Gisteren is er een vergadering geweest van de Commissie van Deskundigen Schuldhulpverlening. Hoewel dit formeel niet hetzelfde gremium is als de Normcommissie, komt het daar in de praktijk wel op neer en in dat kader is gesproken over de twee punten die een brede acceptatie van de certificering in de weg staan: de in de norm opgenomen looptijd van een schuldregeling en de kosten die certificering met zich meebrengt. Lees meer in de column van Paul Rispens. Ik was zelf gisteren in Hengelo waar ik een presentatie hield tijdens een conferentie die werd georganiseerd door Budgetalert. Dit samenwerkingsverband tussen gemeente en Carint heeft, jawel, heel goed, concrete plannen om zich te certificeren. Maar dat terzijde.
In ruil voor de verlengde looptijd is in de normcommissie vanuit de hulpverlenerskant destijds bedongen dat schuldhulpverleners minder vaak de aflossingscapaciteit hoeven te (her)berekenen. De verlengde looptijd gaat zoals gezegd wat betreft de hulpverleners van tafel. En als op 1 juli 2010 de nieuwe wet van kracht is, dan is ook het vrijblijvendheid bij het herberekenen van de aflossingscapaciteit van tafel. In de huidige plannen worden gemeenten namelijk bij wet verplicht om ten minste jaarlijks de aflossingscapaciteit te herberekenen (cf. Wsnp). Zowel de schuldeisende partijen als de hulpverlenende partijen zullen dus hun wisselgeld moeten inleveren.
Dan blijven de kosten van de certificering – en in het bijzonder die van de schuldhulpverleners – nog over als belangrijkste obstakel.
Mijn voorspelling is overigens dat de verlengde looptijd voor hogere inkomens ook uit de NEN-normen wordt geschrapt. Er is teveel politieke druk. Wellicht wordt er wel aangestuurd op een verlengde looptijd voor alle klanten, dus ongeacht hoogte van het inkomen. Dan is er geen sprake meer van benadeling van de werkende schuldenaar. Maar goed, dat is ook een politieke keuze, èn het wijkt af van de Wsnp (hoewel, in de Wsnp wordt ook niet zelden afgeweken van de 3 jaar…).
Overigens zal op 2 juli de commissie sociale zaken van de VNG vergaderen over het onderwerp en formeel haar standpunt bepalen.