oplopen.

Geef een reactie